Files aan grensovergangen, gewassen die niet geoogst werden, olietankers die niet konden aanmeren… maar ook tot 50% minder luchtvervuiling. Dat alles zag Arne Lahcen, alumnus sociaal-economische wetenschappen, met de Sentinelsatellieten van het European Space Agency.
De ruimtevaartsector is een kleine wereld. Aangezien ik absoluut in die sector aan de slag wilde, heb ik me er echt binnen gewerkt. Ik begon mijn carrière als stagiair in een kleine denktank rond ruimtevaartbeleid (ESPI) in Wenen. Enkele jaren later is het mij gelukt om aan de slag te gaan bij ESA, de centrale Europese speler in de ruimtevaart.
Aardobservatie
Daar werk ik nu in het domein van aardobservatie: het observeren van onze planeet en al haar veranderingen vanuit de ruimte. Dit omvat thema’s zoals de klimaatverandering en de menselijke impact op onze planeet. Op budgettair vlak is aardobservatie het grootste programma binnen ESA.
ESRIN – de site waar ik gebaseerd ben – bevindt zich in Italië, net buiten Rome, toevallig het land dat door de coronacrisis als eerste hard getroffen werd.
Italië in lockdown
Italië was het eerste land in Europa om een lockdown in te voeren. Ik had het geluk dat ik bij mijn partner in Wenen was toen de grenzen sloten, dus we hebben die tijd samen kunnen doorbrengen. Verschillende collega’s zeiden me wel dat de situatie in Italië echt zeer ernstig was.
Dat heb ik ook ondervonden bij mijn terugkeer: Italianen volgen alle maatregelen zorgvuldig op en mondmaskers zijn overal verplicht. Iedereen doet er alles aan om het aantal besmettingen niet opnieuw te doen stijgen.
ESA trof ook de nodige maatregelen zodat in het geval van nieuwe golven iedereen verder kan telewerken indien nodig. Want ook bij ESA heeft de pandemie een grote impact gehad.
Onmiddellijk na de lockdown zijn we samen met de Europese Commissie beginnen kijken welke COVID-19-gevolgen vanuit de ruimte duidelijk werden, en hoe deze informatie de beleidsmakers kon ondersteunen. Daar heeft het Copernicusprogramma een grote rol in gespeeld.
Copernicusprogramma
Copernicus heeft als missie de globale leefomgeving – dus in feite de hele planeet – in beeld te brengen en te monitoren. ESA is verantwoordelijk voor de ruimtevaartcomponent van Copernicus: de verschillende Sentinelsatellieten in een baan rond de aarde. De eerste generatie satellieten is nu bijna op kruissnelheid en zorgt ervoor dat we veel gebeurtenissen vanuit de ruimte kunnen waarnemen. Zo ook de coronapandemie.
In tegenstelling tot wat we zien in Hollywoodfilms, gaat het niet om het herkennen van nummerplaten of personen. Daarvoor is de resolutie niet scherp genoeg, en dat is natuurlijk ook absoluut de bedoeling niet.
Wat Copernicus wel doet, is het observeren van processen op grotere schaal. Dit kunnen zowel lokale gebeurtenissen zijn (overstromingen, bosbranden, landverschuivingen, aardbevingen) als patronen die zich over langere tijd afspelen (verwoestijning, temperatuursveranderingen, luchtvervuiling, de stijging van de zeespiegel, (illegale) ontbossing van tropisch regenwoud). Al die data kan je trouwens kosteloos online bekijken. Om het in economische termen te formuleren: Copernicus is een publiek goed.
COVID-19 vanuit de lucht
In die zin is Copernicus van enorm wetenschappelijk en sociaal-economisch belang. Dat is ook nu weer gebleken, tijdens de coronacrisis. Dankzij de Sentinelsatellieten konden we onder meer volgende vaststellingen maken:
- Er ontstonden spontaan files aan grenzen die gesloten werden.
- De luchtvervuiling in grote Europese steden daalde tot 50%.
- Sommige gewassen werden niet geoogst. Bij aspergeteelt daalde de opbrengst met zo’n 20% tot 30% door grensbeperking die ook seizoenarbeiders tegenhield.
- Vliegtuigen stonden overal aan de grond. Voor het tellen van stilstaande vliegtuigen op Europese tarmacs werd gewerkt met algoritmen gestuurd door Artificiële Intelligentie. Hier zagen we een reductie van het normale luchtverkeer tot wel 80-90%.
- De economische productiviteit viel terug door dalende containertrafiek, het stilleggen van industriële sites en het feit dat veel olietankers niet meer konden aanmeren wegens een overaanbod op de markt.
De komende maanden zullen we vanuit de ruimte bekijken hoe de herstart van de economie en het openbare leven na de coronacrisis verlopen, en wat de verdere impact op onze leefomgeving is.
Nieuwe missies
Op langere termijn zal Copernicus verder uitgebreid worden met nieuwe Sentinelmissies. Zo zal Europa over de nodige tools beschikken om de oorzaken en gevolgen van de klimaatverandering nog beter te begrijpen en voorspellen. De uitbreiding zal ook de implementatie van het Klimaatakkoord van Parijs en de Europese Green Deal ondersteunen.
Geïnteresseerden kunnen steeds een kijkje nemen op de ESA-website, of haar activiteiten volgen op sociale media. Meer informatie over Arne Lahcen vind je op de blog van de Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie.
Figuur 1: Concentraties van stikstofdioxide (NO2) in de atmosfeer zijn een goede indicator voor luchtvervuiling, hier geobserveerd door de Europese Copernicus Sentinel-5P satelliet. Het bovenste gedeelte geeft de ‘normale’ concentraties weer voor de lockdown (maart-april 2019). Het onderste gedeelte tijdens de lockdown toont lagere vervuilingswaarden, ook boven België (13 maart-13 april 2020). De percentuele daling boven enkele geselecteerde Europese steden heeft een onzekerheidsmarge van 15% omwille van verschillende weersomstandigheden voor de verschillende periodes.