Werk aan de winkel voor gezonde luchtkwaliteit voor alle Brusselaars

Auteur: Sanne de Rooij

De resultaten van CurieuzenAir – het grootste burgeronderzoek naar luchtkwaliteit in Brussel – zijn al sinds maart bekend, maar in de Brusselse wandelgangen zinderen ze nog luid en duidelijk na. Dat bleek eind mei op het ‘En nu?’ debat in de KVS in Brussel, waar de resultaten van het onderzoek de basis vormden voor een vurig gesprek tussen politici, deelnemende burgerwetenschappers en verschillende luchtkwaliteitsorganisaties.

Weten wat de kwaliteit is van de lucht die je dagelijks inademt, doet wat met een mens. Dat weten we uit eerdere CurieuzeNeuzen-onderzoeken. De resultaten van CurieuzeNeuzen Vlaanderen (in 2018 met 20.000 deelnemers) en CurieuzeNeuzen Antwerpen (in 2016 met 3.000 deelnemers) worden nog frequent gebruikt door politici, buurtbewoners en actiegroepen, bijvoorbeeld om hun eis voor de herinrichting van hun straat kracht bij te zetten.

De gemiddelde ‘CurieuzenAir’ is bewust met luchtkwaliteit bezig. Dat blijkt uit het sociologisch onderzoek dat samen met het team van Dirk Jacobs, professor sociologie aan de ULB, werd opgezet. De deelnemers zijn gemiddeld hoogopgeleid, welgesteld en politiek groen-gezind.

Vergelijken we die bezorgdheid met de brede Brusselaar, dan zien we dat dit in contrast staat met de inwoners die in kansarme buurten wonen, of zij die zelf kansarm of lager opgeleid zijn. Bij hen staat luchtkwaliteit een stuk lager op de prioriteitenlijst. Dat terwijl zij degene zijn die het vaakst geconfronteerd worden met slechte luchtkwaliteit, zo blijkt uit het onderzoek.

Het onderzoek en de resultaten

In juni 2021 stelden bijna 6.000 Brusselaars zich kandidaat om in hun straat de luchtkwaliteit te meten. Een algoritme selecteerde hieruit 3.000 deelnemers. Zij hingen in oktober 2021 een maand lang een meetopstelling aan hun raam: een makelaarsbord met twee buisjes die stikstofdioxide (NO2) in de buitenlucht opmeten. NO2 is een indicator van vervuiling door verkeer en heeft bij hoge concentraties een negatief effect op onze gezondheid.

De uitkomst van CurieuzenAir in maart 2022 verbaasde vriend en vijand. De luchtkwaliteit in Brussel is er de laatste jaren sterk op vooruitgegaan. Op 1,4% van de CurieuzenAir meetlocaties werd de grenswaarde opgelegd door Europa overschreden. Wanneer we dit in historisch perspectief plaatsen, is dit erg laag. Zo bedroeg het overschrijdingsniveau nog 50% in 2010 en 10% in 2019 (figuur 1).

Figuur 1. Luchtkwaliteit regio Brussel Hoofdstad, evolutie 2010-2020

Nog meer maakten de resultaten van het sociologisch onderzoek een pijnlijke realiteit duidelijk. De gezonde lucht in Brussel is niet evenredig verdeeld. De gemeten NO2-concentraties op alle CurieuzenAir-locaties werden gekoppeld aan statistische informatie over inkomens in de verschillende Brusselse wijken. In de wijken gekenmerkt door een hogere bevolkingsdichtheid en een lager inkomen, lopen de gemeten NO2-concentraties vaak hoger op (figuur 2).

Tegen de verwachtingen in betekent dit ook dat de luchtkwaliteit slechter is in de wijken waar het autobezit lager is. Dit omdat inwoners door het beperkte inkomen zich vaak geen of minder wagens kunnen veroorloven. Dit creëert een belangrijke paradox. De bewoners worden blootgesteld aan slechtere luchtkwaliteit in hun buurt, maar dragen zelf minder bij aan de luchtvervuiling.

Figuur 2. Link tussen luchtkwaliteit en socio-economische factoren, regio Brussel Hoofdstad

En nu?

De stippenkaart (figuur 3) laat zien waar de focus voor beleidsmakers zou moeten liggen: het centrum en de 19de-eeuwse gordel. De drie gemeenten met de slechtste scores -Sint-Joost-ten-Node, Sint-Jans-Molenbeek en Koekelberg- liggen in het stadscentrum en vlakbij de donkerrode stippen op de Kleine Ring. In deze armste gemeenten van Brussel liggen de gemiddelde NO2-concentraties dubbel zo hoog als in de rijkste. Toch is juist daar de weerstand om autoverkeer in te perken het grootst. Er is minder kennis over de problematiek rondom luchtkwaliteit. En vanuit gemeenteperspectief krijgen financiële overwegingen voor handelaars met regelmaat de bovenhand. De prioriteiten liggen, begrijpelijk, vaak elders.

Figuur 3. NO2-concentratie op de verschillende meetlocaties in regio Brussel Hoofdstad

Tijdens het ‘En nu’ debat van eind mei kwam een van de deelnemers met een interessante denkpiste. Moet kennis over leefbaarheid en luchtkwaliteit niet al vroeg in het curriculum van leerlingen worden opgenomen? Deze terechte opmerking sluit nauw aan bij de werkwijze van alle CurieuzeNeuzen-projecten: zaken concretiseren, mensen wapenen met de nodige tools en kennis om zelf aan de slag te gaan. De data van het project geven Brusselse burgerbewegingen als Filter Café Filtré, BRAL en Chercheurs d’ Air de munitie om luchtkwaliteit bij de beleidsmakers aan te kaarten.

Weten wat de luchtkwaliteit is op de plaats waar je woont, werkt, of naar school gaat, zorgt voor meer betrokkenheid bij het thema. Daarin ligt mogelijk ook één van de bouwstenen voor een oplossing – langzaamaan, bottom-up mensen meenemen in het denkproces.

Met een beetje geluk ijveren straks verschillende actiecomités en buurtverenigingen in heel Brussel voor hun eigen, autovrije straat.