Bij het begin van de zomer barst opnieuw het gevecht om de student los. Tijdens de coronacrisis ging de aandacht vooral naar beroepen uit de zorgsector. Die publieke waardering was absoluut terecht, maar we mogen ook de wetenschappelijke opleidingen niet vergeten. Biologen, scheikundigen, informatici… leerden ons bijzonder veel over het coronavirus en de beste manieren om de crisis op te lossen. Nick Schryvers licht toe.
Een regionale televisiezender bracht onlangs een kort interview met een jonge studiekiezer: “Ik twijfelde nog, maar nu heb ik toch gekozen. Ik ga geneeskunde studeren, dan kan ik mensen helpen”. Mooi toch. Ook kinderen in vluchtelingenkampen willen meestal arts of advocaat worden, om mensen te helpen en/of onrecht ongedaan te maken.
De aandacht die tijdens de coronacrisis naar de beroepen uit de zorgsector gaat, kwam niets te vroeg en de publieke waardering door ons allen is zeer terecht, vooral ook omdat aan deze beroepen een risicocomponent vast hangt. Jongeren kijken hiernaar op, ouders zullen misschien extra wijzen op het risicoaspect.
Gevecht om de student
Bij het begin van de zomer barst opnieuw het gevecht om de student los. Hogescholen en universiteiten leggen hun troeven op tafel en proberen studenten te overtuigen. Niet zozeer om zichzelf in stand te houden, zoals sceptici zouden kunnen beweren, maar vooral door de oprechte overtuiging van het belang van de eigen zaak.
Opleidingen die veelvuldig in de media komen, hebben hierbij uiteraard een voetje voor, en de zorgsector zal hier in coronatijden naar alle waarschijnlijkheid haar voordeel uit halen. Daar is op zich niets mis mee. Het zou echter jammer zijn als dit ten koste gaat van opleidingen die vandaag misschien iets minder in de belangstelling staan, maar daarom niet minder essentieel zijn in de bestrijding van de maatschappelijke problemen van vandaag en morgen.
Al jaren wordt in Vlaanderen gesakkerd op het tekort aan STEM-profielen (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Het zijn waarschijnlijk vooral deze opleidingen die een terugval zullen zien als veel twijfelende studenten kiezen voor een medische opleiding. En dat zou dan weer jammer zijn. Onderzoekers en medewerkers aan universiteiten en andere kennisinstellingen, ook buiten de STEM-domeinen, hebben de afgelopen maanden en weken zeker niet minder inspanningen geleverd en verdienen hiervoor alvast ook een applausje.
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
Wie goed oplette, zag dat de media ook hier en daar aandacht besteedden aan de achterliggende kennis en methodieken die ons iets leren over het coronavirus en de beste manieren om de crisis op te lossen.
- Biologen leren ons de juiste oorsprong van zo’n virussen te begrijpen, waardoor we een volgende pandemie in de toekomst misschien kunnen vermijden;
- De reagentia en chemische producten nodig voor het ontwikkelen van de tests en medicijnen komen oorspronkelijk uit labo’s van onze scheikundigen;
- De fysica ligt aan de basis van de nanotechnologie die zorgt voor de miniaturisatie en exponentiële kracht van onze computers en smartphones die zullen ingezet worden voor contact tracing;
- Met artificial intelligence gaan onze informatici de interpretatie van de tests verbeteren;
- Zonder wiskundigen geen oplossingen voor differentiaalvergelijkingen om de piek en afvlakkende curve te beschrijven, laat staan voorspellingen te maken op basis van het reproductiegetal R0;
- En natuurlijk hebben we (bio)ingenieurs (de Technology en Engineering uit STEM) nodig om, samen met de wetenschappers, al deze fundamentele kennis in de praktijk om te zetten.
Vele van deze ontwikkelingen zijn trouwens al ettelijke decennia oud en werden allerminst bedacht of onderzocht met het oog op een pandemie als gevolg van een virus uit Azië. Integendeel, ze zijn het gevolg van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek waarbij de belangrijkste drijvende kracht die van het onbekende is, van de simpele wens van een wetenschapper om de wereld te begrijpen, niet van de vraag om een specifiek probleem op te lossen.
Fundamentele kennis is essentieel om nieuwe en nu nog onbekende problemen aan te pakken. Daarin ligt juist de kracht van deze aanpak.
Oude kennis voor huidige problemen
Eén voorbeeld is uiteraard de wereldwijde klimaatverandering waar iedereen mee te maken krijgt. Langetermijnstudies van het gedrag van wilde vogels vertellen ons vandaag wat we kunnen verwachten bij een verdere klimaatopwarming. Oude kennis over de opname van CO2 in geologische lagen kan nu misschien een deel van de oplossing voor dit broeikasgas vormen. De uitwerking van de quantummechanica in het begin van de 20ste eeuw zal ons binnenkort computers leveren die de nog veel complexere wiskunde van klimaatmodellen kunnen helpen oplossen. Maar opnieuw niet zonder de differentiaalvergelijkingen ontwikkeld door Newton (oh ironie, tijdens een builenpestlockdown van Cambridge) en Leibniz op het einde van de 17de eeuw. En dat is maar een kleine greep uit de verwevenheid van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en opleidingen, en de aanpak van problemen waar we de komende jaren voor staan.
Intrinsieke motivatie
Het meisje uit de reportage maakt ongetwijfeld een voor haar zeer verstandige keuze, de goesting spatte eraf, maar andere studenten zullen misschien graag een andere weg inslaan. Laat hen dan ook zelf die beslissing nemen op basis van alle informatie die de universiteiten en hogescholen ter beschikking stellen, maar vooral ook in functie van hun eigen capaciteiten en interesses.
De beste keuze is die waar de student zich het best bij voelt, of anders gezegd, een intrinsieke motivatie is altijd beter dan een extrinsieke. En al deze opleidingen zijn even essentieel in het aanpakken van de problemen waar mens en maatschappij voorstaan.