Eerste Engelstalige bachelor gelanceerd: “We voelen ons pioniers”

De eerste Engelstalige bacheloropleiding aan onze universiteit is een feit: het studieprogramma ‘Social-Economic Sciences’ (SES), een brede opleiding met een internationale focus, lokte een kleine veertig Vlaamse en buitenlandse studenten. Onder hen ook Nederlander Tijmen de Brouwer: “Met een opleiding als deze kan ik later altijd opteren voor een internationale carrière”, zegt hij.  

Toen Tijmen de Brouwer uit Eindhoven vorig jaar begon na te denken over zijn studiekeuze, ging zijn voorkeur uit naar een Engelstalige opleiding, het liefst in het buitenland. Voor wie hem kende, kwam dat niet als een verrassing: hij doorliep zijn middelbaar immers op een tweetalige, internationaal georiënteerde school waar bijna alle vakken in het Engels werden gegeven. “Eerst dacht ik aan een bestemming verder weg, maar Antwerpen leek me ook een goede optie. Dat is nog redelijk dichtbij, zodat ik elk weekend naar huis kan. Een goed compromis”, vindt Tijmen. Toen zijn oog op de nieuwe opleiding SES viel, was hij snel verkocht. “Ik vind het moeilijk te kiezen, dus een brede basis met zowel economie als sociale wetenschappen leek me perfect”, vertelt hij.

De Engelstalige bachelor SES, een opleiding binnen de Faculteit Sociale Wetenschappen in samenwerking met de Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie, speelt in op de toenemende internationalisering binnen het onderwijs. “Onze universiteit zet al jaren sterk in op de ontwikkeling van internationale en interculturele competenties”, zegt praktijkassistente Kim Boudiny. “Met deze opleiding kunnen we die lijn doortrekken. Al in de aula bouwen de studenten aan een buitenlands netwerk. Uit onze studentenbevraging blijkt dat dat internationale karakter voor onze studenten een belangrijke reden was om voor de opleiding te kiezen. Een behoorlijk deel denkt aan een internationale carrière. SES is daar een goede voorbereiding op: de studenten volgen de lessen in het Engels en studeren in een internationale omgeving.”

Studieprogramma uniek in Vlaanderen

SES is de Engelstalige tegenhanger van de opleiding sociaal-economische wetenschappen, een studieprogramma dat een kleine twintig jaar geleden in het leven werd geroepen en destijds uniek was in Vlaanderen. Het Engelstalige broertje omvat hetzelfde studieprogramma, op een paar aanpassingen na. Zo is ‘Academic English’ een verplicht opleidingsonderdeel in het eerste jaar. “En uiteraard brengen we de vakken ook inhoudelijk anders, met een meer internationale insteek”, zegt opleidingsverantwoordelijke professor Koen Decancq. “Als je over ‘de maatschappij’ spreekt, is dat voor een internationale groep iets anders dan wanneer je enkel aan Vlamingen lesgeeft. Dat maakt het voor ons als docenten ook boeiend: je gaat je eigen uitgangspunten in vraag stellen.”

Met de Engelstalige bachelor mikt de faculteit zowel op internationale studenten als op Nederlandstalige studenten die kiezen voor een extra uitdaging of sterk internationaal gericht zijn. Beide groepen zijn in de eerste lichting mooi verdeeld: zowat de helft van de 38 studenten heeft de Belgische of Nederlandse nationaliteit. De overige studenten komen grotendeels uit andere landen binnen Europa, van Duitsland en Frankrijk tot Estland en Polen. Een aantal van hen heeft Engels als moedertaal.

Tussenschotten doorbreken

Die tweedeling brengt extra uitdagingen met zich mee. Want zelfs in een opleiding die zich nadrukkelijk als internationaal profileert, ontstaan er al gauw aparte groepjes met uitsluitend Vlaamse of buitenlandse studenten. Dat kwam ook naar voor uit de studentenbevraging. “We hebben geprobeerd om dat te doorbreken met verschillende welkomstactiviteiten, waaronder een escape game in het gebouw van De Meerminne”, zegt Kim. “De bedoeling was om samen met Annelies Haeverans ook in de loop van het eerste semester een programma te voorzien, maar jammer genoeg heeft corona een aantal keer roet in het eten gegooid. Maar in het komende semester gaan we dat zeker goedmaken.”

Koen en Kim beseffen dat het doorbreken van die tussenschotten een blijvend aandachtspunt zal zijn. Kim: “Daarom denken we dat het zinvol kan zijn om de training interculturele communicatie, die nu alleen aan buitenlandse studenten wordt aangeboden, toegankelijk te maken voor al onze studenten.” Intussen proberen ze ook op andere manieren die tweedeling te vermijden, onder meer door bij groepsopdrachten een gemengde samenstelling na te streven en door de Nederlandstalige studenten aan te moedigen ook tijdens de pauzes Engels te praten.

In English please

Tijmen had het voorbije semester vooral contact met buitenlandse studiegenoten. Niet bewust, zegt hij daarover. “Blijkbaar waren dat gewoon de mensen die me het meest lagen. Ik merkte trouwens dat de buitenlandse studenten meer dan de anderen behoefte hadden aan sociaal contact, vermoedelijk omdat ze buiten de les minder gemakkelijk aansluiting vinden. Zelf heb ik ook een heel goed contact met mijn kotgenoten, die toevallig bijna allemaal Nederlanders zijn.” Dat ze voorlopig maar met een groepje van een twintigtal studenten college hebben – niet iedereen woont de lessen live bij – vindt hij best fijn. “Dat gaf me tijdens het eerste semester nog een beetje een middelbareschoolgevoel”, lacht hij. “In die zin was het een zachte overgang. Bij het begin van het tweede semester zat ik voor het eerst in een overvolle aula, doordat we een vak gemeenschappelijk hadden met andere groepen. Dat voelde voor mij als het eerste ‘echte’ college.”

Dankzij zijn tweetalige vooropleiding heeft Tijmen geen probleem met de Engelstalige colleges. Daarin is hij niet alleen: in de studentenbevraging gaven maar twee van de vijftien niet-Engelstalige respondenten aan dat ze het niveau van het Engels onderschat hadden. De meerderheid van de studenten was ook geslaagd op het eerste deel van het opleidingsonderdeel ‘Academic English’.

En hoe is het voor de docenten om in het Engels les te geven? Dat verloopt vlot, zegt Koen. “Als onderzoeker ben je gewoon om in het Engels te communiceren. Zelf heb ik tijdens mijn loopbaan alleen nog maar in het Engels lesgegeven. Ik denk dat ik het juist moeilijker zou hebben om naar de juiste Nederlandse termen te zoeken. Wil dat zeggen dat we allemaal perfect Engels spreken? Zeker niet, maar dat hoeft ook niet.” Docenten die aan onze universiteit in het Engels lesgeven, moeten hoe dan ook kunnen aantonen dat ze niveau C1 halen. “Dat is behoorlijk hoog”, zegt Koen.

Eerste examenreeks achter de rug

Dat onze universiteit almaar meer buitenlandse studenten en werknemers telt, brengt ook praktische uitdagingen met zich mee. Nog te vaak botsen ze op een Nederlandstalige muur, vindt Koen. “Algemene handleidingen, webpagina’s, instructies in lokalen, het aanbod van de studentenverenigingen, noem maar op: dat zou allemaal in het Engels beschikbaar moeten zijn.” “Zoiets lukt niet van de ene dag op de andere en is een werk van verschillende diensten. Er is al een groot Engelstalig aanbod, en dat wordt steeds verder uitgebreid”, valt Kim hem bij.” Zelf is ze een Engelstalige versie aan het ontwikkelen van het facultaire Zelfstudiepakket Academische Bronverwerking.   

Intussen zitten het eerste semester en de eerste examenreeks erop. Op het eerste gezicht zit de succesratio goed. Een groep studenten behaalde heel mooie resultaten, een aantal anderen had het duidelijk moeilijker. Meer gedetailleerde analyses zijn nog volop lopende. “Zeker bij zo’n nieuwe opleiding willen we dat van dichtbij monitoren”, merkt Kim op.

Pioniersgevoel

Zowel bij de studenten als de docenten heerst er een soort van pioniersgevoel, vertelt Kim. “En ook bij het Departement Onderwijs zijn ze heel benieuwd naar het verloop.” Dat geldt ook voor de andere universiteiten, vult Koen aan. “In feite is dit een experiment.” Ze geven zichzelf een aantal jaar om de opleiding te laten groeien. Met de bijna veertig inschrijvingen werden de verwachtingen alvast overtroffen. Koen: “Vergeet niet dat we pas laat met de werving konden starten, doordat we pas een half jaar vooraf officiële goedkeuring kregen voor de opleiding. Ik maak me dan ook geen zorgen. Met de internationale gemeenschap in Brussel en het internationale karakter van Antwerpen, is er ongetwijfeld een vraag naar dit programma.”

Over dik drie jaar zwaait de eerste lichting SES-studenten af. Als alles meezit, is Tijmen een van hen. Hij beseft weliswaar dat hij daarvoor nog een tandje moet bijsteken, want voor een vak was hij niet geslaagd. Maar hij vertrouwt erop dat het goed komt. Voor welomlijnde toekomstplannen is het nog te vroeg. “Of ik later een internationale carrière wil? Dat weet ik nog niet, maar ik sluit werken in het buitenland zeker niet uit. Met deze studie hou ik die optie alleszins open. En dat ik intussen over heel Europa vrienden heb gemaakt, is mooi meegenomen”, lacht hij.


Meer weten over de Engelstalige bachelor Social-Economic Sciences? Ontdek er alles over op de opleidingspagina’s.