De coronacrisis heeft het heel wat academici moeilijk gemaakt. Zo liepen aan onze faculteit experimenten vertraging op, moest veldwerk worden uitgesteld en werd het vinden van proefpersonen een hele uitdaging. Maar ook aan deze regenwolk zit een zilveren randje: enkele nieuwe FLW-collega’s konden net aan de slag door (of “dankzij”) de coronacrisis. In deze blogreeks stellen we hen voor en lichten we hun onderzoek toe.
Contacttracing: Op de grens tussen info- en zorggesprek
Toen Anne-Sophie Bafort vorig jaar haar masterproef in de taalkunde aan de UGent schreef, gooide de coronacrisis heel wat roet in het eten. Haar geplande schoolbezoeken werden afgelast en Anne-Sophie moest creatief zijn om haar dataverzameling rond te krijgen. Toen kon ze zich niet inbeelden dat ze enkele maanden later “dankzij” diezelfde pandemie in de onderzoekswereld zou belanden!
Sinds november is Anne-Sophie wetenschappelijk medewerker aan onze faculteit (departement Taalkunde), onder begeleiding van professor Mieke Vandenbroucke. Ze werd aangenomen op een FWO-project voortvloeiend uit een ‘special call’ voor COVID-19-onderzoek. Binnen dit project slaan verschillende collega’s van UAntwerpen en UGent (geleid door professor Mieke Vandenbroucke en professor Stef Slembrouck) gedurende één jaar de handen in elkaar om contacttracing-gesprekken te bestuderen, een heel nieuw genre van interacties. De telefoongesprekken die contacttracers tijdens deze pandemie voeren, worden vaak ten onrechte aanzien als louter informatiegesprekken (met als doel het verzamelen van contacten en het meedelen van informatie). Maar voor het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid is het cruciaal dat ze ook echt zorggesprekken zijn en dat de mensen die worden opgebeld zich gehoord voelen. Het doel van het project waaraan Anne-Sophie meewerkt, is onder andere om deze balans tussen zorg- en infogesprek te optimaliseren.
In de eerste fase van het project werd een groot corpus van contacttracing-gesprekken geanalyseerd: onder meer de dynamiek van de verschillende spreekbeurten en de verstandhouding tussen de gesprekspartners werden onder de loep genomen. Op basis van de resultaten van deze analyse, hielp Anne-Sophie een training voor contacttracers te ontwikkelen. Binnen de training komen verschillen actiepunten aan bod, zoals het gebruik van humor, het kaderen van vragen en het afronden van een gesprek.
Het doel van de opleiding is dat contacttracers – die doorgaans geen achtergrond in communicatie of medische/psychologische zorg hebben – zich meer bewust worden van wat hun taalgebruik en interactiestijl teweegbrengt. Een aangescherpt “meta-pragmatisch bewustzijn” kan immers helpen om van contacttracing-telefoontjes nog meer zorggesprekken te maken. Het effect van de training op de deelnemende contacttracers wordt momenteel onderzocht.
Dankzij dit covidgerelateerde project, dat over enkele maanden afloopt, heeft Anne-Sophie de smaak van het onderzoek helemaal te pakken. Ze diende samen met haar promotor professor Mieke Vandenbroucke een eigen FWO-aanvraag in rond meertaligheid en taalbeleid in internationale scholen. Binnenkort verdedigt ze die aanvraag voor de FWO-jury.
4 reacties
Reacties zijn gesloten.