De pluim – Evelien Smits

In de rubriek ‘De pluim’ zet een medewerker telkens een collega in de bloemetjes. Deze keer geeft Vicky Verlinden (Instituut voor Ontwikkelingsbeleid) de pluim door aan Evelien Smits (Centrum voor Oncologisch Onderzoek CORE).

Wat een eer om de pluim te mogen doorgeven. Na rijp beraad – er zijn veel pluimwaardige collega’s – vliegt hij naar Campus Drie Eiken en komt hij bij jou terecht, Evelien.

In 2003 liep ik als kersverse doctoraatsstudente in de rechten ietwat zenuwachtig binnen bij een open repetitie van Amahoro, het solidariteitskoor van UAntwerpen. Ik was meteen onder de indruk van je vocale kwaliteiten. Daarenboven bleek je ook te doctoreren over iets wat toen nog verre toekomstmuziek leek: immunotherapie tegen kanker. Indrukwekkend… maar gelukkig bleek je ook bijzonder nuchter, fijnbesnaard en goedlachs. Je gelooft zoals ik oprecht in de kracht en meerwaarde van onafhankelijk onderzoek. Terwijl ik na mijn doctoraat voor een ATP-functie koos, denderde jouw onderzoekscarrière in sneltreinvaart voort: je verwierf al snel een ZAP-positie en leidt nu een onderzoeksgroep die nieuwe combinatiebehandelingen met immuuntherapie voor kankerbestrijding zoekt.

Daarbij heb je altijd oog gehad voor de rol en het welzijn van het team om je heen. Succesvol onderzoek is net als koorzang het resultaat van doorgedreven teamwerk, en dat besef jij zeer goed. Ik weet dat je bewust tijd investeert in opleidingen rond leidinggeven en soft skills (die trouwens vaak de hard skills zijn!) – niet vanzelfsprekend in een drukke ZAP-agenda. Hopelijk werkt dat inspirerend; laat ons dromen van een universiteit waarin samenwerking en feedback tussen campussen, disciplines, geledingen en diensten vanzelfsprekend is.

Alsof dat alles niet genoeg is, sta je met beide voeten in de wereld en zet je je ook met overtuiging in voor maatschappelijke dienstverlening. De Jonge Academie, jurylid van de PhD Cup, voorzitter van het Universiteitsfonds, fundraising, de pers te woord staan… Je neemt zo’n engagementen er niet zomaar bij, je ziet het als een wezenlijk deel van je opdracht. Dat bewonder ik.

Onze muzikale paden kruisen elkaar nog maar sporadisch, maar ik ben bijzonder verheugd dat we samen, elk op onze manier, blijven bouwen aan ‘onze’ universiteit.