Welke factoren vergroten de vaccinatiebereidheid?

Bij een vaccin is het cruciaal dat genoeg mensen bereid zijn om zich te laten vaccineren. Maar welke factoren zorgen ervoor dat de vaccinatiebereidheid hoog genoeg is? Frederik Verelst boog zich de afgelopen vier jaar over deze vraag in zijn doctoraat, dat hij schreef bij het Centrum voor gezondheidseconomisch onderzoek en modellering van infectieziekten (CHERMID) onder leiding van prof. Philippe Beutels. Zijn bevindingen deelt hij hier.

Een hoge vaccinatiegraad is belangrijk. Om die te bereiken, moeten beleidsmakers weten welke aspecten belangrijk zijn als mensen beslissen al dan niet een vaccin te laten toedienen. Daarom verspreidde ik tijdens mijn doctoraat een enquête onder mensen uit verschillende landen, onder andere België, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Zuid-Afrika.

We voerden onder meer een discrete keuze-experiment uit. Daarbij vroegen we de deelnemers telkens te kiezen tussen twee fictieve vaccins, die beschreven werden aan de hand van zes karakteristieken. Met een statistisch model konden we het relatieve belang van de vaccinkarakteristieken bepalen, alsook konden we heterogeniteit (bijvoorbeeld op basis van leeftijd) in vaccinatievoorkeuren bepalen.

De hypothetische vaccins werden niet beschreven door een specifieke bestaande ziekte of vaccin, en er was ook nog geen sprake van COVID-19 toen ik startte met mijn doctoraatsonderzoek. De bevindingen die ik uit dit onderzoek haalde, zijn dus toepasbaar op verschillende vaccins en kunnen beleidsmakers helpen bij het uitzetten van vaccinatiecampagnes.

Frederik Verelst

Welke factoren zorgen voor een grotere vaccinatiebereidheid?

Er is duidelijkheid over de bijwerkingen

Vaccins hebben, zoals dat bij alle gezondheidsproducten het geval is, mogelijke bijwerkingen. Maar enkel vaccins met milde of hoogst uitzonderlijke ernstige bijwerkingen komen op de markt. Daarbij is het erg belangrijk dat er correct en duidelijk wordt gecommuniceerd over die bijwerkingen. Als dat niet gebeurt, zijn mensen veel vaker geneigd om een vaccin te weigeren. In ons experiment zagen we dat ook: we deden een pilootstudie in Vlaanderen waarin we fictieve vaccins beschreven in een discrete keuze-experiment. Daarbij beschreven we enkel de frequentie van bijwerkingen. Uit onze analyses bleek dat respondenten in deze pilootstudie het meeste aandacht hadden voor de bijwerkingen – frequent versus uitzonderlijk – van fictieve vaccins. Van zodra we ernstige bijwerkingen als hoogst uitzonderlijk beschreven en enkel mogelijke milde bijwerkingen varieerden, werd dit aspect als minder belangrijk beschouwd.

In het geval van vaccins tegen COVID-19 is het dus essentieel om de bijwerkingen snel en duidelijk te communiceren, zoals dat werd gedaan bij de mogelijke zeldzame bijwerking van bloedklonters gecombineerd met een laag aantal bloedplaatjes bij de vaccins van AstraZeneca en Johnson & Johnson. Het is daarbij essentieel dat de persoon die zich laat vaccineren een duidelijk beeld krijgt van de kosten-batenverhouding die op dit moment duidelijk in het voordeel is van het vaccin.

Het vaccin is doeltreffend

Van zodra de bijwerkingen van een vaccin realistisch beschreven werden in het discrete keuze-experiment bleek dat de effectiviteit van vaccins als het belangrijkste aspect beschouwd werd in het merendeel van de studiepopulaties. En dat is nu net een voordeel van vaccinatie. Meer bepaald zorgen de meeste vaccins voor een goede bescherming en zijn ze in staat om de verspreiding van infectieziekten een halt toe te roepen. Zo heeft het vaccin tegen pokken ervoor gezorgd dat de ziekte uitgeroeid werd verklaard in 1980. Door dit succes hoeft er nu ook niet meer gevaccineerd te worden tegen pokken.

Het is belangrijk om successen te communiceren in informatiecampagnes of in de communicatie naar individuen die twijfelen of weigeren een vaccin te laten toedienen.

In zulke informatiecampagnes hebben verschillende studies gewezen op het belang van gezondheidswerkers in het verschaffen van betrouwbare informatie. Om de vaccinatiegraad te verhogen zouden zij dus ook de effectiviteit van vaccins als voordeel kunnen benadrukken.

De ziekte waartegen je gevaccineerd wordt, is ernstig

Dit is een van de redenen waarom er voor de griep bijvoorbeeld minder mensen een vaccin gaan halen. Inderdaad, mensen percipiëren griep vaak als een milde ziekte, terwijl er in België in een typisch griepseizoen toch tussen de 6000 en 9000 individuen gehospitaliseerd worden.

Over COVID-19 is er in de media veel bericht, met beelden van overvolle ziekenhuizen, patiënten op intensieve zorgen en een dagelijkse update van de epidemiologische cijfers en het aantal overlijdens. Dat zou er voor kunnen zorgen dat althans een deel van de bevolking de ziekte als ernstig beschouwt, waardoor de bereidheid tot vaccineren zou stijgen.

Hoe dan ook is ook hier het collectieve karakter duidelijk van belang, waardoor bijvoorbeeld mensen gevaccineerd willen worden omdat COVID-19 ernstige gevolgen zou kunnen hebben voor iemand in hun omgeving.

Een ander voorbeeld is het vaccin tegen het humaan papillomavirus (HPV). HPV kan op termijn baarmoederhalskanker (en ook andere kankers) veroorzaken. In sommige landen wordt dit vaccin verspreid en benoemd als ‘HPV-vaccin’, maar in Vlaanderen staat het vaccin beter bekend als ‘het vaccin tegen baarmoederhalskanker’. Beide beschrijvingen kloppen, maar in Vlaanderen zien we dat de vaccinatiebereidheid veel hoger is. Deze bereidheid valt mogelijk te verklaren door de beschrijving die de ernst van de ziekte benadrukt. Op dezelfde manier zou men bijvoorbeeld het hepatitis B-vaccin kunnen benoemen als een vaccin tegen leverfalen of leverkanker.

De omgeving vaccineert ook

De invloed van je omgeving is belangrijk. Dat ontdekten we op basis van onze surveys: als anderen voor een vaccin gaan, zal de respondent meer geneigd zijn dat ook te doen. Die bevinding gaat in tegen het idee van de ‘vrijbuitersmentaliteit’, dat heerst in een deel van de epidemiologische modellen die vaccinatiegedrag integreren: als een groot percentage van de bevolking – bijvoorbeeld 95% – gevaccineerd is, is er mogelijk groepsimmuniteit en vermindert de noodzaak om zelf gevaccineerd te worden. Je zou dus kunnen denken dat mensen een vaccin niet meer nodig achten als ze zien dat hun omgeving er volop voor kiest. Maar dat theoretisch rationeel en strategisch gedrag konden we in onze studie niet observeren. Integendeel, mensen zijn sociale wezens die een vaccin sneller accepteren als hun omgeving het ook doet, i.e. als dat de sociale norm is. Dit is nog meer het geval als het gaat over het vaccineren van kinderen – dan kijken ouders naar de vaccinatiebeslissingen van andere ouders. Het is dus belangrijk om bij de introductie van een nieuw vaccin meteen een grote groep mensen over de streep te trekken.

In termen van COVID-19 zou dat goed nieuws zijn voor Vlaanderen, waar de vaccinatiegraad – in de doelgroepen die al aan bod zijn gekomen – zeer hoog is. Dat werkt motiverend voor de groepen die nog aan bod moeten komen.

Het is gratis en gemakkelijk

We ontdekten dat 40% van de respondenten in Vlaanderen een vaccin zou aanvaarden, zonder er echt over na te denken, als het gratis en gemakkelijk wordt aangeboden. De vaccinatie van kinderen wordt in Vlaanderen georganiseerd door het CLB, maar voor volwassenen ligt het een pak moeilijker. Als er veel praktische beslommeringen en doktersafspraken in de weg staan, wordt vaccinatie een kostelijke zaak, zowel in termen van geld als tijd. Neem bijvoorbeeld de vaccinatie tegen de seizoensgriep waarbij er soms twee visites nodig zijn bij een arts (één voor het voorschrift en één voor de toediening) en men het vaccin zelf dient aan te kopen bij de apotheker. Het is belangrijk dat werkende en drukbezette mensen makkelijker toegang krijgen tot een vaccin, want net zij hebben veel contacten met verschillende generaties en zorgen dus voor een efficiënte verspreiding van pathogenen. Vaccinaties op de werkplek, rechtstreeks bij de apotheker of drive-invaccinaties zouden voor die bevolkingsgroep een goede oplossing zijn.

Hopelijk creëert COVID-19 een permanent kader voor toegankelijke vaccins voor volwassenen, zodat ook toekomstige vaccinaties sneller hun weg vinden naar de bevolking.