Auteur: Weerwerk
Noot van USAB: Op 8 januari 2020 legden de werknemers in de dienstenchequesector het werk neer. Ook met eerdere acties eind 2019 trachtten ze de aandacht te vestigen op waardig werk in hun sector. Deze stakingsdag toont opnieuw de relevantie van onderstaande open brief en petitie, een initiatief van “Weerwerk”, een collectief van syndicalisten, artsen en activisten die mee willen nadenken en handelen over gezondheid op de werkvloer. Op hun website lezen we: “Als huisartsen, arbeidsgeneesheren en syndicalisten van Weerwerk hebben wij het initiatief genomen om deze petitie te starten. Het wordt hoog tijd dat de werkomstandigheden van werknemers in de dienstenchequesector verbeteren. […] De initiële ondertekenaars van deze brief komen uit verschillende hoeken van de samenleving: artsen, academici, ziekenfondsen en werknemers. Maar deze brief richt zich tot iedereen, gebruikers van het dienstenchequesysteem of niet: gezondheid op het werk is een zaak van iedereen!”
Inleiding
Deze brief en petitie hebben als doel om het debat over de werkomstandigheden van de huishoudhulp in de dienstensector verder te stimuleren. Ongeveer een miljoen mensen in ons land maken als klant gebruik van het systeem van de dienstencheques. Ook als klanten zijn we bezorgd over de gezondheid van onze huishoudhulp, maar vaak zijn we niet voldoende geïnformeerd over de risico’s en de belastende werkomstandigheden van onze huishoudhulp. Door deze brief te ondertekenen, wensen wij bij te dragen aan gezondere werkomstandigheden.
We formuleren een aantal concrete voorstellen die een uitweg kunnen bieden voor de meest prangende gezondheidsproblemen. Deze voorstellen vloeien voort uit ervaringen uit de praktijk, wetenschappelijk onderzoek, enquêtes en gesprekken met huishoudhulpen. De overheid speelt hier een belangrijke rol. Met de subsidies die ze aan de dienstenchequebedrijven verstrekt, heeft ze een cruciale hefboom in handen om het statuut van huishoudhulp op te waarderen. Een mooie kans om de belofte van “werkbaar werk” in te lossen. Toch zijn het vooral de dienstenchequebedrijven die een grote verantwoordelijkheid dragen in het aanbieden van gezond, veilig en ergonomisch werk. De torenhoge werkgerelateerde gezondheidsklachten tonen aan dat veel bedrijven hierin duidelijk tekort schieten.
Enkele cijfers
Ze zijn met meer dan 140.000 in België, zo goed als allemaal vrouwen (98%). Met een job als huishoudhulp en de verantwoordelijkheden van het eigen huishouden combineren veel van hen een dubbele dagtaak. Volgens een studie van IDEA consult werkt 72% minder dan 30 uren per week. Een belangrijke reden voor deeltijds werk is dat de job te zwaar is, zowel fysiek als mentaal. Een studie van het ABVV uit 2017 registreerde klachten aan de spieren en gewrichten bij 70% van de bevraagde poetsdames. In een recente studie uitgevoerd door onderzoekers verbonden aan de VUB, loopt dit verder op tot 84%, naast 82% die rugklachten rapporteert. Deze cijfers zijn in vergelijking met andere sectoren enorm hoog. De klachten worden vooral uitgelokt door het uitvoeren van repetitieve bewegingen, zoals schrobben, strijken, werken in gebukte of geknielde houding,… 54% van de huishoudhulpen zegt het werk niet vol te houden tot het pensioen. Bovendien toonde een studie van de VUB uit 2017 aan dat longziektes vaker een oorzaak is van overlijden bij poetshulpen dan in de gemiddelde bevolking. Dit door de blootstelling aan allerlei chemische stoffen in de schoonmaakproducten.
De tijdsdruk maar ook de eisen van het dienstenchequebedrijf en de klant zorgen voor extra klachten. Vaak hebben poetshulpen te weinig controle over de werktijden, de hoeveelheid werk of de hulpmiddelen waarmee ze het werk moeten uitvoeren. Vaak zijn er onvoldoende rustpauzes voorzien, wat de intensiteit van het werk verder opvoert. Deze problemen resulteren in meer en langere afwezigheden door ziekte dan in andere sectoren. Langdurige ziekteperiodes resulteren vaak in ontslag omdat aangepast werk niet voorzien wordt door de werkgever.
Ook op het vlak van coaching en opleiding is er nog heel wat werk aan de winkel: 22% van de poetshulpen heeft nog nooit een opleiding gekregen. Vaak gaan opleidingen over hoe zo efficiënt mogelijk werken, eerder dan over veiligheid en ergonomie. Veiligheid en ergonomie zijn ook afhankelijk van het poetsmateriaal dat de klanten ter beschikking stellen. Ook daar blijken onvoldoende garanties te bestaan: het is de verantwoordelijkheid van de poetshulp zelf om ongezonde producten en materiaal de herkennen en vervolgens de moed te hebben om de klant te vragen andere middelen ter beschikking te stellen. Voor veel poetshulpen is dit een moeilijke opdracht.
Veel poetshulpen voelen zich geïsoleerd en eenzaam in hun werk. Contacten met collega’s zijn er amper. De helft van de poetshulpen geeft aan te weinig ondersteuning te krijgen van de werkgever. De combinatie van veeleisende klanten, de weinige steun van de werkgever en het gevoel er alleen voor te staan, zorgt voor veel bijkomende stress. Bovendien zijn de mogelijkheden om een andere job te vinden beperkt, zeker als vorming en opleiding zich beperken tot de onmiddellijke taak en geen bredere training omvat.
Het systeem van de dienstencheques biedt een min of meer stabiele en gereguleerde werkomgeving voor mensen die anders vaak in de willekeur en onzekerheid van niet gereguleerde arbeid of zwartwerk terecht komen. Dat is onmiskenbaar een troef van het systeem. Echter, de oorspronkelijke ambitie met het statuut van de dienstencheques ging veel verder: het moest een opstap worden tot de reguliere arbeidsmarkt en op die manier kansen bieden op een ‘duurzame loopbaan’ en de mogelijkheid geven om door te groeien naar andere jobs. Deze ambitie wordt vandaag niet waargemaakt – integendeel, de belastende werkomstandigheden hypothekeren een duurzame participatie aan de arbeidsmarkt.
Conclusies
De grote meerderheid van de gezondheidsproblemen waarmee huishoudhulpen af te rekenen krijgen, zijn te voorkomen. Wanneer werknemers klachten ontwikkelen en het werk niet langer aankunnen, weigert de werkgever vaak aangepast werk te voorzien. Het werk moet aangepast zijn aan de mens, niet andersom. De overheid heeft met de subsidies die ze aan de sector verstrekt, een belangrijke hefboom in handen om het werk menswaardig en werkbaar te maken.
Een aantal werkgevers in de dienstenchequesector doen wel degelijk inspanningen om de job van huishoudhulp werkbaar te maken. Toch zijn het wettelijk kader en de richtlijnen die de werkgever dient na te leven, nog erg vaag wat de deur openzet tot laksheid, zelfs misbruik door de dienstenchequebedrijven.
De cijfers van gezondheidsproblemen bij huishoudhulpen zijn onaanvaardbaar hoog. Veel aandoeningen zijn voorkombaar door preventieve maatregelen op het werk. Wij, als artsen en als klanten van dienstenchequebedrijven, maar ook als (belasting)betaler van gesubsidieerde arbeid zijn van mening dat hier kan en moet ingegrepen worden.
Voorstellen
- Om de blootstelling aan gevaarlijke chemische producten te beperken, en betere, meer ergonomische werkomstandigheden te garanderen, kan de werkgever een pakket van goedgekeurde en veilige poetsproducten aanbieden aan de klanten, samen met ergonomisch werkmateriaal.
- Werknemers in de dienstenchequesector ervaren tal van klachten eigen aan het werk. Longproblemen, huidaandoeningen, klachten van pezen en gewrichten. We vinden dat een periodieke opvolging door een arbeidsgeneeskundige dienst absoluut noodzakelijk is, zowel om deze problemen op te sporen maar ook om preventieve maatregelen mogelijk te maken. Deze aandoeningen komen duidelijk voort uit de aard van het werk als huishoudhulp. Ze zouden erkend kunnen worden als beroepsziektes door FEDRIS (het vroegere Fonds voor de Beroepsziekten). FEDRIS zou ook meer aandacht kunnen besteden aan preventie van deze aandoeningen en hierover informatieve campagnes voor het grote publiek lanceren.
- Alle bedrijven zouden hun werknemers moeten vergezellen wanneer ze een nieuwe werkplek bezoeken. Ze kunnen regelmatige controles op de werkplaats uitvoeren om ergonomisch en veilig werk mogelijk te maken en klanten te informeren over het correcte takenpakket van hun huishoudhulp. Dit maakt deel uit van de verplichte risicoanalyse.
- Huishoudhulp is vaak een eenzaam beroep. We denken aan de introductie van teamwerk, bijvoorbeeld in wijkteams, in overleg met de klanten en met respect voor de vertrouwensband tussen de huishoudhulp en de klant. Op die manier kunnen huishoudhulpen samen poetsen bij klanten, van elkaar leren en samen omgaan met moeilijke situaties. Ze kunnen het werk onderling plannen en zorgen voor permanentie als een collega ziek is of vakantie heeft. Zelfs de klanten informeren over veiligheid en gezondheid, nieuwe klanten aanbrengen en administratieve taken vervullen zou een verantwoordelijkheid van die teams kunnen zijn. Meer teamwerk kan ook leiden tot minder verloop of absenteïsme en een betere dienstverlening.
- Ongeveer 1 op de 4 huishoudhulpen heeft nog nooit een opleiding kunnen volgen. Opleidingen over veiligheid en ergonomie dienen door de werkgever aangeboden te worden. In 2009 werd het Sectoraal Vormingsfonds Dienstencheques opgericht om opleidingen uit te bouwen en te coördineren. Tien jaar later blijkt dat nog heel wat noden niet zijn ingevuld. De overheid kan hierop toezien, bijvoorbeeld door het verstrekken van kwaliteitscertificaten aan dienstenchequebedrijven die goede en herhaalde opleiding aanbieden. Ook het toekennen van subsidies aan dienstenchequebedrijven kan verbonden worden aan bepaalde voorwaarden, zoals het aanbieden van kwaliteitsvolle opleidingen.
Noot: deze open brief verscheen eerder ook op DeWereldMorgen.be
Klik hier om de petitie te ondertekenen.
Foto door Sebastian Ganso via Pixabay