Vaccinatieongelijkheid kan structurele ongelijkheid wereldwijd doen toenemen

Nu het einde van het jaar 2020 nadert, is er steeds meer goed nieuws over de vaccins die COVID-19 moeten aanpakken. Maar er zijn nog heel wat hindernissen te overwinnen, waarbij schaarste centraal staat. Door de mondiale coronacrisis wordt gezondheidsbeleid steeds duidelijker onderdeel van een bredere geopolitieke strategie van landen. Professor David Criekemans probeert bij deze een eerste analyse te ontwikkelen.

Wie een inzicht wil krijgen in de geopolitieke impact van de coronavaccins, moet een onderscheid maken tussen de ontwikkeling, productie en prioritaire uitrol van de diverse coronavaccins. Tot slot is er ook de nasleep.

De ontwikkeling

Wie de laatste gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) erop naslaat, stelt vast dat er reeds meerdere kandidaat-vaccins in de race zijn afgevallen om allerlei redenen. Het gaat dan in het bijzonder vaak om Chinese varianten. De belangrijkste koplopers zijn nu allen het product van grote multinationale ondernemingen zoals AstraZeneca, Pfizer, Johnson&Johnson, maar ook nieuwkomers zoals Moderna. Meestal baseerden ze hun innovaties op bestaande inzichten of intellectuele eigendom die voortkwamen uit eerder meer fundamenteel onderzoek.

Niettemin lijkt China nu ook te starten met de distributie van een eigen vaccin, wellicht beperkt tot de partnerlanden uit het ‘One Belt, One Road’-initiatief. In Europa is het dan weer Hongarije die als enige naar het Russische vaccin lonkt.

Aangezien het bij de koplopers veelal gaat om westers gefinancierde research, is het niet onlogisch dat er daardoor in eerste instantie naar deze, overigens rijkere westerse markten wordt gekeken als afzetgebied. Hoewel deze multinationals eerder aangaven dat ze niet van plan zijn om winstbejag tot hun centrale drijfveer te nemen, kan verwacht worden dat de informele onderhandelingspositie van dergelijke bedrijven inzake fiscaliteit en goedkeuring van toekomstige projecten in de komende jaren zal versterken.

Mondiaal speelt hier ook een geopolitieke race; er is immers een nieuwe revolutie in de farma, virologie en epidemiologie ontstaan als gevolg van corona. In 2009 lanceerde de Amerikaanse president Obama bijvoorbeeld het PREDICT-project om nieuwe gezondheidsbedreigingen reeds vooraf wetenschappelijk te kunnen detecteren. We kunnen verwachten dat de Biden-regering zulke projecten zal versterken, in eerste instantie samen met Europa en de ontwikkelde economieën.

De budgetten om preventief virale middelen en basisvaccins te ontwikkelen voor nieuwe toekomstige bedreigingen zullen de komende jaren dus vermenigvuldigen. Dat kan misschien een technologische race inzake gezondheid tot stand brengen.

Het zo ontwikkelde intellectuele eigendom kan indirect ook de geopolitieke invloed van landen versterken, alsook hun geo-economische weerbaarheid in gelijkaardige toekomstige crises.

De productie

Sommige landen, zoals bijvoorbeeld België, zijn door hun locatie en concentratie van farmaceutische expertise uniek geplaatst om in het komende jaar een logistieke draaischijf te worden in de productie van diverse coronavaccins. In België gaat het onder andere om de Pfizer-afdeling in Puurs en Johnson&Johnson in Beerse. Ook Nederland speelt hierin een rol, tevens als nieuwe thuisbasis van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA).

De vraag stelt zich evenwel of de farmamultinationals ook niet beter lokale productie via concessies op poten zetten in diverse regio’s, bijvoorbeeld in India voor Azië en in Brazilië voor Zuid-Amerika. De kans is niet onbestaande dat deze regio’s pas later aan bod komen, wat een nadeel zal creëren voor hun relatieve concurrentiepositie.

De rijke landen zullen immers vroeger ‘groen licht’ kunnen geven, met alle gevolgen van dien. Trumps America First zit reeds vervat in de meeste contracten, alsook een Europe Second.

De uitrol

In de meeste gevallen hebben de farmagiganten dus reeds afspraken gemaakt met de grootste economieën ter wereld zoals de VS, de EU, enzovoort. Dat creëert evenwel problemen die eerder al door de WGO en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Guterres aangehaald werden; het is niet zozeer de bedoeling om iedereen te vaccineren dan wel in eerste instantie eerst de oudere en zwakkere bevolking overal ter wereld.

De coronacrisis heeft een fundamenteel asymmetrisch karakter, waarbij armen ook vaker geraakt worden en sneller hun job verliezen door lockdowns. In minder kapitaalkrachtige landen dreigen zij pas laatst geholpen te worden, waardoor de structurele armoede wereldwijd zal toenemen.

De nasleep

De staart van de coronacrisis, zelfs na de uitrol van vaccins, dreigt lang te worden. Structurele inefficiënties in economieën van landen kwamen bloot te liggen. In o.a. westerse landen dreigt een ferme financieel-economische crisis. De monetaire geldcreatie en fiscale stimulus zal in vele landen tot lang in 2021 door moeten blijven gaan. Dat kan de reeds bestaande geo-economische problemen verder blootleggen en misschien zelfs tot een muntcrisis leiden.

Ook in het Westen zal de politiek de staat centraler stellen ten opzichte van de markt. China tracht via de crisis te bewijzen dat haar model performanter is, hoewel het de individuele vrijheid inperkt. Deze geopolitieke waardenstrijd tussen Oost en West wordt dus wellicht door corona verhevigd.

De komende weken en maanden zullen meer duidelijkheid bieden over hoe de geopolitiek van de coronavaccins zich verder zal veruitwendigen. De komst van de Amerikaanse Biden-administratie vanaf 20 januari 2021 biedt daarbij ook kansen om meer tot gezamenlijke multilaterale oplossingen te komen, en deze ook daadwerkelijk te verankeren.

De crisis zou ook aangewend moeten worden om gezondheid centraler te plaatsen binnen een ander globaliseringsmodel dat duurzamer en meer van onderaf gedreven wordt. Elke crisis biedt immers kansen. Tenminste, als ze politiek gegrepen worden.

Dit blogartikel verscheen ook op mo.be.