Tijdschrift Grondrechten en armoede maakt de link tussen armoede en recht

Auteur: Michiel Commère, lid van het wetenschappelijk comité van het Tijdschrift Grondrechten en armoede en jurist bij het Steunpunt tot bestrijding van armoede.

Jullie zijn onlangs een nieuw tijdschrift gestart, Revue Droits Fondamentaux et Pauvreté/ Tijdschrift Grondrechten en armoede. Welke thema’s komen daarin zoal aan bod?

Het tijdschrift is wetenschappelijk juridisch van aard en spitst zich toe op de uitoefening van rechten in armoedesituaties. Dat is zeer ruim natuurlijk, aangezien een brede waaier aan rechten en thema’s verband houdt met armoede.  

In het bijzonder gaat het over de (niet-) effectiviteit van de rechten van mensen in armoede, de implementatie daarvan, en de bescherming en ontwikkeling van deze rechten op verschillende gebieden.  Het betreft bijvoorbeeld sociale zekerheid, sociale bijstand, rechtshulp, gezinsbijstand, gezondheidszorg, huisvestingsbeleid, migratiebeleid, cultuur, strijd tegen armoede op nationaal en internationaal niveau, …

Deze brede invalshoek toont zich in de verschillende artikels die tot nu toe gepubliceerd werden.  In de eerste twee edities van het tijdschrift verschenen bijdragen over o.a. het bestraffen van kraken, het recht op tegemoetkomingen voor mensen met een handicap, het recht om te bedelen, de plaatsing van kinderen in armoede, …

Tot wie richten jullie zich? Kan ook een niet-juridisch geschoold publiek de bijdragen lezen?

We willen dat het tijdschrift toegankelijk is voor een zo breed mogelijk publiek. In de eerste plaats willen we dit realiseren via een gemakkelijke en onbeperkte toegang. Het tijdschrift is immers gratis beschikbaar op de website. Alle artikels zijn open access. Maar om een breed publiek aan te spreken, is dat uiteraard niet voldoende. Daarom zetten we in de tweede plaats ook in op de leesbaarheid van de artikels. Voor niet-juristen kan het vakjargon ondoordringbaar lijken. Dat is vaak een terechte bevinding. Wij zijn er van overtuigd dat het mogelijk is om een tekst te schrijven die helder is voor zowel juristen als niet-juristen, zonder in te boeten aan correctheid. Het komt een beetje neer op wat Einstein zei over de wetenschap: “maak alles zo eenvoudig mogelijk, maar niet eenvoudiger.”  

Met onze publicaties hopen we de interesse te wekken van de instellingen die officieel verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van mensen die in armoede leven. Het gaat dan bijvoorbeeld over de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de vele publieke en private organisaties die campagne voeren en strijden om armoede uit te roeien. We richten ons ook tot de mensen die zelf met armoede geconfronteerd worden.

Het tijdschrift is bovendien complementair met het werk dat het interfederaal Steunpunt tot bestrijding van armoede reeds jaren verricht (en waar ik als medewerker aan verbonden ben). In het project Rechtspraak van het Steunpunt worden beslissingen – met een interessante link met armoede – gezocht, geselecteerd, samengevat en gepubliceerd. Daarnaast bracht het Steunpunt ook twee thematische cahiers met analyse van rechtspraak uit: een eerste rond het referentieadres voor daklozen, een tweede rond het behoud van de band tussen ouders en geplaatste kinderen. Ook hier is de toegankelijkheid en helderheid van een tekst zeer belangrijk. Het tijdschrift is daarom een zeer welgekomen, complementair initiatief, met uitwisseling rond interessante rechtspraak en samenwerking rond de link tussen grondrechten en armoede. Dit alles op een zo toegankelijk mogelijke manier.

De eerste bijdragen zijn voornamelijk Franstalig. Leven deze thema’s meer aan de andere kant van de taalgrens? Worden er ook Nederlandstalige bijdragen verwacht?

Het tijdschrift is tweetalig. We publiceren samenvattingen van rechtspraak steeds in beide talen. Bovendien trachten we een  evenwicht te vinden tussen Nederlandstalige en Franstalige bijdragen. Dit evenwicht lijken we voorlopig te vinden. De eerste en tweede editie hebben ongeveer evenveel bijdragen in het Frans als in het Nederlands. Wat we in de komende nummers nog wensen te voorzien, is dat van teksten die in één taal zijn opgesteld ook een samenvatting beschikbaar is in de andere taal.

Waarom werd dit tijdschrift opgericht? Is er onvoldoende aandacht voor de grondrechten in de academische literatuur of in de praktijk?

Het tijdschrift Grondrechten en Armoede is ontstaan uit het colloquium “Le droit face aux pauvres – Recht tegenover armen”. Dit vond plaats op 20 december 2019 in het Grondwettelijk Hof van België en werd georganiseerd ter gelegenheid van de opruststelling van rechter Jean-Paul Snappe. Toen ontstond het idee om een juridisch tijdschrift te lanceren dat volledig gewijd is aan het verband tussen armoede en het eerbiedigen van de grondrechten. Zo’n tijdschrift is in het Belgische juridische landschap best uniek.

Wat zowel het tijdschrift als het project Rechtspraak willen duidelijk maken, is dat recht een middel kan zijn tegen armoede. Dat het een wapen kan zijn tegen onzekerheid en sociale uitsluiting. Het doel is om de perceptie van armoede en het discours waarmee het in onze samenleving wordt beschreven, te veranderen. Maar al te vaak wordt armoede toegeschreven aan de armen zelf. Ze worden ervan beschuldigd niet “aangepast” te zijn aan de arbeidswereld, niet in staat te zijn geweest “kansen” te grijpen, de verkeerde keuzes te hebben gemaakt of verstrikt te zijn geraakt in familieconflicten.

Het is van belang om telkens weer te wijzen op de structurele oorzaken voor armoede. Het is de prijs die we betalen omdat we er niet in slagen een echte inclusieve samenleving op te bouwen en de omstandigheden te creëren opdat elke persoon zich kan ontplooien. De wet kan zeker helpen om sociale inclusie te bevorderen. In dit tijdschrift en het project Rechtspraak zoeken we uit waar dit kan.

Hoe komen advocaten, juristen en rechters vandaag op voor de grondrechten? Hoeveel speelruimte hebben zij? Kunnen ze een verschil maken in de strijd tegen armoede en uitsluiting?

Er beweegt wel wat in de juridische wereld om de problematiek van armoede kenbaar te maken en om die te benaderen vanuit een grondrechtenperspectief. Een specifiek voorbeeld is de jaarlijkse reflectiedag “de kijk van magistraten op armoede”, georganiseerd door het Steunpunt tot bestrijding van armoede en het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding (IGO). De deelnemers bestaan grotendeels uit tweedejaars gerechtelijke stagiairs. Maar er zijn ook steeds magistraten, advocaten en vertegenwoordigers van terreinorganisaties aanwezig. Discussies over de speelruimte die juristen hebben in de strijd tegen armoede en hoe zij daarin een verschil kunnen maken, komen onder hen steeds terug.

De constante in die discussies is dat het recht geen exacte wetenschap is. Dat zou ook niet wenselijk zijn. Het recht biedt een kader om problemen op te lossen. Binnen dat kader heeft men een bepaalde vrijheid om oplossingsgericht te werken, de rechtzoekende zo veel als mogelijk te betrekken, helder te communiceren en om met empathie naar een situatie te kijken. Juristen, advocaten en magistraten die het recht zo benaderen, kunnen zeker een verschil maken.

Afbeelding van jessica45 via Pixabay