Kansen grijpen wanneer ze zich voordoen

Daniel de Schryver vond toen hij in 1982 afstudeerde in Romaanse filologie niet onmiddellijk een job waarin hij zijn scherpe talenkennis ten volle kon benutten om anderen te helpen. Er moest snel geld in het laatje komen, dus veel tijd om te zoeken had hij niet. Maar door steeds nieuwe kansen te grijpen, heeft hij nu al meer dan twintig jaar zijn droomjob beet. In zijn functie als Patient Engagement & Advocacy Lead bij Johnson & Johnson is geen enkele dag hetzelfde. Daniel neemt ons mee langs zijn kronkelende carrièrepad.

“Toen ik moest beslissen wat ik zou studeren, heb ik lang getwijfeld tussen cinema, literatuur en architectuur. Ik had zoveel interesses dat kiezen bijna onmogelijk was. Het werd uiteindelijk Romaanse filologie omdat dat me de uitdagendste optie leek”, vertelt Daniel. “Op sommige van mijn papers over literatuur was ik echt trots om de nieuwe invalshoek die ik vond. Op dat moment begon ik ervan te dromen aan de universiteit te werken. Toen ik daar mijn burgerdienst deed, begreep ik dat het er achter de schermen toch minder avontuurlijk aan toe ging dan ik me had voorgesteld.”

Van de luchthaven naar het autosalon

Daniels eerste job stond mijlenver van zijn opleiding in Romaanse talen en literatuur. “Via een studiebeurs had ik het geluk een trimester in Siena te studeren, maar daarna had ik dringend werk nodig. Zoals dat in de jaren tachtig ging, vond ik in de krant een vacature bij de luchthaven van Zaventem. Ik moest er het middelpunt van vliegtuigen berekenen om ervoor te zorgen dat ze veilig konden opstijgen. Op de luchthaven leerde ik dat ik goed met stress om kan en het leuk vind om mensen van over de hele wereld te ontmoeten. Op het werk raakte ik uitgekeken, dus ging ik verder op zoek.”

Daniel kwam in de automobielsector terecht als communicatiemedewerker: meer in overeenstemming met zijn studie waarin hij zich helder had leren uitdrukken, maar België werd hem te klein. “Ik werkte op de hoofdafdeling van Volvo in Brussel. Er was een leuke werkcultuur, maar ik begon ongeduldig te worden omdat ik het groter zag dan België alleen. Net op dat moment benaderde een headhunter me om op Europees niveau bij Toyota te werken als productmanager. Die functie was te eng, ik vond het niet verrijkend voortdurend over onderdelen te praten. Daarom besloot ik een stap terug te zetten. Het was 1992, Antwerpen ging het jaar erna de culturele hoofdstad van Europa worden. Een boeiend moment om even in de kunstsector aan de slag te gaan.”

Artsen Zonder Grenzen

Kort daarna volgde Daniel opnieuw zijn nieuwsgierigheid toen hij bij Artsen Zonder Grenzen startte. “Een vriend van me werkte als dokter bij Artsen Zonder Grenzen. Hij kwam net uit Afghanistan terug en zijn verhalen prikkelden me om ook bij de organisatie te solliciteren. Ik dacht nooit dat ik echt zou worden aangenomen, maar mijn talenkennis bleek net een groot voordeel. Ik moest vrijwel meteen mijn koffers pakken om naar Angola te vertrekken, waar iemand nodig was die Portugees kon. Dat was voor mij ook een mooie kans om die taal beter te leren, want die zat niet in mijn opleiding Romaanse filologie.

‘Waar heb ik me in gesmeten?’ dacht ik op het vliegtuig naar Angola. Gelukkig steunden mijn ouders me in mijn beslissing om bij Artsen Zonder Grenzen te gaan werken. Het was mijn taak te onderzoeken waar de noden in het land het grootst waren, bijvoorbeeld omdat de overheid en andere ngo’s er niet actief waren. Zelfs toen er opnieuw oorlog uitbrak in Angola, merkte ik dat de leidinggevende rol die ik er kreeg me goed lag. In zo’n situatie kan je heel gericht werken en zo op korte tijd veel verwezenlijken. Die onmiddellijke impact paste goed bij mijn persoonlijkheid. Het bureauwerk daar was in essentie niet anders dan in West-Europa, met het verschil dat de computer op een generator draaide. Na tien maanden had ik een pauze nodig van al het geweld en de armoede rondom me, dus keerde ik terug naar België.

In 1993 werd ik missieleider in Kroatië en Bosnië, ondanks ik akelige dingen had gehoord over de oorlog daar. Professioneel was het een succes, maar persoonlijk was het heel zwaar omdat het dichter bij huis was en de oorlogsvoerders meer druk uitoefenden op de werking van Artsen Zonder Grenzen. Op straat moest ik er vaak een helm en kogelvrij vest aan. Omdat het er zo intens was, wou ik maar één jaar op post blijven. Daarna ging ik voor drie jaar terug naar Angola, tot Artsen Zonder Grenzen me aanbood om hun communicatieverantwoordelijke te worden. Ik had geen zin om lang aan een bureau te zitten, dus zegde ik toe voor precies drie jaar. In die periode kwam ik regelmatig op tv, ook al had ik zelf geen toestel meer sinds mijn studententijd. Als ik het vliegtuig nam, gebeurde het soms dat andere passagiers me herkenden.”

Werk dat blijft boeien

Met een koffer vol ervaringen stapte Daniel na die tijd over van werkgever, maar hij bleef wel aan de slag als communicatiespecialist. “Ik raakte opnieuw via een headhunter aan mijn volgende job, als consultant voor multinationals. Ik hielp het topmanagement met de communicatie en gaf mediatraining aan bedrijfsleiders. Helaas miste de job diepgang, want ik moest snel begrijpen wat zo’n ceo wou overbrengen en dan moest ik alweer naar de volgende klant.”

Uiteindelijk heeft Daniels klant Johnson & Johnson hem in 2001 een vaste job aangeboden waarop hij na twintig jaar nog steeds niet is uitgekeken. “In dit werk komen al mijn vorige ervaringen samen. Bij Artsen Zonder Grenzen stond medische zorg als grondrecht voorop en dat vind ik terug in dit farmaciebedrijf. Ik zorg ervoor dat patiënten vanaf de start betrokken zijn bij de ontwikkeling van medicijnen, waardoor ze meer effect hebben en duurzamer zijn. Ik heb voortdurend contact met alle afdelingen van Johnson & Johnson zodat ze niets maken zonder eerst naar de patiënten te luisteren.

Ik ben gelukkig met de job waar ik ben terechtgekomen. De breedte aan interacties is ongelofelijk spannend, net als de inhoud van mijn werk door de talrijke invalshoeken. Het gezondheidssysteem is namelijk erg verschillend van land tot land. Ik ga daarom de dialoog aan met een heel gevarieerde groep. In de eerste plaats natuurlijk vertegenwoordigers van de patiënten, maar ook de collega’s uit andere landen. Bij de besluitvorming zijn zorgorganisaties en de Europese beleidsmakers belangrijk … Al die mensen met verschillende culturele achtergronden willen samen vooruitgang veroorzaken.”

Leren en genieten

“Doe waar je hart sneller voor klopt”, geeft Daniel als raad aan studenten die nog niet weten wat ze na hun opleiding willen. “Met een diploma in literatuur en taalkunde geraak je overal. Doe waar je meer over wilt weten, in je studie én je werk. Het is al ongelooflijk om te gaan studeren, dus maak daar het beste van en geniet van wat je leert en ontdekt. En probeer dat heel je leven lang vol te houden.”