Koopkracht na de coronacrisis? Het vertrouwen van ondernemers en consumenten moet hersteld worden!

“De coronacrisis is een crisis van de vraag, niet van het aanbod”, zegt Danny Van Asssche, gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse ondernemersorganisatie UNIZO. “We moeten vooral investeren in het herstel van het ondernemers- en consumentenvertrouwen. Er is nog wél voldoende koopkracht, maar een consument die weinig vertrouwen heeft, gaat weinig uitgeven.” Toch ziet Van Assche de toekomst positief tegemoet: “The future looks bright, maar we moeten geduld hebben.”

Even starten met het goede nieuws: de kmo-barometer van UNIZO is dit kwartaal fors verbeterd. Het aandeel somber gestemde ondernemers lag nog ‘slechts’ 15,21 procentpunten hoger dan het aandeel positief gestemde ondernemers. Na het eerste kwartaal was dat nog 37,7. Dat is nog altijd een van de laagste scores ooit, maar het toont toch duidelijk de veerkracht van onze ondernemers.

Toen de coronacrisis begon, waren we nog relatief optimistisch dat we een V-curve gingen meemaken: pijlsnel naar beneden, maar ook pijlsnel terug naar omhoog. Nu weten we beter: het is momenteel eerder een L-curve, licht evoluerend naar een U-curve, maar uiteraard afhankelijk van nieuwe heropflakkeringen en de maatregelen die daarmee gepaard gaan.

We zien dat er herstel is, maar het gaat trager dan gehoopt. Alles gaat stelselmatig weer open, maar met een handrem op, en met heel wat voorwaarden die de groei remmen.

In de productie moet je rekening houden met social distancing en andere veiligheidsmaatregelen, de horeca kan nog lang niet met volle kracht vooruit… Dit is een crisis van de vraag: het is onvoldoende om gewoon weer open te gaan; je moet ook consumptie hebben en een vraag naar de producten. We stellen vast dat de bedrijven die de eerste maanden gewoon verder konden produceren, nu pas beginnen te vertragen omdat hun producten niet meer worden afgenomen. Dat is bijvoorbeeld in heel wat farmaceutische bedrijven een probleem.

We zitten ondertussen aan een nieuwe opflakkering. Het is heel belangrijk hoe we hier nu mee omgaan. Hoe zorgen we ervoor dat onze economie niet meer in lockdown terechtkomt, maar zo goed mogelijk kan blijven draaien? Nieuwe maatregelen kunnen nodig zijn, maar ze moeten steeds absoluut noodzakelijk zijn en ook zo gericht mogelijk. De economische kost is namelijk steeds enorm.

Veel nieuwe starters

De lage rentabiliteit bij ondernemers en de stijging van het aantal problematische betalingen zijn indicatoren die verontrusten en die we in het oog moeten houden.

Maar uit de cijfers tot en met juli bleek ook dat er eigenlijk relatief veel Belgen een eigen zaak hebben opgestart in volle coronacrisis. Het zijn er 8,79% minder dan in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, maar gelet op de impact en de omvang van de crisis vind ik het toch fenomenaal hoeveel duizenden mensen vonden dat dit het moment was om te springen. Het vergt moed om nu risico’s te nemen en innovatief te durven zijn.

Wat we ook zien, is dat de indicator ‘tevredenheid over het eigen bedrijf’ weer in de plus staat, wat betekent dat er meer ondernemers hun eigen situatie positief beoordelen. We zien dat ook in de andere parameters, bijvoorbeeld de tijdelijke werkloosheid.

We hebben op 1,3 miljoen tijdelijke werklozen gestaan in ons land. We hebben écht platgelegen. Eén op de drie actieve mensen was niet meer actief, en van die groep is het grootste deel weer terug aan de slag.

De bouwsector is volop bezig zijn achterstand in te halen. We vrezen wel dat eens de opdrachten in de orderboekjes afgewerkt zijn, er weinig nieuwe orders zullen volgen. We hopen dat de overheid nu investeringen zal doen die de groei van dit land ondersteunen en tegelijkertijd een stimulans kunnen betekenen voor een aantal sectoren.

Dank voor premies en carry back

Het is interessant hoe we geprobeerd hebben om deze crisis te monitoren, maar we hebben ook gemerkt dat we meer en betere data nodig hebben om ons beleid op te kunnen baseren. De Economic Risk Management Group die wekelijks ondernemers bevroeg en peilde naar hoe de economie evolueerde, stelde vast dat de sectoren die het meest getroffen waren, horeca, toerisme, events, klein- en groothandel waren. Dat zijn sectoren met veel kmo’s en zelfstandige ondernemers. In die sectoren had je onmiddellijk een liquiditeitsprobleem. De activiteit valt immers meteen stil.

De tijdelijke werkloosheidsuitkering door overmacht was een heel belangrijke maatregel die zorgde voor koopkrachtgarantie voor de werknemer. Hij had de werkloosheidsuitkering en daarnaast vaak ook nog een overheidspremie, eventueel een sectorale premie én de kans om terug te keren naar zijn job.

Die maatregelen leidden ertoe dat bedrijven even in een comateuze toestand gingen, maar dat daarna weer alles zoals voorheen was. Het was belangrijk voor mensen dat hun inkomen gegarandeerd werd, en voor bedrijven was het fijn dat ze even niet wakker moesten liggen over de loonkost. Daar is door de overheid picobello voor gezorgd.

Maar daarnaast had je nog de huur, de afbetaling en het onderhoud van de panden, de stock van de lente en de zomer die bleef liggen… Heel belangrijk zijn daar de liquiditeitsondersteunende maatregelen geweest, zoals de hinderpremie en de compensatiepremie, die bedrijven hielpen de andere kosten te dragen. En met het overbruggingskrediet konden zelfstandigen ook in hun levensonderhoud blijven voorzien.

Al na de eerste week lockdown kondigde de Vlaamse regering de hinderpremie aan, en dat was echt een belangrijk signaal naar de ondernemer: ‘Oef, er komt geld waarmee ik mijn vaste kosten kan blijven betalen!’.

De bedoeling is natuurlijk dat dergelijke maatregelen stilaan worden afgebouwd, en dan gaan we pas écht de impact van de crisis zien. Bedrijven moeten uiteindelijk weer op eigen kracht beginnen lopen: benieuwd wie er door zijn benen gaat zakken en het niet redt.

Ik ben ook absoluut blij met het steunpakket dat de federale regering heeft uitgewerkt om kmo’s op langere termijn door de coronacrisis te helpen. De taxshelter voor kmo’s is er volledig gekomen zoals wij het wilden. Daar heeft Alexander Decroo echt zijn best gedaan. Het carry back-systeem dat werd goedgekeurd, is zéér waardevol. Dat wil zeggen dat bedrijven die dit jaar verlies draaien, hun verlies mogen aftrekken van de winst van vorig jaar (in plaats van dat door te schuiven naar het volgende jaar). Ze moeten dus minder belasting betalen op vorig jaar.

Nog een briljante maatregel is de korting op de bedrijfsvoorheffing voor het personeel dat je terughaalt uit tijdelijke werkloosheid. Zo worden bedrijven aangespoord om uit hun coma te komen en opnieuw actief te worden.

Freelancers in zwaar weer

Terwijl het bedrijfsleven stilaan probeert aan te knopen met de normaliteit, hebben we gemerkt dat freelancers nu pas rake klappen incasseren door de coronacrisis. Meer dan de helft van hen verwacht dat hun omzet de komende maanden met de helft zal dalen, zo blijkt uit onze enquête. 71% kent nu al een stevige omzetdaling, bij 37% bedroegen de inkomsten minder dan de helft van vorig jaar.

Eén op de acht freelancers overweegt er de brui aan te geven. Ook de consultants gaan door zwaar weer. Als een bedrijf het moeilijk heeft, wordt er eerst bespaard op freelancers en consultants. Daarom is het zaak dat economische vliegwiel zo snel mogelijk weer aan het draaien te krijgen, want dan hebben bedrijven weer de financiële ruimte om freelance-experts in te schakelen.

Du jamais vu

Als er iets is dat we hebben ervaren tijdens de coronacrisis, is dat we het allemaal niet weten. Zowel de nationale bank als het federaal planbureau hebben moeten toegeven dat hun economische voorspellingen niet klopten, dat ze die opnieuw from scratch moesten opbouwen. Deze situatie is echt du jamais vu, hier kan niemand terugvallen op ervaring.

De crisismaatregelen die nodig waren om bedrijven door de eerste crisismaanden te halen, zijn erg succesvol gebleken. Het aantal faillissementen valt tot dusver mee. Nu moeten we naar de relance – het economisch herstel – kijken en de economie terug op volle toeren laten draaien. We moeten vooral investeren in het herstel van het vertrouwen.

Het ondernemers- en consumentenvertrouwen is momenteel historisch laag, en een consument die weinig vertrouwen heeft, gaat weinig uitgeven. Er is nog wél voldoende koopkracht; de bevolking heeft meer gespaard tijdens de crisis.


En dan is er nog de internationale handel: we zijn heel afhankelijk van onze export, en onze import. Zolang de internationale handelsstromen niet goed op gang komen, blijven we gehandicapt en zullen we blijvend verlies opbouwen.

Spending reviews

Zowel de Vlaamse als de federale overheid is volop bezig met dat relancebeleid. De crisis is nog lang niet voorbij; we zijn volop bezig met het opvangen van heropflakkeringen. Het kan niet meer dat we onze hele economie moeten platleggen. Nog eens zo’n klap en dan gaan we pas echt bloeden. Ik pleit daarom voor een erg doorgedreven tracking & tracing van het virus.

Laat ons nu ook volop inzetten op groeiversterkende, duurzame investeringen, want die betalen zich op termijn zelf terug. Als we niet in onze mobiliteit en energievoorzieningen investeren, gaan we op een bepaald moment stilvallen. Als onze havens niet meer functioneren, kunnen we niet meer aan internationale handel doen.

De Vlaamse overheid heeft aangegeven spending reviews te zullen uitvoeren: bij alle uitgaven die gedaan worden, wordt nu gekeken of die efficiënt en effectief zijn; alles wordt nog eens tegen het licht gehouden en in vraag gesteld.

We zijn er voorstander van om bijvoorbeeld een ‘digitale taks’ in te voeren, zodat bedrijven die buiten België gevestigd zijn maar heel actief zijn op onze markt, zeker ook hun steentje bijdragen.

Ook het rekeningrijden is voor ons een mogelijkheid. We hebben wel schrik dat de verlaging op de vennootschapsbelasting en de fiscale bijdragen zouden worden teruggedraaid. Door het verhogen van de belastingen zou je immers de relance meteen weer de nek kunnen omwringen.

The future looks bright

Ondanks de weinig rooskleurige situatie waarin we ons nu bevinden, zie ik de toekomst wel positief tegemoet. The future looks bright, maar het zal alleen nog wel even duren. We gaan nog minstens twee jaar door een periode van crisis, maar we zullen erdoor komen.

Ik vergelijk deze situatie met die van de jaren 1980 waarin we een jaarlijks begrotingstekort hadden van 10% van het bbp en een schuldenopbouw van 140% van het bbp. Nu zitten we met een gigantische schok en een gigantisch tekort, maar wel met een rente die lager dan 1% bedraagt. Hoe sneller we het vliegwiel van de economie weer draaiende krijgen, hoe sneller deze situatie weer in orde is.

Gaan we het overleven? Ja, zeker wel. Die nieuwe opstoot van werkloosheid zijn we niet meer gewend, maar de structuur van onze arbeidsmarkt blijft dezelfde, dus ik denk dat we snel weer met een krapte zullen zitten. De belangrijkste voorwaarde is nu eerst dat virale beestje onder controle krijgen, en dan lukt de rest ook wel. Ik heb vertrouwen.

(interview en redactie door Katrien Verreyken)