Wetenschap op het witte doek

Na haar geschiedenisopleiding zei Nina Payrhuber de Universiteit Antwerpen vaarwel om een carrière in de filmsector waar te maken. Haar werk als producer van documentaires verbindt haar nu opnieuw met de universiteit. Ze produceert Het wonder daaronder over het onderzoeksproject Isala, dat met de hulp van duizenden vrouwen het vaginale microbioom in kaart brengt. We praatten met Nina over haar veelzijdige rol en de uitdagingen van wetenschap in een film te presenteren. (Foto’s: Amy Landau)

Geschiedenis schrijven met vagina’s

De korte documentaire Het wonder daaronder komt er via het initiatief ScienceVille van het filmfestival Docville. Na een pitch voor een cinemazaal vol regisseurs gingen de wetenschappers van Isala op speeddate met filmmakers Nina Landau en Janet van den Brand, die speciaal voor deze kortfilm de krachten hebben gebundeld. Producent Nina Payrhuber was aangetrokken door het pionierswerk dat de onderzoekers doen. Tot voor kort was wetenschap namelijk zo’n mannenwereld dat we niet zeker wisten welke rol de miljoenen bacteriën in de vagina spelen bij bijvoorbeeld vruchtbaarheid, blaasontstekingen of soa’s. Daar hoopt Isala verandering in te brengen door het microbioom van duizenden vrouwen te onderzoeken.

Hoe maak je een documentaire over bacteriën die blijft boeien? Door met de deelneemsters van het onderzoek te gaan zwemmen. “Het wonder daaronder wil een visuele en poëtische parallel trekken tussen bacteriën in vloeistoffen in een petrischaaltje en vrouwen in een zwembad”, vertelt Nina Payrhuber. “Isala heeft al ontdekt dat er een grote diversiteit aan bacteriën in de vagina huisvesten. Er zijn vele combinaties mogelijk, die afhankelijk zijn van wat je eet, welk anticonceptiemiddel je gebruikt, of je al kinderen hebt gehad, enzovoort. Zelfs waar je in de wereld woont, lijkt een invloed te hebben op de samenstelling van het vaginaal bioom. Zo verschillend als al die bacteriën eruitzien onder de microscoop, zo verschillend zijn ook de lichamen van de vrouwen in het zwembad. Voor de filmopnames hielp het onderzoeksteam van Isala ons deelneemsters te vinden die bereid waren om te komen zwemmen, en om te vertellen waarom het onderzoek voor hen persoonlijk zo belangrijk is. We werkten ook met synchroonzwemsters die patroontjes in het water maakten, analoog met de bijzondere vormen die de bacteriën kunnen aannemen.”

Producer met veel petjes op

Nina Payrhuber zorgde voor de filmtoelating in het zwembad. En de onderwatercamera. En de lunch voor de deelnemende dames. Het lijstje houdt niet op. Nochtans is deze rol van productieleider slechts een deel van haar werk. “De productieleider zorgt ervoor dat het budget wordt uitgegeven aan de juiste dingen, zoals de technische crew, locaties en transport. Uiteraard gebeuren deze beslissingen in samenspraak met de regisseur. Er is een groot verschil tussen wat een producent en een productieleider doet, maar omdat documentaires vaak kleinschaliger zijn – zeker deze – vervul ik beide functies.”

Nina’s hoofdtaak als producent ziet er inderdaad heel anders uit. “Officieel is de producer degene die projecten uitkiest en er financiering voor zoekt. Ook bepaalt die samen met de regisseur welke richting de film uitgaat. Zonder regisseur geen film, maar zonder producer geen geld: het is een symbiose. Het is dan ook de producer die het risico op zich neemt om geld te verzamelen en die moet waarborgen dat er een film uit voorkomt die trouw blijft aan het originele plan.”

“Ik heb het onlangs nog geteld: ik ben gemiddeld met tien verschillende projecten tegelijkertijd bezig, maar die zitten alle tien in een heel andere fase. Zo hebben we drie kortfilms die bijna klaar zijn om te worden gemonteerd. In de postproductiefase zitten al drie andere films en er zijn er ook een aantal net uit. Dat maakt dat de werkdruk hoog ligt, want elk project heeft aandacht nodig. Net als in mijn opleiding geschiedenis moet ik als producent veel schrijven, om financiering op te halen bij bijvoorbeeld het Vlaams Audiovisueel Fonds. Die geschreven teksten bepalen of een jury overtuigd is en de financiering wordt toegekend, dus daar komt de ervaring met academisch schrijven en teksten structureren echt wel van pas.”

De balans tussen nuance en een goed verhaal

“Mijn vorige job als regieassistent lag dichter bij mijn opleiding geschiedenis, want daarvoor ging ik op zoek naar archiefmateriaal voor een documentaire over het Antwerpse Centraal Station”, vertelt Nina. “Ik moest op zoek naar interessante protagonisten en verhaallijnen. In mijn huidige werk zijn het doorgaans de regisseurs zelf die ervoor zorgen dat ze hun onderwerp van binnen en van buiten kennen. Als productieleider werk ik dan met hen in tandem om bijvoorbeeld mensen te identificeren en ze te contacteren voor interviews.”

Het is een misvatting dat een documentaire een objectieve weergave van de werkelijkheid is, zeker bij creatieve auteursdocumentaires. Nina legt uit dat deze type films het resultaat zijn van de persoonlijke artistieke visie om het onderwerp, zonder dat de regisseur noodzakelijk op de voorgrond moet treden. “Uiteraard is het wel belangrijk dat het juist is wat de maker vertelt, zeker bij een wetenschappelijke film. In het geval van Isala verzekert de onderzoeksgroep dat ze het eens is met alle informatie die erin voorkomt. Ook het principe ‘niks over ons, zonder ons’ wordt steeds prominenter bij documentaires. Voor Het wonder daaronder vonden de regisseurs het belangrijk om de echte onderzoeksdeelneemsters in beeld te brengen en aan het woord te laten. De Isalawetenschappers vonden dat een fijne benadering: hun kwantitatieve onderzoeksstalen krijgen zo een persoonlijk gezicht. Deze vrouwen werken mee aan de film vanuit hun eigen motivatie.”

“Onderzoeksresultaten zijn eerder vele tinten grijs dan zwart-witte feiten, terwijl filmmakers een verhaal met een heldere conclusie willen vertellen. Onze vorige wetenschapsfilm, Coral City, ging over onderzoek naar koraalriffen. Die nestelen zich via oceaanstromingen op nieuwe plaatsen. De onderzoekers probeerden daarom uit te zoeken of het nuttig is om niet alleen koraalriffen te beschermen, maar ook gebieden waar ze potentieel kunnen ontstaan. Als filmmakers wilden we stellen dat de marine protected areas moeten worden uitgebreid, maar de wetenschappers waren het daar niet mee eens omdat hun onderzoeksvraag nog niet werd bewezen. Het is dus een balansoefening om ervoor te zorgen dat het verhaal wetenschappelijk correct is, maar ook werkt binnen het medium van film.”

Documentaire met impact

“Aan de start van mijn geschiedenisopleiding vond ik het frustrerend dat je er alles in vraag moet stellen”, zegt Nina. “Ik had me op voorhand voorgesteld dat ik als een soort allesweter zou afstuderen, maar hoe beter je wordt in geschiedkunde, hoe meer vragen je je stelt en je beseft dat je eigenlijk helemaal niet veel weet. Met documentaire blijf je je evengoed afvragen hoe de wereld in elkaar zit, waarna de magie is dat je er een verhaal mee vormgeeft. Daar zie ik ook wel een parallel met historisch onderzoek: als je iets onderzoekt, is dat ook in functie van iets te kunnen vertellen over de samenleving.”

De mogelijkheid om met documentaire maatschappelijke verandering te veroorzaken is een grote drijfveer voor Nina. “Film kan echt een empathy machine zijn. Daarom kiezen wij om over sociale thema’s films te produceren: wij willen impact hebben met de films die we uitbrengen. Dat doen we door campagne te voeren om de juiste mensen een extra duwtje richting de cinema te geven. Voor onze laatste documentaire, Les dames blanches, hebben we ons als doel gesteld dat de Minister van Welzijn en Gezondheid de film ziet, zodat de film empathie kan opwekken om het nieuwe beleid rond ouderenzorg mee vorm te geven.”

Les dames blanches gaat over een jonge Dominicaanse man die in België stage loopt in een woonzorgcentrum. Als nieuwkomer biedt hij soms oplossingen waarvoor wij misschien wat blind zijn. Om impact te hebben, hebben we de drie grote zorgnetten in Vlaanderen aangesproken en uitgenodigd op de première op Film Fest Gent afgelopen oktober. Het zou voor ons de droom zijn als de koepels de film zouden opnemen in hun bijscholingen voor zorgmedewerkers, want dan wordt die voor een lange periode ingezet in de sectoren waar de verandering nodig is. Daar word ik enthousiast van, het sociale aspect. Ik kan daar idealistisch in zijn, zelfs nogal activistisch.”