Vennootschappen en de veerkrachtige ondernemingsgeest van vroegmoderne Antwerpenaren

Vroegmoderne Antwerpse ondernemers hadden verschillende commerciële mogelijkheden om inkomsten uit te proberen halen, zoals een vennootschap opzetten. Uit het doctoraatsonderzoek van Patrick Naaktgeboren blijkt dat vennootschappen niet alleen werden aangegaan om geld te verdienen, maar ook tot doel hadden allerlei andere sociaaleconomische kwesties aan te pakken. (Tekst: Patrick Naaktgeboren; afbeelding: Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, inv. no. 786, Anonieme Meester, Jaarmarkt op de Meir in Antwerpen (Antwerpen; 3de kwart 17de eeuw), KMSKA Collectie)

Vennootschappen en de Antwerpse economie

Een vennootschap was een overeenkomst tussen twee of meerdere personen die een gezamenlijke activiteit voor een bepaalde duur uitvoerden. Zij maakten daarbij afspraken over de individuele bijdragen en de winst- en verliesverdeling. Tegenwoordig vormen dergelijke personenvennootschappen nog steeds een onmisbaar onderdeel van de Antwerpse economie.

Om meer inzicht te verwerven in vroegmoderne Antwerpse vennootschappen (1621–1791) heeft Patrick Naaktgeboren voor zijn doctoraatsonderzoek het lokale vennootschapsrecht onderzocht. Daarnaast heeft hij meerdere vennootschapscontracten uit het notariële archief en andere archieffondsen geanalyseerd. In dit verband vormt Antwerpen een interessante casus omdat de Scheldestad na haar gouden zestiende eeuw in de daaropvolgende twee eeuwen wisselende economische omstandigheden doormaakte. Patricks studie naar vennootschappen laat zien hoe de Antwerpse ondernemers met deze uitdagingen omgingen.

Het Antwerpse vennootschapsrecht

In de lokale wetboeken had het Antwerpse stadsbestuur het raamwerk vastgelegd voor het aangaan, uitvoeren en stopzetten van een vennootschap. Patrick Naaktgeboren legt uit dat het belangrijkste aspect was dat ondernemers contractvrijheid hadden. Dit betekende dat zij binnen het gestelde raamwerk een vennootschapscontract naar hun wensen konden opstellen. “Het gevolg was dat elk contract uniek was en zo een inkijkje geeft in de persoonlijke context van de ondernemers”, zegt Patrick. “De contracten maken duidelijk dat de ondernemers vele verschillende initiatieven ontplooiden, zowel in Antwerpen als in andere handelscentra in Europa.”

Op alles voorbereid

Een opvallende bevinding was dat de contracten nauwelijks aandacht besteedden aan de relaties met derden, maar met name de interne relaties bestendigden. Patrick: “Uit de clausules valt af te leiden dat de ondernemers de contracten doorgaans zo opstelden dat zij zich meteen voorbereidden op de mogelijke gevolgen van een huwelijk, een ziekte of een onverwacht overlijden. Naast rechtszekerheid te creëren voor de partners diende een contract ook om specifieke kennis of vaardigheden op te doen en om conflicten te beslechten of voorkomen. Met andere woorden: een vennootschap was veel meer dan enkel een handelscontract.”

Contact

Patrick Naaktgeboren | Universiteit Maastricht & Universiteit van Antwerpen patrick.naaktgeboren@outlook.com

Partnerships and the resilient entrepreneurial spirit of early modern Antwerpians
In seventeenth- and eighteenth-century Antwerp, partnerships were not only established for making financial gains, but also for addressing diverse socio-economic issues, as Patrick Naaktgeboren has explored in his dissertation. A partnership was an agreement between at least two people and included arrangements on the mutual activity, the duration, the individual contributions, and the division of profits and losses. Today, these private partnerships still constitute an indispensable part of Antwerp’s local economy. Patrick’s examination of local partnership law and his analysis of notarised partnership contracts provides insight into how entrepreneurs dealt with economic challenges in early modern Antwerp.

Antwerp’s legal framework provided entrepreneurs contractual freedom, which allowed them to create a partnership contract within the existing legal parameters. As a consequence, each contract was a unique legal construct. Most strikingly, these contracts rarely focused on external relations, but predominantly solidified internal relations and prepared the partners for possible events, such as a marriage, a disease, and a death. Besides creating legal security for the partners involved, contracts were also concerned with the transfer of knowledge and skills as well as with conflict management. To conclude, this study demonstrates that partnerships were more than just a commercial agreement; they contained comprehensive strategies that addressed issues related to several aspects of daily life.