Net zoals vorig jaar sluiten we op deze Hug a Medievalist Day (31 maart) de mediëvisten aan onze faculteit in de armen. Sarah Laseke (Universiteit van Oxford) verzon deze bijzondere feestdag om aandacht te schenken aan onderzoek naar de middeleeuwen. In de editie van 2024 zetten we drie boekwetenschappers in de schijnwerpers die zich in Middeleeuwse teksten verdiepen.


Just like last year, we virtually embrace the faculty’s medievalists on this Hug a Medievalist Day (31 March). Sarah Laseke (University of Oxford) invented this special holiday to draw attention to research on the Middle Ages. In the 2024 edition we put three book scholars in the spotlight who are delving into Medieval texts.

Caroline Vandyck

Stille stemmen: een digitale studie van de kartuis in Herne als een tekstuele gemeenschap (ca. 1350-1400)

Sinds oktober 2023 werk ik aan het Stille Stemmen-project onder supervisie van Mike Kestemont en Remco Sleiderink. Daarbij voer ik computationeel onderzoek uit naar de 14de-eeuwse monniken in het kartuizerklooster van Herne. Dit is een gemeenschap die de culturele geschiedenis van Lage Landen verregaand beïnvloedde. In een tijd waarin literatuur nog veelal in het Latijn werd geschreven, fungeerde dit klooster als een ware hotspot in de productie en verspreiding van volkstalige teksten. De kartuizers van Herne waren bijzonder productief, want ze kopieerden meer dan 25 Middelnederlandse en Latijnse manuscripten! En bescheiden bovendien − we vinden zelden een kopiistennaam in de vele gekopieerde handschriften. Daarom bestudeer ik de kartuizers als gemeenschap en probeer ik geen historische figuren of identiteit aan hun te koppelen.

Met behulp van de computer kijk ik naar hun schrijfstijl en probeer op basis daarvan vast te stellen hoe ze elkaar beïnvloedden en hoe hun kopieerpraktijk veranderde door de jaren heen. Er is namelijk iets heel bijzonders te vinden in de manuscripten geproduceerd door de kartuizers: ondanks de monastieke eed van stilte die de monniken aflegden bij hun intrede, werkten ze toch intens samen. In de kantlijnen van hun manuscripten laten ze kleine boodschapjes voor elkaar achter, die ons toelaten over hun schouders mee te kijken tijdens het schrijven. Via stylochronometrie (het computationele onderzoek van de evolutie van schrijfstijl) bestudeer ik de evolutie en convergentie in hun lokale kopieerpraktijken.

Silent voices: A Digital Study of the Herne Charterhouse as a Textual Community (ca. 1350-1400) 

Since October 2023, I have been working on the Silent Voices project under the supervision of Mike Kestemont and Remco Sleiderink. I conduct computational research on the 14th-century monks in the Carthusian monastery of Herne; a community which profoundly influenced the cultural history of Low Countries. At a time when literature was still mostly written in Latin, this monastery served as a true hotspot in the production and dissemination of vernacular texts. The Carthusians of Herne were particularly prolific − they copied over 25 Middle Dutch and Latin manuscripts! − and modest − we rarely find a scribe’s name in the transmitted manuscripts. Therefore, I study the Carthusians as a scribal community and do not try to link them to historical figures. Using the computer, I look at the monks’ writing style in order to determine how they influenced each other and how their copying practices changed over the years. In this context, something valuable is present in the manuscripts produced by the Carthusians: the monastic oath of silence the monks took when they entered did not prevent them from working together intensely. In the margins of their manuscripts, they left little messages for each other, allowing us to look over their shoulders as they wrote. Through stylochronometry (the computational study of the evolution of writing style), I study the evolution and convergence in their local copying practices.

Nicky Voorneveld

Karel ende Elegast in handschrift en druk / Karel ende Elegast in Manuscript and Print

Voor mijn onderzoek bestudeer ik de Middelnederlandse ridderroman Karel ende Elegast om te bepalen hoe deze archaïsche tekst door de jaren heen werd beschouwd en gewaardeerd. De tekst is bewaard gebleven in fragmenten van zeven verschillende 14e- en 15e-eeuwse manuscripten, en in evenveel 15e- en 16e-eeuwse gedrukte edities. Na twee eeuwen te zijn verdwenen, werd de tekst in de 19e eeuw weer populair en is sindsdien veelvuldig geprezen, bestudeerd, uitgegeven en onderwezen.

Mijn project bestudeert de evoluties die Karel ende Elegast onderging, zowel met betrekking op de inhoud als met betrekking op de materiële vormgeving. Welke keuzes maakten de producenten en gebruikers van de tekst en waarom? Ik kijk bijvoorbeeld naar de manieren waarop de gedrukte edities de handschriftelijke traditie nabootsen, en hoe moderne onderzoekers omgaan met de variatie tussen verschillende versies. Remco Sleiderink en Mike Kestemont begeleiden het project, dat deel uitmaakt van het doctoraatnetwerk ‘REBPAF: Re-mediating the Early Book: Pasts and Futures’. Daarin doen dertien promovendi aan zes Europese universiteiten onderzoek naar verschillende aspecten van de interactie tussen handschrift en druk in de 15e- en 16e-eeuwse boekproductie.

(lees het volledige artikel over haar onderzoek hier)

My research looks at the Middle Dutch chivalric romance Karel ende Elegast to determine how, as an archaic text, it was perceived and appreciated over the years. The text has survived in fragments of seven different 14th and 15th century manuscripts, and an equal number of 15th and 16th century printed editions. After seemingly disappearing for two centuries, it regained popularity in the 19th century and has since been widely praised, studied, republished, and taught. My project studies the evolutions Karel ende Elegast underwent, both in terms of content and in terms of materiality, what choices were made by its producers and users, and what the reasons behind those choices may have been. For example, it looks at the ways in which the printed editions mimic the manuscript tradition, and how modern researchers approach the variation between different versions. The project is supervised by Remco Sleiderink and Mike Kestemont, and is part of a doctoral network called ‘REBPAF: Re-mediating the Early Book: Pasts and Futures’, in which 13 PhD students at 6 European universities research different aspects of the interaction between manuscript and print in 15th and 16th century book production.

Marika Fox

Is het de moeite waard? Het modelleren van de gepercipieerde waarde van het middeleeuwse boek via voorspellende machine-learning methoden

Mijn project maakt deel uit van het door de EU gefinancierde doctoraatnetwerk ‘REBPAF: Re-mediating the Early Book: Pasts and Futures’. Daarin bestuderen doctorandi hoe het boek zich door de geschiedenis heen heeft aangepast aan verschillende formats. Mijn onderzoek, onder begeleiding van Mike Kestemont en Remco Sleiderink, focust op de vraag hoe mensen de waarde van manuscripten en vroege drukken percipiëren. Hoe is deze perceptie door de geschiedenis heen veranderd en hoe kan die in de toekomst blijven veranderen?

De middeleeuwse manuscripten die vandaag voor duizenden euro’s worden verkocht, waren ooit de standaard boekvorm. Misschien werden de manuscripten wel gebruikt als naslagwerk in een bibliotheek, zoals de paperbacks van tegenwoordig? Soms werden manuscripten zo waardeloos geacht dat ze verscheurd werden om de restjes te gebruiken als versteviging van boekbanden of kledingstukken. Wanneer zijn ze dan wel interessante verzamelobjecten geworden? En welke factoren maken bepaalde vroege boeken veel duurder dan andere? Ik probeer deze vragen te beantwoorden door de historische ontwikkeling van de veilingprijzen van boeken te traceren. Hoeveel zijn mensen bereid te betalen voor middeleeuwse manuscripten? Vervolgens probeer ik met behulp van machine learning toekomstige prijzen te voorspellen. En misschien sluit ik onderweg wel een goede deal?

Is it Worth It? Modelling the Perceived Value of the Medieval Book Using Predictive Machine-Learning Methods

My project is part of the EU-funded doctoral network ‘REBPAF: Re-mediating the Early Book: Pasts and Futures’, which centers around studying how the book has adapted to different formats throughout history. My research, under the supervision of Mike Kestemont and Remco Sleiderink, focuses on the question of how people perceive the value of manuscripts and early prints, how this perception has changed throughout history, and how it might continue to change in the future. At one time, the medieval manuscripts that sell for thousands of euros today were the standard form of books- perhaps regularly used for reference in a library like today's paperbacks. At other times, they were considered so worthless they were often torn up so the scraps could be used to stiffen book bindings or clothing items. So, when did they become such interesting collector's items? And what factors make certain early books much more expensive than others? I am attempting to answer these questions by tracking the historical evolution of book auction prices- i.e., how much people are willing to pay for these items. I will then try to use machine learning to predict future prices- and maybe find some good deals along the way!