- Emma Verslype over Sacha Ivanov
Wie denkt aan pulpliteratuur, denkt waarschijnlijk aan stationsromannetjes met schaars geklede koppels in innige omhelzing op de cover. Boekjes met weinig diepgang en veel sensatie die je in één ruk uit kan lezen en niet echt bekend staan om hun literaire kwaliteiten. Toch is het genre meer dan sensationele liefdesromannetjes die vooral door vrouwen gelezen worden. In de twintigste eeuw was pulpliteratuur de benaming voor alle goedkope tijdschriftenreeksen die enorme populariteit genoten bij het grote publiek. Ze werden gedrukt op goedkoop houtpulppapier (vandaar de naam) en omvatten verschillende genres die zowel bij vrouwen als mannen in de smaak vielen. Deze boekjes waren niet echt gemaakt om lang bewaard te blijven en hadden weinig aanzien in het literaire veld. De laatste jaren is er echter steeds meer aandacht voor dit genre bij onderzoekers. Pulpliteratuur is interessant omdat het massaal gelezen en verspreid werd in de twintigste eeuw, terwijl het nauwelijks bewaard of onderzocht is.
Ook in Vlaamse contreien werd pulpliteratuur gelezen. Eén auteur was razend populair bij jeugd en ouder in de twintigste eeuw, hoewel de naam vandaag wellicht geen belletje meer zal doen rinkelen. Sacha Ivanov was een mysterieuze schrijver die de Vlaamse jeugd in de twintigste eeuw een heel gamma aan avontuurlijke vertelsels voorschotelde. Deze Ivanov’s verteluurtjes en nog vele andere reeksen bevatten spannende verhalen in verre oorden en hadden een sterk educatieve boodschap. Wat de lezers van deze enorm populaire boekjes niet wisten, was dat er achter de naam Sacha Ivanov geen gebruinde Russische avonturier schuil ging, maar wel de Gentse onderwijzeres Rachel Van Overbeke. Al van het begin van haar carrière had ze de gave van vertellen, haar leerlingen hingen aan haar lippen wanneer ze vertelde over spannende avonturen in verre continenten. Haar man Reinier Ysebie schreef zelf missionaire theaterstukken en overtuigde haar om de verhalen die ze creëerde ook uit te geven. Als artistiek directeur van de ‘Association Universitaire Catholique d’Aide aux Missions’ of ‘AUCAM’ zag hij een gat in de markt na het succes van de missieboekjes voor de jeugd door de abdij van Averbode. Er werd geopteerd voor een exotische naam: ‘Sacha Ivanov’, een samentrekking van Rachels achternamen: Ysebie-Van Overbeke.
In 1932 bracht Sacha Ivanov zijn eerste boekje uit: De Wraak van de Otoes, deel van Ivanov’s verteluurtjes. De reeks werd een overweldigend succes, zo’n succes zelfs dat de Ysebie-Van Overbekes na twee jaar een eigen uitgeverij oprichtten: ‘Ivanov’s Uitgaven’. Na het succes van de Ivanov’s verteluurtjes kwamen datzelfde jaar, in 1936, nog de Ivanov’s Kleine Romans uit (iets dikker dan de verteluurtjes) en later volgden nog detectiveverhalen (Ivanov’s Detective Romans). Rachel bleek een ontzettend productieve schrijfster te zijn. Ze schreef twee à drie boekjes per week en deed daar per boekje zo’n twee dagen over! Haar man Reinier sprong met enige tegenzin bij om boekjes te vertalen naar het Frans (de Récits Express) zodat ook de Waalse jeugd kon genieten van Ivanov’s avonturen. De verkoop ging steeds beter en het koppel moest steeds harder werken om de wekelijkse boekjes uit te brengen. Enkele geniale beslissingen zoals het organiseren van een prijzenkamp voor het beste gedicht in Ivanov’s verteluurtjes en de oprichting van Ivanov’s rakkerclub droegen bij aan het succes van Ivanov.
Helaas kon dit succes niet blijven duren. De inval van het Duitse leger op 10 mei 1940 stak een stokje voor de wekelijkse uitgaven en het schrijfwerk werd stopgezet. Pas zestien weken later keerden de Verteluurtjes terug naar de toonbank, met merkbaar kortere verhalen. Officieel werd de papierschaarste als oorzaak gegeven, maar in werkelijkheid was het meesterbrein achter Ivanov ernstig ziek geworden. Rachel had namelijk de diagnose van terminale borstkanker gekregen. Ze zou nog meemaken dat Ivanov’s verteluurtjes vervangen werden door Ons Rakkerblad, een bundel stripverhalen met een klein verteluurtje. Op 13 juli 1943 overleed Rachel, ofwel Sacha Ivanov, amper vijfenvijftig jaar oud. De werkelijke identiteit van Ivanov bleef tot na haar dood een goed bewaard geheim, volgens haar uitdrukkelijke wens om aan niemand bekend te maken dat de schrijver overleden was. Zo geschiedde, nergens werd gewag gemaakt van de dood van Sacha Ivanov, die toch bij zoveel jongeren en kinderen tot de verbeelding sprak. Haar werk werd eerst verdergezet door haar man, later door haar dochter en schoonzoon, Regina en Antoon Mortier. Het succes van de reeks was matig, zeker vergeleken met de eerste jaren. Daarbij kwam nog dat men dertig van Ivanov’s detectiveromans liet drukken voor Vlaamse arbeiders in Duitsland met daarin reclame voor de collaboratiekrant Het Vlaamsche Land. Wie precies op dit idee was gekomen is niet duidelijk. Het werd de ‘Ivanovs’ na de oorlog zeker niet in dank afgenomen.
Na het einde van de oorlog deden Regina en haar man er alles aan om het werk van Rachel in ere te herstellen, met verschillende pogingen zoals Ivanov’s Almanak, het stripblad Ivanov’s Rakkervriend en herdrukken van de klassieke verteluurtjes, Ivanov’s Kleine Romans en de Detective Romans. Deze werken moesten echter opboksen tegen concurrenten zoals Vlaamse Filmpjes en Kapitein Ricardo en nieuwe wekelijkse stripdagbladen zoals Robbedoes en Kuifje. Ook de jeugd was na de oorlog niet dezelfde als tijdens Rachels gouden periode: de Vlaamse sentimentaliteit van de eerste boekjes paste niet meer bij de verbeeldingswereld van jongeren.
In 1950 kwam zo het laatste exemplaar van de Ivanov’s Verteluurtjes op de markt, met een laatste boodschap van de befaamde Ivanov die ‘een verre reis naar Amerika zal ondernemen’. Regina bleef nog wel nieuwe afleveringen schrijven voor Ivanov’s Nieuwe Detective Romans. Ze bleek ook een erg bedreven schrijfster van liefdesromans, een wat klassiekere invulling van het pulpliteratuurgenre. Jammer genoeg kwamen de boekjes van Ivanov, die zoveel jonge harten beroerden, in de vergetelheid terecht, waar ze uiteindelijk herontdekt werden door onderzoekers. Vandaag kan je een bijna volledige verzameling terugvinden in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen. Kom gerust eens langs en geniet van Vlaanderens vergeten verteller!