Met de aaaaaa van ‘bal’

Dat we vaak anders spreken tegen kleine kinderen dan tegen volwassenen is de meesten onder jullie waarschijnlijk niet ontgaan. Onderzoekers vermoedden dat we dit doen omdat we hen zo willen helpen de taal beter onder de knie te krijgen. Taalkundigen Steven Gillis en Lotte Odijk onderzochten een specifiek element uit deze praktijk, namelijk hoe ouders klinkers articuleren wanneer ze tegen hun kinderen praten.

Lottes onderzoek maakt deel uit van een groter geheel: “Uit eerder onderzoek bleek al dat ouders zich aanpassen aan hoe hun kinderen praten, afhankelijk van het taalniveau. Niet alleen in hun woordgebruik, maar ook in hun articulatie. Alleen leken er wat tegenstellingen te bestaan tussen de bevindingen van verschillende onderzoekers. Volgens sommigen werden klinkers juist duidelijker uitgesproken en volgens anderen net niet. Dat prikkelde me om te onderzoeken hoe de vork nu echt in de steel zit.”

Duurzame data

Ongeveer tien jaar geleden werd een uitgebreide dataset met ‘kinderpraat’ aangelegd. Toen gingen drie ijverige doctorandi van UAntwerpen maandelijks naar een dertigtal Vlaamse gezinnen om de taalverwerving van de kinderen in kaart te brengen. Er werd in het huis een camera geplaatst en aan de ouders gevraagd normaal met de kinderen te converseren, alsof ze niet gefilmd werden. Zo werden de kinderen van hun zes tot vierentwintig maanden nauwkeurig opgevolgd. Daarna werden deze gesprekken getranscribeerd. Dat bleek een titanenwerk, weet Steven nog: “In principe kan je gesproken taal vrij makkelijk door een computerprogramma laten omzetten in geschreven tekst. Maar de omstandigheden van deze opnames maakten dit moeilijk. De ouder/kind-paren zaten immers niet in een geluidsdichte studio met microfoons. Gesprekken in een huiselijke sfeer krijgen te maken met allerlei soorten ruis: mensen spreken door elkaar, de deurbel gaat af, er wordt getelefoneerd, … We hebben dus initieel heel veel werk moeten steken in dit corpus, maar nu hebben we wel een buitengewoon unieke dataset.”

Met dit uitgebreide corpus is Lotte aan de slag gegaan voor haar doctoraatsonderzoek. “Ik spitste me toe op hoe ouders klinkers articuleren wanneer ze tegen hun kinderen spreken, over de maanden heen. In het corpus ben ik gaan zoeken naar terugkerende woorden, bijvoorbeeld ‘bal’. En dan knipte ik de ‘a’ uit de verschillende opnames. Vervolgens kon ik aan de hand van software nauwkeurig beginnen te analyseren en vergelijken.”

Selectie van klinkers

Woordgeboorte

Wanneer een kind voor het eerst een woord gebruikt, spreken we van een woordgeboorte. In dit onderzoek gingen ze terug tot negen maanden voor de woordgeboorte en volgden ze de evolutie tot zes maanden erna. En wat blijkt? Ouders gaan in de periode voor de woordgeboorte steeds duidelijk klinkers articuleren. Tot het moment dat hun kind het woord zelf uitspreekt. Daarna wordt de articulatie van de klinkers van dat bepaalde woord weer een stuk minder helder uitgesproken.

De klinkerdriehoek

Of ouders bewust herkennen in welke fase van woordleren hun kind zit, daar twijfelt Lotte aan: “Waarschijnlijk weten ze dit niet bewust, maar zijn ze wel alert voor wat hun kind op dat moment interesseert. Als een kind bijvoorbeeld steeds meer met een bal speelt, voelen ze aan dat het woord ‘bal’ niet ver af kan zijn. En dan gaan ze extra hun best doen om dat woord duidelijk uit te spreken.”

Om dit fenomeen te illustreren gebruikte Lotte de ‘klinkerdriehoek’. Hierop zie je duidelijk hoe de driehoek groeit tot aan de woordgeboorte en daarna weer krimpt. Het schema geeft aan waar in de mond de klinker uitgesproken wordt. Verticaal geeft het aan hoe open/gesloten de mond is. Horizontaal geeft het aan waar het in de mond gevormd wordt. Hoe groter de driehoek, hoe meer onderscheid er dus wordt gemaakt tussen de klinkers. Hoe kleiner, hoe meer de klinkers op elkaar lijken.

Onderzoek stopt nooit

Zoals vaak bij onderzoek roepen de bevindingen weer nieuwe vragen op en dat was in dit geval niet anders. Steven: “Onze dataset was redelijk uitgebreid, maar het is en blijft natuurlijk ‘maar’ een sample van een bepaalde groep mensen. Het waren allemaal gezinnen van Vlaamse afkomst, bij wie er thuis altijd Nederlands gesproken werd. Dat laat nog veel ruimte voor onderzoek naar andere doelgroepen.” Lotte weet alvast waar te beginnen: “Ik zou het heel interessant vinden om te bekijken of de evolutie die we hier vonden ook geldt voor gezinnen waar de ouders het Nederlands niet als moedertaal hebben. In het onderzoek dat ik deed naar ouders van kinderen met een cochleair implantaat, viel in eerste instantie op dat er daar meer variatie in de manier van uitspreken zat. Sommige ouders gingen net heel uitgesproken articuleren en bij anderen was er weinig verschil merkbaar. Intuïtief had ik dat eigenlijk niet verwacht en het is zeker ook verder onderzoek waard.”

Haar doctoraat zit er bijna op, maar wat Lotte hierna zal doen, weet ze nog niet: “Nu wil ik vooral dit proefschrift afwerken. Of ik daarna nog verder wil in de academische wereld, dat kan ik nu nog niet zeggen. Ik weet niet of ik gemaakt ben om mijn leven vooral aan onderzoek te wijden.” Steven heeft die keuze ooit wél gemaakt, maar kan zich geen betere job voorstellen. “Mijn emeritaat komt eraan, maar onderzoeker ben je voor het leven. Misschien is het omdat ik uit de generatie ‘68 kom. Het zit in ons om alles in vraag te stellen. Voor mij voelt dat ook niet als werk. Ik kan gerust ’s avonds na de uren nog een boek over statistieken opendoen en mij daarin volledig verdiepen.” Lotte beaamt lachend: “Dat merkte ik dan ook aan de mails die soms ’s avonds heel laat nog binnenkwamen.”


Meer weten over dit onderzoek?

Parents tune their vowels to the emergence of children’s words (gepubliceerd door Cambridge University Press op 27 juni 2022).

With the aaaaaa of 'ball'
We often speak differently to small children than to adults. Researchers suspect that we do this because we want to help them master the language better. Linguists Steven Gillis and Lotte Odijk investigated a specific element of this practice, namely how parents articulate vowels when talking to their children. When a child uses a word for the first time, it is called a word birth. In this study they went back nine months before the word birth and followed the evolution until six months after. And what does it show? In the period before the birth of a word, parents articulate vowels more and more clearly. Until the moment their child pronounces the word itself. After that, the articulation of the vowels of that particular word becomes a lot less clear.