Samenwerking tussen Vlaamse maatwerkbedrijven en reguliere bedrijven als meerwaarde voor de economie

Auteurs: Annelies Demeyere (POM West-Vlaanderen) en Tanja Termote (Data & Analyse Oost-Vlaanderen)

Op dinsdag 31 mei 2022 was er in het Vlaams Parlement een studiedag over de verankering van de sociale economie in de reguliere economie. Deze werd georganiseerd door de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP), de vijf Vlaamse provincies en POM West-Vlaanderen.

Onder meer de resultaten van de studie naar de samenwerking tussen de maatwerkbedrijven (de voormalige beschutte en sociale werkplaatsen) en de reguliere bedrijven werden er voorgesteld.

West-Vlaams pionierswerk

In 2016 was er al een eerste West-Vlaamse studie. Toen werd onderzocht hoeveel West-Vlaamse reguliere bedrijven een relatie hadden als klant of leverancier met één of meerdere West-Vlaamse maatwerkbedrijven. Eind 2020 kwam er een update van deze studie en werd het onderzoek ook uitgebreid. Daarbij werd gekeken naar alle klanten en leveranciers van maatwerkbedrijven, ook die buiten West-Vlaanderen. Een jaar later sprongen ook de andere provincies op de kar en werd dit onderzoek uitgerold over heel Vlaanderen.

In Vlaanderen zijn er 120 maatwerkbedrijven (zie figuur 1). In totaal werkten 87 van deze 120 maatwerkbedrijven mee aan het onderzoek. De responsgraad klimt op van 57,9% in Vlaams-Brabant tot 100% in West-Vlaanderen. De 87 deelnemende maatwerkbedrijven vertegenwoordigen 74,3% van de totale toegevoegde waarde en 74,1% van de totale tewerkstelling van de 120 maatwerkbedrijven samen.  

Figuur 1: Spreiding van de 120 maatwerkbedrijven in Vlaanderen

Spreiding op basis van de maatschappelijke zetel
Bron data tewerkstelling: Belfirst
Verwerking: Data & Analyse Oost-Vlaanderen

Economisch belang

Dat maatwerkbedrijven zinvol zijn voor de economie blijkt uit het interprovinciaal onderzoek. In Vlaanderen bedraagt de netto toegevoegde waarde van de maatwerkbedrijven 844 miljoen euro (cijfer inclusief ‘lidgeld, schenkingen en subsidies’). De 87 deelnemende maatwerkbedrijven realiseerden in 2019 in totaal 429,3 miljoen euro omzet. Naar schatting 16,5% van de totale omzet wordt gerealiseerd bij particuliere klanten en 83,5% bij bedrijven en organisaties B2B (business-to-business) en B2G (business-to-government) in binnen- en buitenland.

Een belangrijke werkgever

In Vlaanderen zijn er zo’n 27.000 werknemers aan de slag in maatwerkbedrijven. De medewerkers, mensen met een arbeidshandicap, mensen met een psychosociale problematiek, uiterst kwetsbare personen, … worden er professioneel begeleid, in een aangepaste omgeving, op maat.

Maatwerkbedrijven zijn zeer divers, zowel naar activiteiten, als naar doelgroepwerknemers. In het kleinste maatwerkbedrijf zijn minder dan 20 werknemers tewerkgesteld, in het grootste maatwerkbedrijf meer dan 1.900.

De maatwerkbedrijven hebben niet alleen economisch belang. Ze hebben ook een functie in het bereiken van de werkzaamheidsgraad van 80 procent tegen 2030, door hun tewerkstelling voor personen die (nog) niet in het reguliere arbeidscircuit terecht kunnen.

Bovendien bieden ze een alternatief voor de krapte op de arbeidsmarkt door hun samenwerking met diverse sectoren in de Vlaamse economie met een structureel tekort aan arbeidskrachten, zoals de zorgsector en de bouw. In deze sectoren werken reeds 361 respectievelijk 1.151 bedrijven samen met één of meerdere maatwerkbedrijven.

Sterk lokaal verankerd

De 87 maatwerkbedrijven die aan het onderzoek deelnamen, werken samen met ongeveer 20.000 unieke Belgische ondernemingen en hebben ruim 10.800 unieke binnenlandse klanten (zie figuur 2). 92,1% van de binnenlandse klanten heeft zijn maatschappelijke zetel in Vlaanderen.

Het grootste aandeel van de klanten komt uit de eigen provincie. Voor de maatwerkbedrijven uit provincie Antwerpen gaat dat over 81,7%. De Oost-Vlaamse maatwerkbedrijven hebben het kleinste aandeel Vlaamse klanten in de eigen provincie (namelijk 70%).

Figuur 2: Spreiding van de binnenlandse klanten van de 87 deelnemende maatwerkbedrijven

Maatwerkbedrijven werken ook met enclaves. Dat zijn afdelingen in reguliere bedrijven waar maatwerkers onder begeleiding en toezicht van de werkplaats voor de klant, op diens werkvloer, aan het werk zijn. Dit is de meest doorgedreven vorm van samenwerking tussen maatwerkbedrijven en reguliere bedrijven. In Vlaanderen zijn er minstens 355 unieke enclave-klanten. 9 op de 10 enclave-klanten bevinden zich in dezelfde provincie als die van het maatwerkbedrijf.

Ook bij de enclave-klanten is er dus een heel sterke lokale verankering. Die is van belang om economische activiteiten hier te (kunnen) houden en om deze mogelijk ook terug te kunnen brengen. De samenwerking tussen radiator producent Jaga en Bewel is daar een voorbeeld van. Beide bedrijven hebben hun hoofdzetel in Diepenbeek.

Een belangrijke business partner

Maatwerkbedrijven hebben een samenwerking met minstens 4,5% van alle Vlaamse ondernemingen met een jaarrekening. In de industrie heeft 14,7% van de ondernemingen in Vlaanderen een rechtstreekse link met één of meerdere Vlaamse maatwerkbedrijven (als klant, leverancier en/of enclave-klant).

Maatwerkbedrijven werken samen met heel diverse en innovatieve sectoren in de Vlaamse economie (zie figuur 3). In een aantal specifieke sectoren is deze samenwerking heel groot. 1 op 5 van de Vlaamse ondernemingen die behoren tot de biogebaseerde economie (of 574 ondernemingen in deze sector) werkt samen met één of meerdere maatwerkbedrijven. Een andere sector waarin 1 op 5 van de Vlaamse ondernemingen samenwerkt met de Vlaamse maatwerkbedrijven, is de sector van machinebouw en mechatronica.

Figuur 3: Aantal ondernemingen dat met de Vlaamse maatwerkbedrijven samenwerkt (in % van het aantal ondernemingen in de sector)

Kijken we specifiek naar de enclaves, dan stellen we vast dat 44,6% van de omzet uit enclavewerking gerealiseerd wordt in de maakeconomie. De voedingssector is een belangrijke subsector (12,8% van de omzet uit enclavewerking). Verder wordt 32,7% van de omzet uit enclavewerking gerealiseerd in de logistiek en 11,3% bij bedrijven in de biogebaseerde economie.

Meer samenwerking via doeners.be

In sommige sectoren is de samenwerking nog eerder beperkt (zie figuur 3). Deze heeft wel een enorm potentieel omdat het bij uitstek sectoren zijn met een structureel tekort aan arbeidskrachten. In de zorgeconomie werkt nog maar 4,7% van alle Vlaamse ondernemingen samen met één of meerdere maatwerkbedrijven. In de bouwsector is dit aandeel nog wat lager, namelijk 3,1%.

Op basis van de bestaande best practices en initiatieven zoals het platform doeners.be, waar bedrijven en overheden een businesspartner kunnen vinden bij een bedrijf uit de sociale economie, kan deze samenwerking verder gestimuleerd worden.

Meer weten?

Lees het volledige ‘Onderzoek naar de samenwerking tussen de Vlaamse maatwerkbedrijven en de reguliere bedrijven als meerwaarde voor de economie’.

Afbeelding van Quân Lê Quốc via Pixabay