Patricia Galiana en Liselotte Van der Gucht maakten van de lockdown tijdens de eerste weken van de coronacrisis gebruik om hun studenten taal- en letterkunde een bijzondere opdracht te geven. Die luidde als volgt: schrijf een brief aan COVID-19-patiënten in Spaanse en Duitse ziekenhuizen en woonzorgcentra. Patricia en Liselotte vertellen hoe hun idee tot stand kwam.
Plots moesten we allemaal op een andere manier beginnen werken en leven. Niet meer naar school, naar de universiteit, naar het werk, naar andere mensen. In uw kot blijven.
We leven in het internettijdperk: smartphones, verschillende apps om videoconferenties te doen en een heleboel online tools binnen ons bereik. We kunnen gemakkelijk communiceren met iemand die ver van ons is, maar wel zonder lichamelijk contact. COVID-19 brengt onzekerheid, angst, afstand en eenzaamheid met zich mee, maar ook solidariteit, empathie en een soort gevoel van samenhorigheid.
Ik hoorde van een Spaanse vriend (via social media) die werkzaam is in de zorgsector dat sommige COVID-19-patiënten een groot gebrek aan sociaal contact hebben. Een jonge dokter had een idee: steunbrieven (of e-mails) schrijven en deze naar het ziekenhuis sturen om onder de patiënten te verdelen. Ze had een audio petitie opgenomen om dit te verspreiden via WhatsApp en enkele dagen daarna verscheen er ook een artikel over in de krant El País. Ik dacht dat dit een zinvolle opdracht kon worden voor mijn studenten Spaans uit de richting taal- en letterkunde. Ze kunnen hiermee hun Spaans oefenen en tegelijkertijd iemand in moeilijkheden steunen.
Ik stelde verschillende opdrachtjes voor afhankelijk van het niveau en met verschillende leerdoelen:
- Luistervaardigheid: Naar de audio petitie te luisteren en een aantal vragen beantwoorden (midden-hoog niveau).
- Leesvaardigheid: het krantenartikel lezen (midden-hoog niveau) of een kortere schriftelijke petitie via WhatsApp (lager niveau).
- Schrijfvaardigheid: de eindopdracht, een steunbrief schrijven naar een geïsoleerde COVID-19-patiënt. Afhankelijk van de groep, moesten ze op bepaalde structuren passen.
Terzelfdertijd was dit een kans om aan zelfreflectie te doen over wat er aan de hand is en dat op papier te zetten en tegelijkertijd de afstand tussen de mensen te verkleinen.
De opdrachten waren vrijwillig en werden niet geëvalueerd. De brieven werden naar het Hospital Universitario de la Princesa in Madrid en/of naar het Hospital Universitario de Burgos in Burgos.
Twee betrokken studenten van Spaans willen graag hun ervaring en mening meedelen.
Eén van de dingen die tijdens de coronacrisis pijnlijk duidelijk zijn geworden, is het dat steeds meer mensen eenzaam zijn. Niet enkel gevoelsmatig, maar ook effectief niemand meer hebben om “aan de bubbel toe te voegen”, of überhaupt om een bubbel mee te vormen.
Niemand ligt graag in het ziekenhuis, zeker nu niet. Om eender welke reden. Maar hetgeen de meeste mensen op de been zou houden – het verlangen je geliefde(n) terug te zien, terug te kunnen vastnemen of gewoon een babbeltje slaan – is net datgene dat compleet ontbreekt.
Op het eerste zicht leek het me een eenvoudige opdracht om mijn Spaans verder te oefenen buiten de lescontext; “schrijf eens een brief aan iemand die je niet kent; iemand die misschien niemand heeft om naar uit te kijken” – schenk een hart onder de riem. Maar wat zeg je tegen iemand die je niet kent en waarvan je niet weet of een hart onder de riem genoeg zou kunnen zijn?
Plots leek alles zo enorm banaal. Onze bubbels en het zoeken naar omwegen om ze toch maar zo vrij mogelijk te kunnen interpreteren, de hoop en wens om onze (groot)ouders, vrienden, … terug te zien. Ik denk dat ik voornamelijk besefte dat het feit dat we nog kunnen tobben over al deze mensen om ons heen, ons zo enorm gelukkig maakt als mens. Ook al beseffen we dat niet altijd. Toen wist ik opeens helemaal niet meer wat zeggen.
‘Quiero preguntarte sinceramente cómo estás sin que sientas que la respuesta tiene que ser “estoy bien”. Un ser humano no es, y no puede ser, tan fuerte cada día. Te deseo que tengas esperanza.’
(Ik zou je graag eerlijk willen vragen hoe het met je gaat, zonder dat je het gevoel hebt dat “het gaat goed” het antwoord hoeft te zijn. Een mens is niet, en kan ook niet, elke dag even sterk zijn. Ik wens je moed toe.)
Toen ik hoorde over dit mooie initiatief voelde ik mij aangesproken om zelf ook een steunbrief te schrijven. Ik ben van mening dat zo een brief een positieve invloed kan hebben op de mentale gezondheid van de patiënten. Zij zitten alleen op een kamer met weinig menselijk contact dus het lezen van aanmoedigende woorden kan helpen om het moreel hoog te houden. In mijn brief heb ik geprobeerd om moed in te spreken door de situatie op een andere manier te schetsen: ‘Intenta de ver la situación en la que estás como una película de acción en la que tú eres el héroe y COVID-19 el malo.’ (Probeer de situatie waarin je je bevindt te zien als een actiefilm waarin jij de held bent en COVID-19 de slechterik.). Als de persoon die dit leest zich niet gesteund voelt door deze woorden, zorgt het hopelijk wel voor een lach.
Vanaf de week na de paasvakantie heb ik me aan live onderwijs via Blackboard Collaborate Ultra gewaagd. Dat was een bewuste beslissing om de studenten (en mezelf) eerst nog de rust van de paasvakantie te gunnen en niet van de ene week op de andere te moeten overschakelen. Zo kon ik me goed voorbereiden op het gebruik van de online tool (wat niet betekent dat het nu altijd van een leien dakje verloopt). In de drie weken voor de paasvakantie gingen mijn studenten zelfstandig aan de slag met de leerstof en voorzag ik ze van voorbeeldoplossingen met een woordje uitleg en vervangopdrachten die de lessen enigszins konden vervangen. Ik wou deze taken echter niet zomaar opgeven. Ik wou graag zelf iets bijdragen en de studenten het gevoel geven dat ze niet gelijk welke opdracht moesten volbrengen ter vervanging van een les. Toen kreeg ik via mijn collega Tanja Mortelmans het idee van Patricia Galiana doorgespeeld: een brief schrijven aan iemand die door de coronacrisis getroffen werd.
Ik ging meteen aan de slag en mailde willekeurige Duitse woon- en zorgcentra die ik op internet had gevonden met de vraag of ze een samenwerking zagen zitten. In Duitsland waren op dat moment alle woon- en zorgcentra al gesloten voor bezoek. De bewoners zouden dus in elk geval wat afleiding kunnen gebruiken! Zo kwam ik in contact met het Candis Charleston Wohn- und Pflegezentrum in Regensburg en het Städt. Behindertenzentrum Dr. Dormagen-Guffanti in Keulen. Mijn studenten zouden voor de brieven zorgen, die de medewerkers van de centra dan aan hun bewoners konden bezorgen. In totaal kon ik 40 unieke brieven versturen. Ook al waren veel bewoners niet in staat om zelf brieven te lezen, waren velen van hen enorm verrast door de post uit België. Bovendien werd in Keulen zelfs een soort online televisieprogramma op poten gezet door mijn contactpersoon. Elke dag wordt een uur lang live uitgezonden met nieuws over vb. lokale initiatieven en het weer. Zo worden ook elke dag 2 brieven van mijn studenten live voorgelezen en over het hele zorgcentrum uitgezonden!
Hieronder leest u de ervaring van twee enthousiaste studenten Duits.
‘Zum Glück gibt es Online-Unterricht und kann ich immer noch zu Hause lernen. Es tut mir leid zu hören, dass Sie keinen Besuch mehr empfangen dürfen. Ich kann mir kaum vorstellen, wie das für Sie sei.’ (Gelukkig is er online onderwijs en kan ik nog steeds thuis studeren. Het spijt me te moeten horen, dat u geen bezoek meer mag ontvangen. Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe dat voor u is.)
De opdracht die mevrouw Van der Gucht ons gaf, vond ik meteen al erg leuk. Een brief schrijven aan een Duits verpleeghuis is niet alleen goed voor onze schrijfvaardigheid, maar heeft ook een maatschappelijk nut. Ik koos ervoor om een positieve brief te schrijven over hoe mijn leven er nu uit ziet en voegde ook wat foto’s toe. Daarnaast vond ik het erg vervelend om te horen dat de bewoners geen bezoek meer mochten ontvangen. Zelf mis ik mijn opa en oma ook wel, maar gelukkig kan ik voor het raam naar ze zwaaien en ze spreken. Om ook de Duitse ouderen een hart onder de riem te steken, heb ik gevraagd of ze me terug willen schrijven en voorgesteld om misschien te kunnen (video) bellen. Het geeft me veel voldoening om de situatie van deze ouderen wat dragelijker te maken en daarnaast is het voor mijn Duits natuurlijk ook mooi meegenomen. Ik heb nog niets teruggehoord, maar misschien komt dat nog wel. In ieder geval vond ik dit de leukste opdracht die ik dit jaar gedaan heb, dus ik hoop dat deze ook na het coronavirus onderdeel van het vak blijft.
Sinds het uitbreken van de coronacrisis waagt iedereen in mijn omgeving zich aan het gebruiken van verschillende online tools. Zo ook onze professoren, die zich in allerlei bochten wringen om ons toch op een aangename manier les te geven. Toen mevrouw Van der Gucht ons de opdracht over het schrijven van een brief naar een Duits woonzorgcentrum doorstuurde, dacht ik meteen: yes! Het is o zo moeilijk om in tijden als deze op een ontspannen manier met je studie of passie bezig te zijn, omdat we overspoeld worden door vele online prikkels. De opdracht kwam dus als geroepen. Je even volledig kunnen verplaatsen in het leven van die mensen, die van de ene op de andere dag geen bezoek meer mochten ontvangen. Hoe zou het met hen gaan? Want voor ouderen is het niet vanzelfsprekend om volledig over te schakelen op een online bestaan. Ik begon meteen na te denken: enerzijds wilde ik voor wat afleiding zorgen, anderzijds wilde ik ervoor zorgen dat de ouderen weten dat we aan hen denken. Het filosoferen over wat ik zou schrijven verliep zeer vlot, alles neerpennen in het Duits… dat was andere koek. Het was wel een enorm fijne uitdaging om op deze manier met mijn studie bezig te zijn, zo kreeg ik het gevoel dat wat ik maakte ook een hoger doel had.
‘Ich hoffe, dass Sie von den Menschen um Sie herum Unterstützung finden, dass Sie mit den Menschen, die Sie lieben, in Kontakt bleiben und dass ich für ein wenig Ablenkung sorgen konnte. Natürlich erwarte ich nicht, dass Sie etwas zurückschicken, aber es wäre schön.’
(Ik hoop dat u bij de mensen rondom u ondersteuning vindt, dat u met de mensen, van wie u houdt, contact houdt en dat ik voor wat afleiding kon zorgen. Natuurlijk verwacht ik niet, dat u iets terugstuurt, maar het zou leuk zijn.)
Ik verheug me op een antwoord, maar zelfs als dat er niet komt, heb ik ze toch een hart onder de riem kunnen steken… Het zit in de kleine dingen, nietwaar?