Energieverbruik aan de universiteit: hoe pakken we het aan?

De energieprijzen swingen de pan uit en onze universiteit ontsnapt hier uiteraard niet aan. Een paar cijfers ter illustratie: Campus Drie Eiken, de Stadscampus en Campus Groenenborger verbruiken samen voor gas en elektriciteit meer dan 40 gigawatt uur op jaarbasis. Daar kan je twee kleine dorpen of 2400 huishoudens van energie mee voorzien. Dat heeft uiteraard een enorme impact op ons milieu. Hoe gaan we dat ook allemaal blijven betalen, en vooral: hoe krijgen we dat verbruik naar beneden? 

Energieboekhouding 

“Het is belangrijk om eerst en vooral te kijken op welke plaatsen er veel wordt verbruikt”, meent Carla Uwents van de Milieudienst. “Een tiental jaar geleden hadden we maar één meter voor gas, elektriciteit en water per campus en was het onmogelijk om het verbruik uit te splitsen per faculteit, dienst, groep of afdeling. Nu kunnen we dat al veel beter. Op dit moment kunnen we op gebouwniveau meten en zien we dat het energieverbruik in onderzoekslabo’s door onder meer de noodzakelijke ventilatie heel hoog is, maar heel verrassend is dat natuurlijk niet. Energieverbruikende toestellen en infrastructuur zijn eigen aan dit soort onderzoek en vaak nodig vanuit veiligheidsstandpunt. Dat neemt niet weg dat we hier ook moeten kijken naar efficiëntie.” 

Voor het vastgoed van de universiteit zetten we in op vier domeinen: ruimte, bouwfysische optimalisatie (met een performante gebouwschil), waterbeheer & natuurinclusief bouwen, én last but not least: energietransitie.

Seda Malef, adjunct-departementshoofd Infrastructuur

“Momenteel zijn we inderdaad in staat een gedetailleerde energieboekhouding bij te houden, zodat we weten wat elk gebouw verbruikt”, aldus Seda Malef, adjunct-departementshoofd Infrastructuur. “Het is de bedoeling om dit systeem nog verder te verfijnen, zodat we hiermee ook het ruimtegebruik beter kunnen organiseren. Op die manier kunnen faculteiten een beter beeld krijgen van hun energievoetafdruk. Dat maakt het makkelijker om mensen te sensibiliseren en zo kunnen we samen naar oplossingen zoeken.” 

Duurzamer patrimonium 

“Niet alleen houden we nu een gedetailleerde energieboekhouding bij, we zijn ook op grote schaal met een verduurzaming bezig aan onze universiteit”, gaat Seda verder. “Door de klimaatveranderingen en de stijgende energieprijzen zijn we genoodzaakt om tot acties over te gaan. Klimaatrobuust en -adaptief bouwen wordt noodzakelijk als we in 2050 volledig klimaatneutraal en fossielvrij willen zijn. Die ambitieuze, maar noodzakelijke doelstellingen staan centraal in de klimaatstrategie van de universiteit.”

“Concreet zetten we voor het vastgoed van de universiteit op vier domeinen in: ruimte, bouwfysische optimalisatie (met een performante gebouwschil), waterbeheer & natuurinclusief bouwen én last but not least: energietransitie. We willen volledig overgaan van fossiele brandstoffen naar een energiesysteem gebaseerd op duurzame en CO22 -neutrale energiebronnen zoals zon, wind en water. Voor zo’n energietransitie zijn er verschillende mogelijkheden, zoals de aanleg van (rest)warmtenetten,  BEO-velden of de plaatsing van zonnepanelen.”  

Warmtenetten 

Een restwarmtenet is een energieconcept om restwarmte, bijvoorbeeld van een fabriek of een verbrandingsoven, te gebruiken om gebouwen te verwarmen. Erg milieuvriendelijk en CO2-neutraal. “Onze universiteit heeft hiervoor al een aantal samenwerkingen opgestart”, weet Seda, “Zo loopt er een samenwerking met de stad Antwerpen voor een mogelijke aansluiting op het restwarmtenet dat via de Antwerpse haven de Stadscampus van energie kan voorzien. Ook mogelijkheden voor de buitencampussen zijn al in bespreking met de ISVAG-verbrandingsoven. In september is er trouwens een Leerstoel Warmtenetten opgericht, in samenwerking met de stad Antwerpen en Fluvius, onder de auspiciën van professor Ivan Verhaert.” 

BEO-velden 

Een andere manier om de universiteitsgebouwen duurzaam te verwarmen, is door middel van BEO-velden. BEO staat voor Boorgat Energie Opslag. Het BEO-veld zorgt voor verwarming in de winter en verkoeling in de zomer. “Via een gesloten circuit van fijne buizen gevuld met water dat door de ondergrond loopt, wordt in de zomer het water koeler door de temperatuur van de ondergrond”, aldus Seda. “Dat gekoelde water zorgt voor de koeling van het gebouw, wat voor de gebouwen van de universiteit met hun uitgebreide labo-infrastructuur een vereiste is. In de winter wordt het water in de buizen door de ondergrond opgewarmd en met een warmtepomp op een hogere temperatuur gebracht voor ruimteverwarming. Een win-win voor de energiefactuur én het klimaat. Gebouwen O en M op Campus Drie Eiken, en Gebouw Z op Campus Groenenborger worden al verwarmd met zo’n BEO-veld.” 

Performantere gebouwschil 

Naast die energietransitie is de universiteit ook stevig bezig om de ‘gebouwschil’ van de verschillende campussen performanter te maken: “Dat betekent concreet dat we veel aandacht besteden aan de dak- en de gevelisolatie en aan het buitenschrijnwerk, en dat we koudebruggen vermijden”, vertelt Seda. “Een groot deel van ons patrimonium dateert van de jaren 1970, dus daar is nog wel wat werk aan de winkel. Het aanpakken van die oude gebouwen kost helaas erg veel geld, dus daarom werden er in het verduurzamingsplan prioriteiten vastgelegd. Het is absoluut onze ambitie om in de toekomst zo klimaatrobuust mogelijk te bouwen. Gebouw V op Campus Groenenborger is daar een goed voorbeeld van. Daar is de verduurzaming van de gebouwschil concreet gestart. Daar willen we in de toekomst heel erg op inzetten.” 

Tous ensemble  

De aanpak en verduurzaming van het hele patrimonium stonden al langer op de agenda van de universiteit, maar met de stijgende energieprijzen wordt het plots wel heel dringend om de energiefactuur nu meteen naar beneden te krijgen. “Daar moeten we allemaal mee voor zorgen, hier geldt meer dan ooit: alle kleintjes maken een groot”, geeft Carla nog mee. “Daarom werden op het bestuurscollege enkele kortetermijnenergiemaatregelen vastgelegd om snel resultaten te boeken: meer aandacht voor efficiënte(re) timing van lokaalverwarming en verlichting, enkel de meest energiezuinige toestellen aankopen… Dat soort goede huisvadertechnieken dus, waarbij een motivatie noodzakelijk is voor een uitzondering.”  

Momenteel zijn we in staat een gedetailleerde energieboekhouding bij te houden zodat we weten wat elk gebouw verbruikt. Het is de bedoeling om dat systeem nog verder te verfijnen zodat we hiermee ook het ruimtegebruik beter kunnen organiseren.

Seda Malef, adjunct-departementshoofd Infrastructuur

Het advies van de federale regering om overal waar mogelijk de temperatuur aan te passen tot 19°C werd ook op het bestuurscollege bekrachtigd. “Net als voor andere werkgevers beschikken wij over heel diverse gebouwen. Deze afstelling zal daarom even tijd nodig hebben om dit fijnmazig te kunnen doen”, vertelt Carla. “Het overzicht van de standaarduren en –temperaturen die vastgelegd zijn, en de aanvraag voor uitzonderingen vind je terug op de Pintrapagina van de Milieudienst.

6000 collega’s en 22 000 studenten merken samen trouwens veel meer op dan enkel de bevoegde diensten. Het zou fijn zijn dat duurzaamheidsitems zoals energie een vast agendapunt worden op teammeetings, en dat de constructieve ideeën dan doorstromen naar de Milieudienst of Technische Dienst. Zie je dus zelf een lek of heb je een goede suggestie hoe een situatie structureel kan verbeteren, geef het dan zeker door via de Meldknop Infrastructuur die je op Pintra vindt. Maar vooral: neem zelf actie en doe dat raam dicht of het licht uit als je de laatste bent.” 

Green Impact 

“Ik zet heel graag het Green Impact-initiatief nog even in de kijker”, aldus Carla. “Green Impact is een wereldwijd initiatief van Students Organising for Sustainability International (SOS International). Bedoeling is mensen te stimuleren om binnen hun eigen organisatie mee te werken aan meer duurzaamheid. In 2020 deed onze universiteit voor het eerst mee. Als personeelslid kan je een groepje vormen met je collega’s. Studenten kunnen zich verenigen met gelijkgestemde medestudenten. Via een online toolkit kan je een keuze maken uit een groot aantal haalbare acties. Greenoffice herwerkte het bestaande aanbod tot een eigen versie die aansluit op onze klimaatstrategie.”

“De acties variëren van eenvoudige zaken als het gebruik van een waterfles of een week afvalvrij leven, tot bredere initiatieven als fruit van de bioboer op kantoor laten leveren of voor vegetarische catering op studiedagen zorgen. Voor elke voltooide actie verdient je team punten, aan het eind goed voor een gouden, zilveren of bronzen medaille.” 

Green Guides 

De Milieudienst van de universiteit werkte bovendien ook twee Green Guides uit, eentje voor de labo’s, en eentje voor kantoren met tal van tips & tricks om op een eenvoudige manier energie te besparen. We zetten een aantal tips op een rijtje onder het motto ‘een kleine herhaling kan geen kwaad’. Wie zelf nog aanvullingen of bedenkingen heeft, kan die via Green Impact of via de milieudienst@uantwerpen.be doorgeven voor een volgende editie. 

Tips voor kantoren

  1. Denk aan de energiekosten bij de aankoop van nieuwe apparatuur. Kies toestellen met een performant energielabel. Maak gebruik van de raamovereenkomsten van onze universiteit, daarin zijn al ecologische selectiecriteria opgenomen. 
  2. Overweeg of de aankoop van een (nieuw) product nodig is. Kan het worden gerepareerd? 
  3. Gebruik de centrale printers en kopieerapparaten
  4. Zet apparatuur uit als je ze niet gebruikt. Schakel energiebeheerinstellingen in op computers en zet ze in de slaapstand na 20 minuten inactiviteit.   
  5. Schakel lichten, computers en andere apparaten uit wanneer de laatste persoon het gebouw verlaat.  
  6. Sluit het raam na 5 minuten ventilatie, en altijd wanneer je de ruimte verlaat. Als je gebouw is uitgerust met een HVAC-installatie, is het belangrijk om de ramen gesloten te houden om het comfort in je ruimte te garanderen.  
  7. Gebruik een waterkoker om thee te zetten. Die verbruikt minder energie dan de magnetron. En verwarm alleen de hoeveelheid water die je nodig hebt. 
  8. Controleer de koelkasten en diepvriezer in de kantooromgeving en verwijder onnodige materialen. Zorg ervoor dat elke koelkast en diepvriezer regelmatig wordt ontdooid.  
  9. Het is verboden om eigen kleine apparaten van thuis mee te nemen (bijv. koffiezetapparaten). Ze voldoen niet aan de veiligheidseisen van de Universiteit Antwerpen en zijn vaak niet energiezuinig. 
  10. Meld roestende of bubbelende radiatoren. 

Tips voor labo’s

  1. Denk aan de energiekosten bij het schrijven van een onderzoeksvoorstel.  
  2. Schakel apparatuur uit als die niet wordt gebruikt. Activeer energiebeheerinstellingen op computers en zet ze in slaapstand na 20 minuten van inactiviteit. 
  3. Sluit het schuifraam van afzuigkappen. Laboratoriumventilatiesystemen kunnen bijna de helft van alle energie die in een laboratorium wordt gebruikt voor hun rekening nemen. Eén enkele zuurkast kan evenveel energie verbruiken als 3,5 huizen.  
  4. Schakel bioveiligheidskabinetten uit wanneer ze niet in gebruik zijn. 
  5. Een aanpassing van -80°C naar -70°C in een vriezer kan resulteren in een energiebesparing van 30-40% en het verlengt de levensduur. Controleer, ontdooi en reinig vriezers trouwens minstens 2x per jaar. 
  6. Kies de juiste maat incubator, steriliseerder, vriezer of oven om monsters te bewaren en te behandelen. Het gebruik van een te groot apparaat verbruikt aanzienlijk meer energie. Overweeg het delen van apparatuur en ruimte binnen het lab of tussen labs.  
  7. Wanneer het HVAC-systeem aan staat, werk met gesloten ramen om het comfort in je ruimte te verzekeren.  
  8. Het is verboden om eigen kleine toestellen van thuis mee te brengen (bv. koffiezetapparaten) die vaak niet energiezuinig zijn en niet voldoen aan de veiligheidseisen van de universiteit. 
  9. Single-pass koeling verspilt veel water en is verboden. Overweeg een recirculatielus door een koudwaterbad te laten lopen.  
  10. Gebruik steriliseerders efficiënt. Consolideer ladingen wanneer mogelijk en laat geen apparaten draaien om een enkele doos pipetpunten te steriliseren.