Het raadsel van Karel ende Elegast: een verhaal van verloren verzen en veranderende waardering 

Met de komst van de boekdrukkunst vonden eeuwenoude verhalen een nieuw, divers en breder publiek. Maar wat als een drukker meer aanpast dan de bedoeling was? Hoe reageren de lezers op veranderende verhalen? Nicky Voorneveld neemt voor haar doctoraatsonderzoek de Middelnederlandse roman ‘Karel ende Elegast’ onder de loep. 

Van handschrift naar druk 

Nicky Voorneveld

Je vraagt je wellicht af: hoe begin je aan een studie naar de overlevering en waardering van een tekst uit het midden van de dertiende eeuw? Nicky start haar onderzoek alvast met zowel middeleeuwse teksten als moderne edities van Karel ende Elegast: “In het totaal zijn er zeven handschriftfragmenten uit de veertiende en vijftiende eeuw overgeleverd, en ook zeven gedrukte edities uit de vijftiende en zestiende eeuw. Ik kijk naar het verschil in opmaak, wat dit ons kan vertellen over het gebruik van de tekst en hoe hij gelezen werd. Daarnaast kijk ik ook naar de inhoud en welke veranderingen daarin voorkomen. Erg interessant in de overstap tussen de handgeschreven versies en de gedrukte versies is dat ze juist het historische aspect vaak willen benadrukken. Zo voegen ze in druk bijvoorbeeld een levensbeschrijving van Karel de Grote toe, en behouden ze het originele rijmschema, terwijl veel andere teksten net naar proza worden omgezet. Er wordt dus vastgehouden aan hoe de tekst eerder gelezen werd. Tot slot onderzoek ik ook hoe er sinds de herontdekking in de negentiende eeuw naar de tekst gekeken wordt. Hiervoor kijk ik naar het onderzoek dat toen rond de tekst gedaan werd, maar ook naar de manier waarop de tekst behandeld werd in edities.” 

Het vergelijken van de verschillende versies is monnikenwerk, maar gelukkig kan Nicky gebruik maken van kennis en tools die al ontwikkeld zijn door collega-doctorandi binnen het departement Letterkunde, met name het werk dat Sofie Moors al verrichtte hiervoor

Verschil tussen varianten 

Naast de Middelnederlandse versies, kennen we intussen ook varianten van het verhaal in andere talen. “De Duitse versies lijken het meest op het verhaal dat wij kennen,” aldus Nicky, “maar ook in Scandinavië bestaan er verhalen die wel heel erg op Karel ende Elegast lijken. Soms zijn de hoofdfiguren wat jonger of ontmoeten we geheel nieuwe personages, soms speelt het zich af op een andere locatie en binnen een ander tijdsbestek, … Dat laatste is trouwens iets wat niet helemaal ‘klopt’ aan de Middelnederlandse versie van Karel ende Elegast. Het verhaal voltrekt zich op één nacht, maar de geografische afstanden die ze binnen die nacht afleggen zijn onmogelijk lang. In andere versies wordt dat soms wat realistischer gemaakt. In verschillende bronnen wordt er ook verwezen naar een Franse tekst, maar deze is helaas niet overgeleverd.” 

Brussel, Koninklijke Bibliotheek, II 47686 A L.P., f. 1r. Herkomst: Antwerpen, [1550-1596], titelblad.

Verloren verzen 

Met de laatste Middelnederlandse druk die we kennen van Karel ende Elegast – de zogenaamde ‘druk E’ (deze wordt gedateerd tussen 1550 en 1596 en bevindt zich momenteel in de collectie van de KBR) – is er iets vreemds aan de hand. Maar liefst 150 verzen zijn uit de tekst verdwenen. Nicky: “We weten niet precies hoe dit gebeurd is, maar aangezien de verzen overeenkomen met exact twee bladen van een eerdere druk, is het waarschijnlijk dat de drukker verder werkte op een beschadigde kopie of op een versie waarin de bladen al onopgemerkt waren overgeslagen. De lezer van druk E zal dit in eerste instantie mogelijk niet eens meteen gemerkt hebben, want het rijm is aangepast en loopt wel door.” 

En dat brengt ons bij de volgende vraag: hoe kwam dit dan over op de lezer? Want de verdwenen verzen waren wél belangrijk voor een goed begrip van het verhaal: “In druk E gaat het verhaal over van de scene waarin Adelbrecht (eigenlijk Karel de Grote incognito) en Elegast klaar staan om in te breken in het kasteel van Eggherick, de schoonbroer van Karel, naar de scene waarin Elegast alweer buiten staat met een mooie buit, maar allesbehalve blij lijkt te zijn. In de missende verzen lees je hoe Elegast tijdens zijn inbraak een belangrijk gesprek afluistert tussen Adelbrecht en zijn vrouw. Uit dit gesprek blijkt dat hij een moordaanslag op Karel de Grote voorbereidt. Vandaar dat Elegast zo aangedaan is als hij terugkomt. Voor de lezer moet dit heel verwarrend geweest zijn. Zeker als er later in het verhaal, tijdens de ontknoping, wel terug over het complot gesproken wordt.” 

Leidde onbegrip tot onderwaardering? 

In haar onderzoek wil Nicky nu achterhalen welk effect deze missende pagina’s hebben gehad op de ervaring van de lezers uit die tijd. Dat is niet makkelijk te achterhalen want er zijn nergens aantekeningen te vinden die hier gewag van maken: “Wat we wel weten is dat deze druk de laatste editie van Karel ende Elegast is – waar we vandaag de dag een exemplaar van hebben – , vooraleer het verhaal herontdekt wordt in de negentiende eeuw. Het is natuurlijk heel hypothetisch om nu te beweren dat het einde van de druk veroorzaakt werd door deze onvolledige editie, daar moet nog verder onderzoek naar gebeuren. Maar je vraagt je toch af of het verwarrende verhaal de populariteit ervan deed dalen?” 


Meer weten?

Het onderzoek van Nicky staat niet alleen, maar kadert het binnen een groter internationaal project: het Europees ‘doctoral network’ REBPAF (Re-mediating the Early Book: Pasts and Futures). Onder deze paraplu zijn maar liefst 13 doctoraatsstudenten in 6 Europese landen aan het werk rond verschillende, maar gerelateerde onderwerpen die te maken hebben met vroege gedrukte boeken.  

Lees ook Nicky’s blog op de REBPAF pagina.

The riddle of Karel ende Elegast: a tale of lost verses and changing appreciation
With the discovery of printing, centuries-old stories found a new, diverse and wider audience. But what if a printer adapted more than intended? How do readers respond to changing stories? Nicky Voorneveld takes a closer look at the Middle Dutch novel 'Karel ende Elegast' for her doctoral research. Remarkably in the so-called 'edition E' (dated between 1550 and 1596 and is currently in the KBR collection) as many as 150 verses have disappeared from the text. The reader of print E may not even have noticed this immediately at first, as the rhyme has been altered and does run. So how did this come across to the reader? Did it lead to a decline in the popularity of the story?