Universiteit Antwerpen zet volop in op groenere gevels, daken en andere faciliteiten om de biodiversiteit op haar vier campussen te versterken. Duik mee in de groeiende en bloeiende initiatieven.
Groene gevels en daken
Dat ze mooi zijn, je gebouw isoleren, fijn stof opvangen en zuurstof aanmaken – het zijn maar een paar goede redenen om groen tegen je gevel te laten klimmen. Inheemse planten zoals klimop of wilde wingerd houden water vast en dragen bij aan de biodiversiteit op de campus, want ook insecten en vogels vinden hun weg naar de gevels.
De Milieudienst ‘wipte’ verschillende tegels aan de muren van Gebouw R op de Stadscampus en plantte er groen in de bodem dat na een jaar al stevig omhoogklimt. Hetzelfde geldt voor het nabijliggende Gebouw S. Ook aan Gebouw Z op Campus Groenenborger werden intussen tegels gewipt – een project van DavingA, de alumnivereniging industriële ingenieurswetenschappen.
Op de gelijkvloersverdieping van Gebouw R op de Stadscampus, waaronder nog enkele aula’s schuilen, werd een groendak aangelegd, met kleurrijke mossen waarop je vanuit de leslokalen kan uitkijken. Een luchtje scheppen kan er ook, gewoon even de schuifdeuren opentrekken.
Zwaluwnesten op de Paardenmarktsite
De gebouwen van de Paardenmarktsite, die voordien niet met elkaar verbonden waren, lagen in het midden van de vliegroute van de bedreigde gierzwaluw. De trekvogel had nesten gemaakt in tal van gaten en spleten in de gebouwen, voor ze met glazen passerelles met elkaar verbonden werden. In overleg met het Agentschap voor Natuur en Bos werden er compensatienesten voor gierzwaluwen voorzien in de gevels van de Paardenmarktsite. De studenten productontwikkeling maakten nestkastjes en de beste ontwerpen werden opgehangen. De groenzone op het binnenplein werd op het laatste moment nog stevig uitgebreid en voor de beplanting koos de universiteit bewust voor inheemse planten, om de biodiversiteit te stimuleren.
Over bloemetjes en bijtjes
Op Campus Groenenborger en Campus Drie Eiken werden in de afgelopen jaren bloemenweides gezaaid, enerzijds omdat ze mooi zijn, anderzijds ook om de bijen op hun wenken te bedienen. Verschillende imkers uit de buurt gingen op Campus Drie Eiken aan de slag, net als op Campus Middelheim. Vanaf volgend academiejaar rolt het Departement Diergeneeskundige Wetenschappen er een bijenproject uit, waarbij studenten de kasten zullen controleren op onder meer parasieten. Volgens hoogleraar Jo Leroy voelen de bijen zich er intussen thuis, onder meer door de lindebomen in de buurt.
Schaduw voor de zoogdieren
In het hectare weiland rond de Ark, waar de koeien, paarden en schapen van diergeneeskunde grazen, vind je een twintigtal elzen, die werden gerecupereerd en ingenieus machinaal verplaatst, waardoor ze nu schaduw geven aan de dieren. Afgelopen winter werden er overigens ook knotwilgen geplant aan de rand van het weiland, ideaal om het bij wateroverlast droog te trekken en wanneer ze wat groter zijn, heel wat fauna te herbergen. Leerlingen van het Leonardo Lyceum zaaiden er ook bloemenstroken in om de biodiversiteit te versterken.
Award voor Biodivers Bedrijventerrein
Aan Campus Drie Eiken liggen veel vijvers en grachten, die niet meer allemaal mooi in elkaar overlopen. Op dit moment ligt een studie voor om alles in te meten en buizen vrij te maken zodat het cascadesysteem uit 1974 in ere wordt hersteld. Sommige van deze vijvers werden al gebaggerd en bepaalde oevers werden vrijgemaakt, wat de kwaliteit van het water nu al ten goede komt. Aangezien er heel wat watervogels hun nestjes maken langs de oevers, wordt er in het broedseizoen niet gemaaid. Om het gras op sommige plekken kort te houden, werkt UAntwerpen samen met de Antwerpse Stadsherder en diens schapen. De schapen trekken rond, nemen verschillende zaden mee tussen hun hoeven, laten die weer achter en zorgen zo mee voor een ruimere biodiversiteit op het grasland. In 2021 won de campus nog een award voor Biodivers Bedrijventerrein.
In de startblokken
UAntwerpen kreeg de goedkeuring van de overheid om het grasland tussen campus Groenenborger en Gebouw Z, waar de Craeybeckxtunnel onder ligt, te beheren. Samen met medewerkers worden plannen gemaakt om dit stukje groen een nog mooiere en meer biodiverse invulling te geven, met onder meer een kruidentuin en een bloemenzone.