De coronacrisis heeft het heel wat academici moeilijk gemaakt. Zo liepen aan onze faculteit experimenten vertraging op, moest veldwerk worden uitgesteld en werd het vinden van proefpersonen een hele uitdaging. Maar ook aan deze regenwolk zit een zilveren randje: enkele FLW-collega’s konden net aan de slag op een nieuw project door (of “dankzij”) de coronacrisis. In deze blogreeks stellen we hen voor en lichten we hun onderzoek toe.
Musicus versus virus:
De veerkracht van de muzieksector tijdens de covidpandemie
Cultuurfilosofe Marlies De Munck is bij het grote publiek bekend om haar opiniebijdragen in onder meer De Standaard en Knack, en om haar (non-fictie)boeken, waaronder Waarom Chopin de regen niet wilde horen. Maar Marlies is natuurlijk ook actief in de academische wereld. Ze is doctor in de Wijsbegeerte en werkt als onderzoeker en docent aan onze faculteit, waar ze verbonden is aan het Centrum voor Europese Filosofie en nauw samenwerkt met het Antwerp Research Institute for the Arts (ARIA).
Een nieuwe (digitale) realiteit voor de muzieksector
Marlies bestudeert welke maatschappelijke, culturele en politieke factoren meespelen in muziekbeleving en in de creatie en uitvoering van muziek. Zo’n anderhalf jaar geleden werd de muziekwereld – net als de hele culturele sector – grondig door elkaar geschud. Aan het begin van de covidpandemie stonden muzikanten plots voor een nieuwe realiteit: ze konden uitsluitend nog via digitale platformen een publiek bereiken. Verschillende artiesten wisten snel hun manier van werken aan te passen: algauw werden er voorstellingen gestreamd, zagen Youtubekanalen het daglicht…
Marlies kijkt naar deze initiatieven door een cultuurfilosofische bril. Ze erkent het belang ervan voor de cultuursector, maar bemerkt tegelijk dat er weinig geweten is over de bijbehorende esthetische ervaring. Wie kijkt er precies naar die digitale opvoeringen? Hoe komen die voorstellingen en concerten eigenlijk over? En wat is de artistieke ervaring voor publiek en performers?
Op deze vragen tracht Marlies een antwoord te vinden in haar onderzoeksproject ‘Fitting inside COVID-19’. De relatie tussen kunst en technologie – die door de pandemie extra zichtbaar is geworden – staat centraal. Marlies wil niet alleen achterhalen hoe veerkrachtig de muzieksector is in deze nieuwe digitale realiteit, maar ook wat de digitale technologie precies verandert aan de esthetische waarde van muziek en aan de relatie tussen publiek en performer.
Een samenwerking tussen academici en musici
Marlies stelde voor dit project een interdisciplinair onderzoeksteam samen. Ze bundelt de krachten met kunstsocioloog Pascal Gielen (ARIA), musicus Pieter Matthynssens (artistiek directeur van Nadar Ensemble) en musicus-academicus Thomas Moore (trombonist bij Nadar Ensemble en doctoraatsstudent in de kunsten bij ARIA).
Dat Marlies muzikanten van Nadar Ensemble benaderde, is geen toevallige keuze. Dit Belgische muziekensemble experimenteerde namelijk al vóór de pandemie met verschillende technologieën, in een zoektocht naar een meer interactieve muziekbeleving. Hun voorstelling FITTINGinSIDE was de inspiratie voor het artistieke luik (én voor de titel) van Marlies’ onderzoeksproject. In FITTINGinSIDE woont het publiek van thuis uit een concert bij via het digitale platform Zoom. Tijdens de voorstelling worden alle kijkers/luisteraars uitgenodigd om het beeld en geluid van hun smartphone in te schakelen en vervolgens op stap te gaan in de buurt van hun woning. Zo krijgt het publiek niet enkel het concert te zien en te horen, maar ook de omgevingsindrukken (bv. straatgeluiden en -beelden) van de andere bezoekers. Een geheel nieuwe streamervaring was geboren!
FITTINGinSIDE werd voor Marlies’ onderzoeksproject hernomen tijdens de pandemie. Het doel is om in kaart te brengen hoe publiek en performers een dergelijke digitale concertsetting esthetisch ervaren. De resultaten van het project worden verwacht in het voorjaar van 2022.
Is de toekomst van cultuur digitaal?
Marlies bestudeert niet alleen welke impact de coronamaatregelen en bijbehorende digitale omschakeling hebben op de muzieksector van vandaag, maar ze blikt ook vooruit. Hoe zal het culturele veld verder evolueren wanneer de pandemie voorbij is? Zal het streamen van voorstellingen een vaste waarde worden? Marlies erkent dat digitale toegang tot kunst belangrijke voordelen heeft, zoals toegankelijkheid: op deze manier worden kunstvoorstellingen ook ontsloten voor mensen die anders uit de boot vallen (bv. wie moeilijk te been is of wie zich niet comfortabel voelt in een grote zaal). Ze vermoedt dan ook dat het aanbieden van hybride voorstellingen steeds belangrijker zal worden, misschien zelfs met het oog op het verkrijgen van subsidies.
Maar daarin schuilt volgens haar ook een gevaar. Het risico bestaat namelijk dat deze verschuiving naar het digitale niet altijd vanuit de nood van de kunst zelf komt, maar soms eerder ingebed zit in een economisch denken (bv. met het oog op het vergroten van output). En dat heeft natuurlijk belangrijke gevolgen, want een digitale verschuiving heeft wel degelijk een enorme impact op kunst. Denk maar aan repertoirekeuze: een grote groep performers is bijvoorbeeld moeilijker in beeld te brengen voor een livestream omdat er simpelweg meer camera’s voor nodig zijn. Zullen artiesten met het oog op het aanbieden van een digitaal programma dan voor kleinere groepen op het podium kiezen? Daarnaast bestaat het risico dat kunstenaars met meer middelen ook meer technologische eisen zullen kunnen verwezenlijken, en zo meer kansen zullen krijgen.
Een nieuwe, actuele invalshoek “dankzij” de pandemie
Het onderzoeksproject ‘Fitting inside COVID-19’ is stevig verankerd in de actualiteit. En dat is geen toeval: Marlies vindt het erg belangrijk om zich als filosofe te buigen over wat er vandaag speelt. Die actuele blik bracht haar vorig jaar al snel bij de pandemie… Maar hoewel de coronacrisis de directe aanleiding was voor dit project, benadrukt Marlies dat de onderzoeksvragen die zij nu bestudeert al langer stof tot nadenken zijn voor cultuurfilosofen – denk maar aan het werk van Walter Benjamin (1892-1940) rond de technologische reproductie van kunst en het effect daarvan op de esthetische ervaring. Wél bood de pandemie een nieuwe, eigentijdse invalshoek om die vragen te benaderen. De coronacrisis heeft problematieken als de digitalisering van kunst niet alleen uitvergroot, maar ook extra actueel en urgent gemaakt!