De voorstelling van Afrikaanse en Aziatische koloniale subjecten in de Spaanse literatuur tijdens het Francoregime

“De dictatuur van generaal Francisco Franco wordt vaak geassocieerd met politiek geweld, maar ook kolonialisme was essentieel voor het regime”, zegt Emilio Vivó (ACDC). “Op 8 januari 2025 herdacht Spanje de vijftigste verjaardag van Franco’s overlijden, maar er is nog nauwelijks aandacht voor de niet-Europese slachtoffers van de dictatuur en hoe zij voorkomen in de literatuur en cultuur van die tijd.” (Tekst: Emilio Vivó)

Het Spaanse kolonialisme in de Filipijnen en Equatoriaal-Guinea is buiten deze landen nauwelijks bekend, zelfs niet in Spanje zelf. Toch stonden beide landen en hun koloniale ervaringen centraal in de symbolische constructie van het regime in Spanje na de overwinning van generaal Francisco Franco in de Spaanse Burgeroorlog. Voor zijn doctoraatsonderzoek richtte Emilio Vivó, verbonden aan het Antwerp Centre for Digital Humanities and Literary Criticism, zich op de representatie van nationalistische, racistische en genderideologieën in de Spaanse literatuur die werd geproduceerd tijdens de franquistische dictatuur tussen 1939 en 1959. Hij legde daarbij de focus op de Filipijnen en Equatoriaal-Guinea. Guinea functioneerde toen als een extractieve kolonie voor Franco, waarbij de katholieke kerk een rol speelde die herinnerde aan haar invloed in de Filipijnen.

Kolonialisme analyseren via literatuur

Literatuur, vooral fictie, is een bevoorrechte bron om de beeldvorming van koloniale macht te bestuderen, want het drukt de wensen en fantasieën van die macht uit. Emilio: “Ik analyseerde tien werken over Equatoriaal-Guinea en de Filipijnen, geschreven door auteurs die werkten onder het regime van Francisco Franco. Deze schrijvers ondersteunden het Spaanse kolonialisme in beide landen, zowel tijdens als voor Franco’s bewind.”

“Mijn onderzoek toont aan dat in de periode 1939-1959 het Spaanse kolonialisme in de Filipijnen fungeerde als model voor het koloniale bewind in Equatoriaal-Guinea, op vlak van politiek, economie en symboliek. De Filipijnen waren al sinds 1898 onafhankelijk van Spanje en sinds 1946 van de Verenigde Staten, maar het land had unieke betrekkingen met Franco. Deze situatie leek ook een ideaal postkoloniaal toekomstscenario voor het Afrikaanse Equatoriaal-Guinea, dat pas onafhankelijk werd in 1968.”

Spanje presenteerde zich in deze tijd als antiracistisch en antikoloniaal

Spaanse academici en media spreken vaak over het politieke geweld dat de dictatuur uitoefende tegen politieke tegenstanders. Ook naar het geweld tegen vrouwen en LGBTQ+-personen ging er recent veel aandacht. Te vaak wordt echter vergeten dat Spanje niet alleen nostalgie koesterde voor zijn verloren koloniën, maar ook daadwerkelijk koloniën in Afrika bezat en neokoloniale netwerken probeerde op te bouwen in Amerika en Azië. Dit hangt waarschijnlijk samen met het feit dat het regime het Spaanse kolonialisme presenteerde als niet-racistisch en antikoloniaal, deels door te verwijzen naar de grote mestizobevolking in de Amerika’s en de vermeende prioriteit die Spanje gaf aan de evangelisatie.

Emilio: “Dit exceptionalisme was typerend voor alle koloniale machten. De Spaanse literatuur uit die periode herhaalde en paste ideeën, retorische strategieën en tropen aan uit het algemene Europese koloniale discours. Ver van wat de propaganda beweerde, was het Spanje van Franco diep kolonialistisch en racistisch. Zelfs in landen zoals de Filipijnen die nauwe banden onderhielden met hun voormalige kolonisator, waren deze relaties doordrongen van een diep eurocentrisme. Deze landen bevonden zich binnen wat dekoloniale theoretici aanduiden als de kolonialiteit van de macht en van de kennis.”

Contact

Emilio Pedro Vivó Capdevila | emilio.vivocapdevila@uantwerpen.be

African and Asian representation in Spanish literature during the Franco regime
Emilio Vivó, a researcher affiliated with the Antwerp Centre for Digital Humanities and Literary Criticism, has focused his doctoral research on the often overlooked aspect of Spanish colonialism during General Francisco Franco's dictatorship. He has analysed ten literary works about Equatorial Guinea and the Philippines from the early Francoist period (1939–1959), focusing on the colonial ideologies conveyed in relation to gender, race, and nation. Literature, especially fiction, is a privileged source for studying the iconography of colonial power because it expresses the desires and fantasies of that power.

"My research shows that in the period 1939-1959, Spanish colonialism in the Philippines acted as a model for colonial rule in Equatorial Guinea, in terms of politics, economics and symbolism," Emilio explains. "The Philippines had been independent from Spain since 1898 and from the United States since 1946, but it had unique relations with Franco. This situation also seemed an ideal post-colonial future scenario for African Equatorial Guinea, which did not gain independence until 1968."

Emilio: "The Spanish literature of the period repeated and adapted ideas, rhetorical strategies and tropes from the general European colonial discourse. While the propaganda presented Spanish colonialism as non-racist and anti-colonial, Franco's Spain was in fact the opposite. Even in countries like the Philippines, which maintained close ties with their former coloniser, these relations were permeated by a deep Eurocentrism, and were within what decolonial theorists refer to as the coloniality of power and knowledge."