Inclusieve communicatie is hier om te blijven. Niet alleen voor doven of slechthorenden, maar om boodschappen voor iedereen beter toegankelijk te maken. Amaury De Meulder en Veronique Denis richtten vorig jaar een eigen bedrijf op met als specialisatie live-ondertiteling. Maar dit is nog maar het begin van hun ambitie. Ze dromen van een inclusieve wereld, waar mediatoegankelijkheid een automatische reflex in elk bedrijf geworden is.
Terug naar de tijd dat jullie zelf nog studiekiezers waren: waarom hebben jullie toen gekozen voor de opleiding Toegepaste Taalkunde?
Veronique: “Mijn parcours is waarschijnlijk niet het meest traditionele geweest. Ik heb hotelschool gedaan en ben daar voor mijn stage naar Spanje gegaan. Ik sprak geen woord Spaans toen ik aankwam, maar ik pikte het snel op en vond het ook erg heel leuk om te leren. Toen heb ik besloten om na mijn middelbare school Spaans-Engels te gaan studeren binnen de Toegepaste Taalkunde. Ik vond die overstap van TSO naar deze opleiding wel een uitdaging, maar het is uiteindelijk allemaal goed gegaan.”
Amaury: “Ik volgde Latijn-Grieks in het middelbaar onderwijs en ik kwam uit een min of meer tweetalig gezin. Mijn moeder was lerares Frans en mijn vader is Franstalig opgevoed. Maar ik had geen zin om dan ook nog eens Frans te gaan studeren in het hoger onderwijs en heb gekozen voor twee nieuwe talen, Duits en Italiaans. Ik had oorspronkelijk de droom EU-tolk te worden, maar sinds het vak ‘Live-ondertitelen’ in mijn masterjaar heb ik definitief het ondertitelbeestje te pakken.
In 2021 richtten jullie een eigen bedrijf op: MAX Live Media Access. Hoe kwamen jullie op dat idee?
Veronique: “Na mij afstuderen ben ik begonnen als freelance audiovisueel vertaler en ondertitelaar, onder andere bij VTM NIEUWS. Dat heb ik enkele jaren gedaan, maar toen kwam de corona-pandemie. En opeens was er veel meer nood aan live-ondertiteling door de grote switch naar digitale communicatie. Toen kreeg ik een eerste vraag van een vzw die zich richt op mensen met een beperking om hun vergaderingen te voorzien van live-ondertiteling. Voor een andere opdracht had ik een partner nodig en toen heb ik Amaury gebeld, op aanraden van een goede collega. Dat was een goede samenwerking en voor dat we het wisten waren we al aan het fantaseren over een eigen onderneming.”
Amaury: “Ik was ook al aan het zoeken naar meer werk in de live-ondertiteling, want ik merkte dat ik dat het liefste deed. Toen ik Veronique tegenkwam en onze ambities gelijk leken te lopen, vielen de puzzelstukjes in elkaar. Samen naar de notaris gaan om ons vennootschap officieel te maken was wel een spannend moment. Want eigenlijk kenden we elkaar eigenlijk nog niet zo goed op dat moment.”
Hoe moeten we ons een live ondertiteling tijdens een event voorstellen?
Amaury: “In het ideale geval werken we met een team, want dit zijn erg intensieve projecten. We wisselen om de 20 à 30 minuten af. Dat is de standaard die ook in tolkencabines gebruikt worden. Wij spreken de tekst dan in op een computer, die volledig afgestemd is op ons stemprofiel. Dus in tegenstelling tot de vertaalslag die tolken maken voor een publiek, moeten wij er ook voor zorgen dat die computer ons begrijpt: we moeten gearticuleerd spreken en leestekens uitspreken. In het beste geval zit er dan nog iemand na ons die de tekst nog eens nakijkt op fouten en ervoor zorgt dat alles leesbaar is in één oogopslag, in nette zinnen. Want aarzelingen en stopwoorden zijn wij als kijkers wel gewend in gesproken taal, maar in geschreven taal moet je die eruit halen natuurlijk. En dat kan een computer nog niet goed inschatten. Als de klant de filmpjes achteraf nog online wil gebruiken, dan gaan we er nog eens door om ervoor te zorgen dat de geschreven tekst en de timing echt helemaal op punt staat.”
Veronique: “Meestal zijn we met drie als het over een uitzending van een uur gaat: een vertaler, een verbeteraar en een uitzender. Duurt het langer, dan zijn we in het beste geval met vijf. Het is ook altijd beter om met een beetje vertraging op de stream te werken, bijvoorbeeld dertig seconden. Dat geeft ons iets meer ruimte. Maar dat kan natuurlijk niet altijd. Als je met een hybride groep werkt – een groep die ter plekke aanwezig is en een groep die thuis kijkt, bijvoorbeeld – dan kan er voor de groep ter plaatse geen uitzendvertraging worden ingebouwd, want iedereen luistert op hetzelfde moment mee – de stream kan eventueel wel vertraagd worden, zodat de mensen thuis met synchrone ondertitels kunnen meekijken.
Hoe ziet jullie ideale wereld eruit met betrekking tot mediatoegankelijkheid? Welke stappen zouden er nog gezet moeten worden?
Amaury: “Op dit moment is de reflex er nog niet genoeg om events te ondertitelen, zowel live als digitaal, zodat iedereen kan komen, ongeacht hun beperking. In landen zoals Nederland en Duitsland merk je dat ze daar wel al wat verder in staan.“
Veronique: “In België kennen we ondertiteling vooral als vertaalbrug, dat zie je vaak in tweetalige bedrijven. Als die ons vinden, is het vaak om een live-vertaling te organiseren voor vergaderingen en events. Maar je kan er zoveel meer mee doen. Naar schatting is één op de tien Vlamingen doof of slechthorend, en dat is waarschijnlijk nog een onderschatting. En daarnaast zijn er nog degenen met een korte aandachtsboog voor wie ondertiteling helpt om langer geconcentreerd te blijven. Eigenlijk geven wij altijd aan bedrijven mee: als je iets inclusief maakt voor wie op dat moment voor jou een kleine groep lijkt, maak je het ineens toegankelijker voor een veel grotere groep. Een goed voorbeeld is het aanpassen van een bepaalde route voor rolstoelgebruikers. Daarmee help je ook meteen ouders die met een kinderwagen die route afleggen. En aangezien 80% van de socialemediagebruikers hun filmpjes zonder geluid bekijkt, is ondertiteling ook daar zeker niet alleen nuttig voor slechthorenden.”
Amaury: “We vinden die bewustmaking echt heel belangrijk, daarom zijn we op onze website met een podcastreeks gestart waarin we experts in verschillende vormen van toegankelijkheid interviewen. Die podcast hebben we ook Nederlands-Nederlands ondertiteld en van een vertolking naar Vlaamse Gebarentaal voorzien. Op die manier hopen we bedrijven ook te inspireren.”
Op welk project zijn jullie zelf het meest trots?
Amaury: “De samenwerking met Proximus in de Elizabethzaal vond ik een heel mooie, dat was een tweetalig event (Frans/Nederlands). Inhoudelijk bleek dat ook een grote uitdaging. Het ging over de uitfasering van koper in de telecommunicatie en daar hoort heel wat vakjargon bij. Gelukkig kon het bedrijf op voorhand veel informatie bezorgen over specifieke termen, waardoor onze tolken zich goed konden voorbereiden. Dat is wel echt essentieel in ons beroep.”
Veronique: “De persconferentie van de fusie van Port of Antwerp en Port of Bruges in het Havenhuis was ook een mooi project. Dat was voor een groot internationaal publiek, dat zowel ter plekke als van thuis uit volgde. Elke spreker mocht in zijn of haar eigen taal een woordje doen, dus dat betekende veel vertaalwerk en het moest snel gaan.”
Amaury: “Maar als je daarna dan in je auto stapt en op het nieuws hoort over het event dat jij zonet vertaald hebt, dan geeft dat wel echt een boost.”
Meer weten?
Neem een kijkje op de website van MAX Live Media Access Services of volg hen op LinkedIn.
Live subtitling: between interpreting and translating Inclusive communication is here to stay. Not just for the deaf or hard of hearing, but to make messages more accessible to everyone. Amaury De Meulder and Veronique Denis founded their own company last year, specialising in live subtitling. But this is just the beginning of their ambition. They dream of an inclusive world, where media accessibility has become an automatic reflex in every business. It is estimated that one in 10 Flemings is deaf or hard of hearing, and that is probably still an underestimate. And in addition, there are those with a short attention span for whom subtitling helps them stay focused for longer. High time, then, to increase our media accessibility!