Koloniale lantaarnlezingen met punch

Samen met doctoraatsstudent Anse De Weerdt bezoeken we de afdeling Bijzondere Collecties van de universiteitsbibliotheek. Anse is verbonden aan de UAntwerpen en ULB. Voor het B-magic project probeert ze te achterhalen hoe koloniale toverlantaarnbeelden hun weg vonden in wetenschappelijke, politieke en religieuze kringen in België aan het einde van de negentiende eeuw tot het midden van de twintigste eeuw.

De macht van de toverlantaarn

Het is maandagmorgen en we bevinden ons in de omvangrijke erfgoedcollectie van de universiteitsbibliotheek. We zijn op zoek naar mooie stukken uit het archief van het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap van Antwerpen (KAGA). Deze vereniging was voornamelijk actief tussen de jaren 1880 en 1980 en organiseerde in deze periode talrijke voordrachten van ontdekkingsreizigers, geografen en andere wetenschappers. Anne Verlinde, medewerker bij de Bijzondere Collecties, is al gaan snuisteren in de verzameling en legde enkele kleurrijke kaarten, voorzichtig ingepakte glasplaten en een rijk gedecoreerd gastenboek klaar.

De protagonist van het onderzoek van Anse, Charles Lemaire, was lid van het KAGA en bedreven in het geven van koloniale lantaarnpresentaties. Ze onderzoekt hoe deze hebben bijgedragen tot de publieke beeldvorming van Congo. Op dat moment waren lantaarnlezingen – projectie van beelden op glasplaten – hét massamedium bij uitstek. Beelden van verre exotische landen, die voor veel Belgen onbereikbaar waren, bleken bijzonder in trek. Dit verklaart deels ook het succes van de koloniale lezingen uit die tijd.

Verborgen agenda

Charles Lemaire begon als districtscommissaris en expeditieleider in Congo-Vrijstaat, maar wordt al snel gevraagd om ook lezingen te verzorgen over de nieuwe kolonie. Niet alleen in België, maar in heel Europa. Anse: “Tijdens zo’n voorstelling werden vooral foto’s gebruikt, genomen met de gloednieuwe Kodak camera. De camera had toen nog een aura van objectiviteit, vandaar het belang van deze ‘authentieke’ beelden. Je moet weten dat Charles Lemaire erg dicht bij Leopold II stond. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat deze lezingen vaak een verborgen agenda hadden, namelijk het promoten van de koloniale werking. Leopold II had het geld en de steun van een sterke economische klasse nodig om zijn project te laten slagen. En net die doelgroep maakte deel uit van organisaties zoals het KAGA.”

Anse zoomt in op één specifieke case, namelijk de lezing die Lemaire gaf tijdens een Esperanto-conferentie in Genève in 1906. “Van die lezing heb ik de foto’s en een uitgeschreven tekst teruggevonden. Uit die tekst kunnen we afleiden dat Congo-Vrijstaat vooral als een voorbeeldkolonie naar voren werd geschoven. Eentje zonder geweld en mishandeling, de beste kolonie tot dan toe! We weten nu dat dit natuurlijk niet waar was, maar ook in die tijd kwam er al kritiek op deze visie.”

Glasplaat voor toverlantaarn – (c) Julie De Smedt

Duelleren met beelden

Het gebeurde namelijk ook dat lantaarnlezingen in dialoog – of beter discussie – gingen met elkaar. Een grote criticaster van het koloniale beleid van Leopold II was de Congo Reform Association. Zij gaven lezingen met foto’s van missionaris Alice Seeley Harris, de intussen legendarische beelden van Congolezen met verminkte ledematen. “De organisatie wilde vooral de onmenselijke uitbuiting van de bevolking onder het economische systeem van Leopold II aankaarten. Vreemd genoeg werden gelijkaardige beelden ook door Lemaire gebruikt om net aan te tonen tot welke wreedheden de Congolese bevolking zélf in staat was. Door aan dezelfde beelden een compleet ander verhaal op te hangen, probeerde Lemaire het publiek te overtuigen dat het net nodig was dat zij als kolonisators optraden tegen dit soort gruwelijkheden.”

Glasplaten voor toverlantaarn (c) Anse De Weerdt

‘Toegang voor jou en twee dames’

Anse bladert door de pagina’s van het rijk geïllustreerde gastenboek van het KAGA. “Die bijeenkomsten zijn dus zeker belangrijk geweest in de informatieverspreiding over de kolonie, maar we moeten niet vergeten dat het ook belangrijke netwerkevents waren. Zo’n avond begon meestal met een drankje en eindigde zo ook. Het was wel redelijk exclusief. Het koste al geld om lid te worden van het KAGA en je moest ook nog eens betalen per lezing. Je kreeg dan vervolgens een uitnodiging die je moest voorleggen bij het binnenkomen. Toen ik deze uitnodigingen onderzocht, stootte ik regelmatig op het zinnetje: ‘Dit is het toegangsticket voor jou en twee dames.’ Dat zegt wel iets over de aard van het evenement natuurlijk: het speelde zich af in een heel mannelijke wereld en het hoorde thuis in de vrijetijdssfeer.”

Het gastenboek – (c) Julie De Smedt

De val en de wederopstanding

In 1908 valt het doek over Congo-Vrijstaat en moet Leopold zijn kolonie afstaan aan de Belgische staat. Dit betekent ook het einde van de carrière van Lemaire. Van expert met aanzien degradeert hij nu tot zondebok en ziet hij zich genoodzaakt om afstand te nemen van zijn functies. Hij maakt later nog een onwaarschijnlijke come-back als hoofd van de Koloniale Hogeschool (het gebouw is nu onderdeel van UAntwerpen in Wilrijk) in 1923. Hij geeft er zelfs twee vakken, namelijk cartografie en deontologie. Lang heeft hij echter niet van zijn tweede leven kunnen genieten; hij sterft in 1926.

Voor Anse is het KAGA-archief en de casus van Lemaire het eerste hoofdstuk van haar doctoraatsonderzoek. Hierna zullen er nog ongeveer drie bedrijven volgen. En daarna? “Dat ligt nog helemaal open. Ik heb een heel brede interesse en ook wel gevoel voor avontuur. Het is nog een verre droom, maar als er een mooie kans is om straks een postdoctoraat te doen in het buitenland, dan zal ik daar zeker geen nee tegen zeggen!”


Meer weten?

Het onderzoek van Anse De Weerdt wordt gefinancieerd door het Fonds de la Recherche Scientifique – FNRS.  

Colonial lantern lectures with punch
We visit the archive of the university library with doctoral student Anse De Weerdt. She is researching how colonial magic lantern images found their way into scientific, political and religious circles in Belgium from the late nineteenth century to the mid-twentieth century.

At that time, lantern readings were the mass medium of choice. Images of faraway exotic countries, which were unattainable for many Belgians, proved particularly popular. This also partly explains the success of the colonial lectures of the time. The protagonist of Anse's research, Charles Lemaire, was a member of the KAGA and adept at giving colonial lantern presentations. She examines how these contributed to public perceptions of Congo.