Vanaf het einde van de negentiende eeuw presenteerde kunst zich steeds meer als een raadsel, zodat kunstenaars het grote publiek gaandeweg verloren. In diezelfde periode evolueerde de mens in sneltempo tot een voornamelijk rationeel en efficiënt wezen in een door economie, wetenschap en technologie gedreven maatschappij. Kunst kan echter ‘de bijl zijn voor de dichtgevroren zee in ons’ zoals Kafka opmerkte in een brief naar een vriend. (tekst: Dirk Van Peer)
Slechts af en toe bericht de media over cultuur en minder nog betreft het een verslag van een kunstgebeurtenis. Meestal brengt de pers dan een relaas over een schandaal (een vastgeplakte banaan aan de muur van een kunstbeurs, een verknipt kunstwerk in een veiling of een vermeende Da Vinci in de kluis van een miljardair) of een spektakel (een megatentoonstelling van een Vlaamse meester of een monument dat een hedendaagse makeover krijgt). Bij de toekenning van subsidies laait de discussie over nut en onzin van kunstsponsoring hoog op tussen de gelovigen en kunstatheïsten.
Maar op de belangrijke momenten in ons leven grijpen we allemaal terug naar kunst en schoonheid. “Een recent voorbeeld is de oorlog in Irak. Op gevaar van eigen leven begroeven de muziekleraars van Mosul de muziekinstrumenten om ze te beschermen tegen de aanvallen van IS. We mogen de gedachte aan de noodzaak van kunst niet romantiseren. Ook de inwoners van Mosul hadden in de eerste plaats nood aan voedsel, mentale en lichamelijke rust, veiligheid, zekerheid, waardering en zelfrespect.” Maar deze noodzakelijke voorwaarden zijn onvoldoende om onszelf, de ‘commerciële mens, de mens met de beperkte doelstellingen’ zoals de Nobelprijswinnaar Rabindranath Tagore ons noemde, terug in volle menselijkheid te ervaren.
Eerherstel van de kunst
De vraag stelt zich wat er moet gebeuren om kunst opnieuw krachtdadig te maken, zodat ze kan helpen met mensen en met de maatschappij te vormen. Sinds het begin van de modernistische revolutie in de kunst zochten kunsttheoretici en -filosofen naar een verantwoording van kunst die haar publiek is verloren. De Amerikaanse kunstfilosoof Arthur Danto – die ook kunstenaar en een gerenommeerd kunstcriticus was – heeft volgens Dirk Van Peer hierop het meest vruchtbare antwoord gegeven. Volgens Danto is kunst ‘embodied meaning’. Dat wil zeggen dat een object een kunstobject is indien het een betekenis heeft die in het kunstwerk werd belichaamd. De inhoud van het kunstwerk en de wijze waarop die inhoud vorm heeft gekregen moeten volgens Danto perfect in overeenstemming zijn met elkaar. Een kunstwerk is een metafoor waarvan de toeschouwer de betekenis moet achterhalen.
Het probleem met de Danto’s kijk op de kunst is dat hij kunst in verband brengt met de kunstwereld. We kennen de betekenis van het kunstwerk slechts, we kunnen het kunstwerk slechts interpreteren, indien we op de hoogte zijn van de kunstgeschiedenis en van de kunsttheorieën. Hiermee sluit Danto kunstcreatie echter af van ons dagelijks bestaan. Kunstenaars treden zo enkel met elkaar in gesprek. Dirk Van Peer brengt in zijn thesis kunst opnieuw in verband met onze leefwereld. Hij geeft aan wat er nodig in om kunst terug haar communicatieve vermogens te geven en zo terug aan relevantie te winnen voor ons dagelijks bestaan.
Contact
Dirk Van Peer | van.peer.dirk@telenet.be
Art as an antidote in toxic times From the late nineteenth century, art increasingly presented itself as an enigma, so artists gradually lost the general public. During the same period, man evolved rapidly into a mostly rational and efficient being in a society driven by economics, science and technology. However, art can be "the axe to the frozen sea within us" as Kafka noted in a letter to a friend. Dirk Van Peer examines exactly this purpose of art based on the writings of the American philosopher Arthur Danto.