De pluim – Michel Corthaut

In de rubriek ‘De pluim’ zet een medewerker telkens een collega in de bloemetjes. Deze keer geeft Werner Coppieters (Departement Productontwikkeling) de pluim door aan Michel Corthaut (Departement Interieurarchitectuur).

Dag Michel, je verdient de pluim en ik heb het voorrecht je die te mogen geven.

Interieurarchitectuur heeft zijn welverdiende plaats ingenomen in het UAntwerpen-landschap. Mede door jouw onopvallende sturende en stuwende bijdrage lijkt dat te zijn gebeurd met een ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid.

De weg van binnenhuisarchitectuur als onderdeel van dan weer NHIBS, dan weer Henry de Velde-instituut, HAIR of Artesis, al dan niet één entiteit vormend met architectuur, soms opleiding, soms departement binnen steeds wisselende faculteitssamenstellingen onder verschillende grote bazen, naar de opleiding interieurarchitectuur van vandaag liep niet altijd over spreekwoordelijke rozen. Dat de opleiding is wat ze nu is, heeft ze voor een behoorlijk deel aan jou te danken.

Eerst heb je je, een beetje in de luwte, verdiept in de wirwar van de academische, onderwijspedagogische krijtlijnen. Met die kennis werkte je samen met je collega’s een niet voor de hand liggend maar o zo realistisch perspectief voor de opleiding uit, en daar is met steeds toenemende eigen verantwoordelijkheid gestaag naar toegewerkt. Vanop de eerste rij heb ik mogen bewonderen hoe je samen met Stefan de inkantelingscommissie kon overtuigen met een sluitend toekomstplan, onderbouwd met allerhande documenten en schema’s, maar vooral met een door de uitstraling van het – door de hele opleiding gedragen – geloof in een toekomst binnen de universiteit.

Peentjes zwetend heeft de opleiding een ZER-dossier aan de in Antwerpen afgestapte Onderwijsvisitatie voorgelegd, waartegen die op haar beurt uiteindelijk maar weinig kon inbrengen. Ik meen te mogen beweren dat dit eigenlijk niet zo evident is als het lijkt. De eerste vernieuwde programmaevaluatie is met vlag en wimpel doorlopen. Dat je in de windstille periodes tussen evaluaties en stressmomenten in constant bleef verder schaven aan de opbouw en de identiteit van de opleiding, heeft daar zeker bij geholpen.

In de loop der jaren hebben we samen mogen zetelen in allerhande commissies, van CIKO tot commissies over aan te passen kerncompetenties, of vernieuwde programmaevaluaties. Nooit heb ik je kunnen betrappen op een onvertogen woord. Nooit heb ik je tafelspringend je grote gelijk weten verkondigen. Soms zag ik wel een opverende rechterwenkbrauw, omdat je het niet helemaal eens was met één of andere, soms met overdreven vuur verkondigde stelling of wijsheid. Dan wist je altijd met een bewonderenswaardige kalmte, dikwijls met een ontmijnend vleugje humor, je eigen gewaardeerde kijk op de zaak kort maar duidelijk toe te lichten.

Mensen worden ouder, weliswaar zonder het heilige vuur te verliezen, maar uiteindelijk wenkt voor iedereen een welverdiend pensioen, ook voor jou. Krijtlijnen zullen steeds worden verlegd. Het is aan volgende generaties om interieurarchitectuur als opleiding verder te laten floreren, rekening houdend met alle van buitenaf opgelegde regeltjes, maar ook met van binnenuit vooruitschrijdend inzicht. Dat zou moeten lukken, ze hebben jarenlang een perfect voorbeeld gehad van hoe dat kan.

Ik hoop dat tijdens het lezen je rechterwenkbrauw niet al te veel is opgeveerd. En als dat wel zo zou zijn, hoop ik te kunnen genieten van een flinke vleug humor in je reactie.

Werner Coppieters

Ps: Is er al beslist wie vanaf volgend academiejaar de geïndividualiseerde studietrajecten mag beoordelen?