Parallelle paden: een reflectie op de erfenis van Paul Auster en Maryse Condé

Paul Auster en Maryse Condé stierven op een maand van elkaar. Twee ogenschijnlijk heel verschillende auteurs, die toch op meer dan één manier met elkaar verbonden waren. Kathleen Gyssels blikt terug op het rijke en nog steeds relevante oeuvre van beide schrijvers, met New York op de achtergrond. (tekst: Kathleen Gyssels)

Eén mei, dag van de Arbeid. Een dag waarop we verondersteld zijn niet te werken en de computer dicht te laten, maar ik word wakker met het nieuws dat Paul Auster (1948) overleden is in New York. Het is een schok, want Paul Auster heb ik altijd heel graag gelezen, ook als echtgenoot in het schrijversduo met Siri Hustveldt. Een maand ervoor, 2 april, overleed Maryse Condé (1934) die evengoed in de media als een New Yorker had kunnen worden neergezet, want naast haar verblijfplaatsen in de Antillen en Frankrijk was Upper Brooklyn haar woonst en net als Auster associeer ik haar direct met haar echtgenoot en quasi mede-auteur Richard Philcox. Hij is immers veel meer dan alleen maar de vertaler van haar romans: hij is de eerste lezer van haar manuscripten die ingrijpt en meeschrijft…

Verder hebben Auster en Condé gemeen dat ze ook in België bekende bestudeerde auteurs waren. Auster kreeg zelfs een eredoctoraat van de Universiteit van Luik (waar tevens Caryl Phillips, Paul Gilroy, en andere grote, postmoderne, postkoloniale auteurs werden geëerd). In Antwerpen speelde ik jarenlang met de idee om Condé ook zo’n eretitel te geven, maar na een mislukte poging voor haar mannelijke evenknie, de Martinikaanse Edouard Glissant, liet ik het maar bij een enkele uitnodiging in Cultuurcentrum Zuiderpershuis. Condé zou ironisch La Migration des coeurs,

« A Kathleen, qui ne m’a jamais invitée, mais que qu’aime comme une sœur ! Amitiés, Maryse »

(september 1997)

Kosmopolitisch en multicultureel, kritisch wat betreft de invulling van identiteit en de on/zichtbare mechanismes van uitbuiting en achterstelling hebben beide auteurs een stevig oeuvre neergezet waarin migratie, eenzaamheid, toeval, het wegvallen van sociale en familiale netwerken aanzetten tot herijken van relaties.

Kathleen Gyssels en Maryse Condé, Brussel, 1997. Foto: Kathleen Gyssels

Auster en Condé delen een haarscherpe kijk op de maatschappij van vandaag in een metropolis als New York, met haar ongelooflijke opportuniteiten en vreselijke traps. Beide auteurs verloren een kind aan drugsverslaving en schreven hierover om het rouwproces door te komen. Condé kiest New York als décor in Les Derniers Rois mages, Trois femmes à Manhattan en La vie scélérate. Bij Auster is de ‘city that never sleeps‘ nog belangrijker: in City of Glass, Ghosts en The Locked Room – beter bekend als de New York Trilogie – ontrafelt de auteur de enigma’s van het stadsleven. Deze werden allemaal uitstekend in het Frans vertaald bij Actes Sud, een Belgisch uitgever die de francofiele Amerikaan van meet af aan steunde. Als romanschrijver, essayist, dichter en toneelschrijver is het werk van Auster aanzienlijk, regelmatig geprezen door critici en bekend over de hele wereld.

Hun romans beschrijven de westerse maatschappij in voortdurende transformatie en worden ook achtervolgd door thema’s als twijfel en het koloniale verleden. De ervaring tot een minderheid te behoren is een laatste gemeenschappelijke fiber: Auster heeft zich zelden als een Joods-Amerikaanse schrijver voorgesteld, en zijn romans – in schril contrast met auteurs zoals Philip Roth of Jonathan Safran Foer -brengen zelden etniciteit of joodse identiteit inhoudelijk aan de orde. Condé daartegenover stelt het concept ‘ras’ centraal, en durft dat dan ook nog in relatie te brengen met de Joodse identiteit.

Genoeg redenen om Condé en Auster nog eens onder de loep genomen voor dit blogstuk, vond ik. En voor zij die hen nog niet gelezen hebben, is dit misschien wel het moment om hun romans te ontdekken!


Meer lezen?

Over Maryse Condé:

  • Sages sorcières? (University Press of America, 2001)
  • Passes et impasses dans le comparatisme postcolonial caribéen. Cinq traverses (Honoré Champion, 2010)

The Difficulty of Caribbeing ou L’intraitable Beauté de Maryse Condé (1934-2024)

Auster over zijn werk en in het bijzonder 4321