Diversiteit als meerwaarde en inclusiviteit als norm – deze krachtlijnen van UAntwerpen zijn niet enkel van toepassing op het onderwijs en het beleid van UAntwerpen, maar ook op de structuur en de invulling van haar gebouwen. We spreken Maddie De Pauw, expert bouwprojecten, over een inclusieve campus.
Dag Maddie, hoe zorgen jullie ervoor dat jullie geen enkele gebruiker over het hoofd zien tijdens de renovatie van een gebouw?
Bij grote projecten is de regelgeving voor toegankelijkheid van publieke gebouwen al sinds 2010 in werking. Die criteria liggen wettelijk vast. Maar uiteraard doen we daarnaast ook veel zaken zelf. De roosteraars van de faculteit gaan aan het begin van het academiejaar bijvoorbeeld kijken welke noden er zijn bij de studenten en gaan daarop toegankelijke lokalen toewijzen. Zo moeten studenten met een beperkte mobiliteit niet onnodig trappen doen, bijvoorbeeld.
Kan je meer vertellen over de toegankelijkheid van de nieuwe Paardenmarktsite, waar je projectleider van was?
Historisch waren dat allemaal losse gebouwen, de architecten hebben ze slim verbonden met passerelles en liften op strategische plekken. Al tijdens de ontwerpfase zoeken we naar de beste oplossing. De draaicirkel voor rolstoelgebruikers is overal groot genoeg, vervelende opstappen zijn weg en we hebben op sommige plaatsen met deurmagneten gewerkt, zodat de deuren kunnen blijven openstaan. Er zitten ook contrastmarkeringen op trapneuzen en je vindt er ook noppentegels in de gebouwen, voor slechtzienden.
Hoe houden jullie rekening met mensen met een functiebeperking in de andere gebouwen?
Vroeger werden de docentendesks vooraan in de aula op een trede gebouwd, maar die doen we nu systematisch weg, want die kunnen niet worden gebruikt door rolstoelgebruikers. En ook de akoestiek is belangrijk. Iemand met gehoorproblemen kan niet goed lesgeven of les krijgen wanneer de akoestiek slecht is. Daarom werden nieuwe computerklassen uitgedost met geluidsabsorberende spuitpleister. En op de Paardenmarktsite gaat de helling van de fietsenstalling heel geleidelijk, zodat mensen die iets minder kracht hebben, hun fiets ook in of uit de parking krijgen.
Hoe zit het met genderinclusiviteit?
In nieuwe projecten bekijken we of genderinclusieve toiletten voor de bezoekers en studenten mogelijk zijn in het ontwerp. We tonen dan genderneutrale pictogrammen, zodat mensen zelf kunnen kiezen van welke faciliteit ze gebruik willen maken. We gaan ze niet meteen allemaal vervangen, dat zou niet passen binnen de duurzaamheidslogica, maar als er sowieso werken gebeuren, sturen we bij.
Wordt er ook gekeken naar andere zaken die met diversiteit en inclusie te maken hebben, los van gebruikers met een functiebeperking?
Wij zijn erg bezig met natuurinclusief bouwen. Op de Paardenmarkt hebben we, in overleg met het Agentschap voor Natuur en Bos, compensatienesten voor gierzwaluwen voorzien in de gevels. De groenzone op het binnenplein hebben we op het laatste moment nog veel groter gemaakt dan oorspronkelijk ontworpen en voor de beplanting hebben we bewust voor inheemse planten gekozen, om de biodiversiteit te stimuleren. Omdat het een site is met veel glas, hebben we ook duidelijke contrastmarkeringen voorzien. Gelukkig zijn er nog geen vogels tegen het raam gevlogen.
Wat zijn volgens jou de belangrijkste uitdagingen en kansen op het gebied van inclusiviteit en diversiteit in de bouwsector in zijn geheel?
Vorige week hadden de studenten productontwikkeling een inleefsessie op de Paardenmarktsite. Ze bewogen zich in een rolstoel, en nadien geblindeerd, door het gebouw. Daaruit bleek dat een wc-rolhouder in een toilet voor rolstoelgebruikers iets te ver stond. Een rolstoelgebruiker zou niet aan het papier kunnen. Als ontwerper en als uitvoerders kan je met een kleine ingreep een grote invloed hebben. Sensibilisering blijft daarom een grote uitdaging.