Voorlezen in tijden van corona: een must voor elk kind

Nu de meeste kleuters – eindelijk – weer naar school mogen, slaken heel wat ouders een zucht van opluchting. Evident was het niet, de allerkleinsten dagen- en wekenlang bezighouden, terwijl ook het eigen (thuis)werk en huishouden moesten blijven draaien. “Voorlezen biedt een houvast, in ‘normale’ tijden, maar misschien zelfs nóg meer in deze vreemde coronatijden”, weet Vanessa Joosen.

Ontzettend veel kleuters hebben lang op dit moment gewacht: stilaan kunnen ze zich weer gaan uitleven op school, in de speeltuin of op kinderkampjes. In afwachting daarvan was er bij ouders veel nood aan activiteiten om de kinderen af te leiden of hen spelenderwijs aan het leren te zetten, én aan momenten om op een positieve manier dichter bij elkaar te komen. Voorleesboeken zijn daarvoor ideaal.

Zonder dat kinderen het merken, wordt hun woordenschat verrijkt, oefenen ze hun concentratievermogen en krijgen ze inzicht in talige structuren. Maar nog belangrijker: samen een verhaal beleven, creëert rust en verbondenheid.


In ‘normale’ tijden is voorlezen al een must, in deze vreemde coronatijden misschien zelfs nóg meer. Het biedt kinderen afleiding en houvast, maar ook regelmaat. Dat geldt zowel voor peuters en kleuters die nog niet naar school mogen, als voor leeftijdsgenoten die even moeten bekomen van de intensieve sociale contacten die ze na elf weken quarantaine niet meer gewend zijn.

Dubbele geadresseerdheid

Regelmaat en houvast voor kinderen betekent vaak ook: telkens opnieuw hetzelfde verhaal voorlezen. Dat kan voor ouders gauw gaan vervelen. Maar daar weten schrijvers van kinderboeken wat op.

Heel wat voorleesboeken hebben een dubbele bodem. Ouders kunnen in de verhalen levenslessen ontdekken, en vaak ook literaire grapjes.

Onderzoekers uit de jeugdliteratuur vatten dat idee met de term ‘dubbele geadresseerdheid’, waarmee ze bedoelen dat de boeken verschillende lezers tegelijk aanspreken. Volwassenen zullen er andere elementen in herkennen dan jonge kinderen, die voor het eerst met boeken kennismaken.

Dat is handig voor ouders die tijdens de coronaquarantaine wekenlang telkens opnieuw hetzelfde boek moesten voorlezen. Zo konden ook zij plezier blijven halen uit voorlezen.

Voorlezen blijft belangrijk

Ook nu onze kleuters stilaan hun ei weer kwijt kunnen op school, blijft voorlezen enorm belangrijk, voor elk kind, hoe jong of oud ook. Het is niet alleen goed voor de taalontwikkeling, maar geeft ook spelenderwijs inzicht in sociale interacties, bijvoorbeeld tussen broers en zussen.

Ruzie met huisgenoten zijn eigen aan de kindertijd, maar tijdens de quarantaineperiode de voorbije weken ervaarden we ze in hogere mate dan anders.

In volgende drie boeken hebben de personages daar iets op gevonden. Het zijn verhalen over samenleven, je alleen voelen en verveling die zelf allerminst vervelend hoeft te zijn.

1. Waar is iedereen?

De Vlaamse illustrator Tom Schamp is bekend van zijn kijkboeken over Otto, met drukke prenten waar je niet op uitgekeken raakt. Dit boek is wat rustiger opgebouwd, maar de ontdekkingstocht is er niet minder spannend om.

‘Waar is iedereen?’ is de leidraad, die goed past bij de verlatenheid van de straten in quarantainetijd. De wandeltocht van twee eendjes door stad en huis verandert in een lang spel verstoppertje. Je ontdekt de dieren door de flapjes open te slaan, maar leuker nog is het moment dat daaraan voorafgaat: je kan op basis van de vorm van de struik, paddenstoel, broodrooster, enzovoort al raden wie zich verstopt heeft.

Aan het eind komen alle dieren samen voor een groot feest – een climax om naar uit te kijken in het boek, in afwachting van gezellige bijeenkomsten in het echte leven, zodra de coronacrisis voorbij is.

2. Elke dag iemand anders

Juno en haar broertje Billy vervelen zich niet gauw, dankzij de levendige fantasie van Juno. De ene dag leidt ze een orkest met een vork en mag Billy naar hartenlust op zijn bord slaan; de volgende dag zwemt Juno als diepzeeduiker door de kelder, achternagezeten door Billy de haai.

De tekst van Jef Aerts is beknopt, maar leest zwierig, en geeft alle ruimte aan de prenten van Merel Eyckerman om het verhaal te dragen. Die prenten zijn een lust voor het oog. Ze tonen subtiel hoe de dagelijkse realiteit van de kinderen overloopt in hun fantasiewereld, met subtiele kleurschakeringen of een vermenging van alledaagse voorwerpen met verzonnen decors. De illustratrice heeft ook de mimiek van de kinderen bijzonder goed gevat: aan de ogen van Juno kan je zien wanneer ze geïnspireerd is om iets nieuws te verzinnen. Ook de houding van Billy verandert: terwijl hij eerst nog gewillig meeging in het spel van Juno mag hij naar het eind toe eindelijk het fantasiespel aansturen – een rol die hij met verve vervult.

De climax van het verhaal ligt dan ook niet zozeer in de verbeelding van Juno, maar in de warme band tussen broer en zus. Hoewel Juno elke dag iemand anders kan zijn, is hun liefde voor elkaar een mooie constante.

‘Elke dag iemand anders’ is een gelaagd prentenboek, dat lichtvoetige humor combineert met psychologische diepgang en veel fantasie. Een absolute must in deze coronatijden, waarin broers en zussen door het lange samenzijn soms op elkaar uitgekeken geraken, maar evengoed ook een hechtere band smeden.

3. Goeie Ouwe George

George is een hond met een gouden hart. Hij komt terecht bij een gezin waar het een en ander scheefloopt: de Appeltjes. Alleen het jongste kind, Bettie, ziet het probleem. Op haar aandringen gaat het gezin in het asiel een hond kiezen. Of is het omgekeerd?

In Bettie vindt George een zielsverwant die hij moeilijk aan haar lot kan overlaten. Hij bedenkt een plan om de rust bij de Appeltjes te doen terugkeren. Dit grappige voorleesboek van Meg Rosoff werd geïllustreerd met karaktervolle, zwierige tekeningen van Georgien Overwater. Ze versierde elke bladzijde met kleine miniatuurtjes en tilt daarmee het boek naar een hoger niveau. Ze heeft de ironische toon van het verhaal perfect gevat en weet ook de kleine kantjes van de hoofdpersonages leuk in beeld te brengen. Daarnaast is het knap hoeveel verschillende uitdrukkingen ze op het gezicht van hond George weet te tekenen.

Dankzij de vlotte vertaling van Jenny de Jonge en de vele grapjes voor volwassenen is ‘Goeie Ouwe George’ een heerlijk voorleesboek. Het geeft ook tips om het samenleven onder één dak wat vlotter te doen verlopen, precies wat we nodig hebben in deze coronatijden.

Een paar extra tips…

Krijg je zin om deze boeken te lezen? Dat is een ideaal moment om niet de internetreuzen, maar de lokale boekhandel te steunen. De meeste onafhankelijke boekhandels hebben een goed draaiende webshop en een mooi aanbod kinderboeken.

Is de leeshonger van je kleuters niet gestild, of heb je oudere kinderen? Meer jeugdliteratuurtips vind je op www.boekenzoeker.be.

Ben je student en wil je kinderboeken met een kritische blik leren onderzoeken? De Universiteit Antwerpen organiseert dit jaar een virtuele zomerschool over jeugdliteratuur.