- Olivia Vancronenburg over Agnes van Heilsbach
In het zeventiende-eeuwse Wassenberg nabij Roermond werd Agnes van Heilsbach geboren. Ze werd een geestelijke dochter met de ‘gave der tranen’. Haar gebeden ontroerden haar zo diep dat tranen rijkelijk vloeiden. Komende uit een welgesteld milieu had Agnes de mogelijkheid haar leven te wijden aan God als geestelijke dochter. Zo onderwees ze het katholieke geloof van de jezuïeten aan arme kinderen en documenteerde ze haar spirituele reis in opdracht van haar biechtvader, Simon van den Hoeve. Na haar dood publiceerde de jezuïet Daniël Huysmans haar levensverhaal als promotiemiddel voor de katholieke kerk. Maar, zoals dat gaat, ontstonden twijfels over de oprechtheid van het werk. Het werd afgedaan als een modetrend en was afkomstig van een vrouw.
Promotiemiddel van de zeventiende eeuw
Het uitbrengen van dergelijke gebundelde levensverhalen was een typische praktijk voor de zeventiende eeuw in de Lage Landen. Deze kunnen gezien worden als een vroeg ‘gebruiksboek voor vrouwen, door vrouwen’, echter nog steeds onder streng toezicht van de biechtvader. Geschreven in het Nederlands was het ook toegankelijk voor het gewone publiek. Wat dit werk verder speciaal maakte, was dat het een perfect cadeau was voor jonge meisjes. Het bood hen de kans hun vrije tijd ‘zinvol’ te besteden aan het leren van de deugden van de katholieke kerk. Kort gezegd was het dus ook een educatief instrument. Het boek weerspiegelt niet alleen de religieuze context van de tijd, maar geeft ook een bredere tendens weer waarin vrouwelijke figuren werden ingezet om een ideaalbeeld van deugdzaamheid te promoten. Tot slot geeft het ook een unieke inkijk op het religieuze leven van een vrouw uit de zeventiende eeuw, waarbij haar ervaringen kunnen gelezen worden vanuit een relatief primaire bron.
Actuele relevantie
Maar wat heeft deze casus uit de gelovige zeventiende eeuw van relevantie vandaag de dag? Ondanks dat er reeds meerdere eeuwen zijn gepasseerd, zijn verschillende zaken nog steeds van kracht in de culturele sector. Zo blijft het debat actueel over de geloofwaardigheid van vrouwelijke bijdragen in de literatuur, met scepticisme over de authenticiteit van hun verhalen. Dit weerspiegelt een groter probleem waarin vrouwelijke ervaringen vaak niet op dezelfde manier worden ontvangen en behandeld als die van hun mannelijke tegenhangers.
Een relevant voorbeeld dat kan aangehaald worden is de discussie en controverse rond het werk ‘Educated’ (2018) van Amerikaanse auteur Tara Westover. Westover schreef een autobiografisch boek waarin ze haar traumatische jeugd en haar zoektocht naar onderwijs beschrijft. Dit in het kader van een zeer strenge religieuze opvoeding waardoor ze niet kon deelnemen aan gewoon onderwijs. Hoewel haar boek werd geprezen vanwege de openhartige weergave van haar ervaringen en krachtige zoektocht naar kennis, werden vele zaken in twijfel getrokken. Critici betwistten de geloofwaardigheid van gebeurtenissen en suggereerden dat herinneringen uit proportie werden genomen of vervormd. Dit geeft aan dat tot op de dag van vandaag vrouwen worden geconfronteerd met moeilijkheden omtrent de geloofwaardigheid van hun persoonlijke verhalen. De situatie van Westover is een perfect voorbeeld dat aantoont dat zelfs wanneer vrouwen oprechte intenties hebben, ze worden geconfronteerd met scepticisme. Het benadrukt de noodzaak om bewust te blijven van deze problematiek en om te pleiten voor een omgeving waarin vrouwen vrijelijk hun verhalen kunnen delen.
Een tweede voorbeeld gaat over het tekort aan vrouwelijke ervaringen in de hedendaagse literatuur. Dit wordt geïllustreerd met het boek van Eimear McBride, ‘A Girl Is a Half-Formed Thing’ (2014). Hoewel het boek wereldwijd vol lof werd ontvangen doordat het een diepgaande verkenning biedt over thema’s zoals seksualiteit en trauma’s, blijft het opvallend dat deze verhalen als uitzonderlijk worden beschouwd. Dit onderstreept de bredere uitdaging van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de literaire wereld. De roman, geprezen om zijn vrije schrijfstijl, weerspiegelt ook de neiging om vrouwelijke auteurs te categoriseren als gespecialiseerd in ‘vrouwenzaken’. Dit zorgt er niet alleen voor dat hun werk niet algemeen wordt erkend als een verkenning van menselijke ervaringen, maar het onthoudt ook veel lezers de kans om het te lezen. Om deze lacune aan te pakken, is bewustwording opnieuw cruciaal, waarbij lezers worden aangemoedigd diverse stemmen te omarmen en uitgevers actief streven naar de promotie van een breed scala aan verhalen.
Beide moderne voorbeelden benadrukken de noodzaak om te blijven beseffen dat aangehaalde problematieken relevant en actueel zijn. Het is cruciaal te pleiten voor een omgeving waar vrouwen vrijelijk kunnen spreken zonder dat hun ervaringen in twijfel worden gebracht. De voorbeelden tonen aan dat er een doorlopende strijd is voor erkenning en geloofwaardigheid van vrouwelijke stemmen, een strijd die de verhalen van Agnes van Heilsbach al eeuwen geleden ondervonden.