Auteur: Katrijn Ruts (GRIP vzw)
Er zijn in Vlaanderen nog veel inspanningen nodig om het recht op wonen in de maatschappij te realiseren voor personen met een handicap. Alle bestuursniveaus en woonpartners hebben hierrond een verantwoordelijkheid. Mensenrechtenorganisatie GRIP vzw stelde een online brochure samen voor lokale besturen om hier (verder) mee op weg te gaan. We vatten in deze blog enkele lessen samen.
Recht op wonen onder druk
Iedereen heeft recht op een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid. Dit zijn allemaal aspecten van menswaardig wonen. Het is een uitdaging voor alle bestuursniveaus om dit te realiseren.
Het recht op wonen staat voor velen onder druk, in de eerste plaats bij mensen in een kwetsbare sociaal achtergestelde positie. De dynamieken achter de wooncrisis werden al vele malen treffend beschreven (zie bv. Verstichele; 2018). Slechts een klein percentage van de bevolking kan huren aan een huurprijs die is afgestemd op hun inkomen. Veel mensen zien zich verplicht veel te betalen voor slechte kwaliteit. Er is een duidelijk verband tussen de problemen om goede huisvesting te vinden en de kans om in armoede te belanden.
Ook personen met een handicap zijn slachtoffer van de wooncrisis.
Als mensenrechtenorganisatie van personen met een handicap benadrukt GRIP het enorme belang van dit recht op menswaardig wonen van mensen met een handicap. Personen met een handicap hebben immers net als iedereen het recht om te wonen waar en met wie ze willen, en om volwaardig deel uit te maken van de maatschappij. Dit wordt verwoord in het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VN-Verdrag Handicap). Zonder goede woonst hebben ze geen volwaardige plek in onze maatschappij.
Een online brochure voor lokale besturen om een inclusief woonbeleid te voeren
Het beleid moet aandacht hebben voor het perspectief van personen met een handicap. GRIP ontwikkelde al verschillende kaders om het perspectief van personen met een handicap en het recht op inclusie toe te passen in het woonbeleid. Nuttige aandachtspunten staan beschreven in standpuntennota’s over een inclusief woonbeleid, deïnstitutionalisering en armoedebestrijding.
Om lokale besturen op weg te helpen rond inclusief wonen, ontwikkelden we een online brochure. Zonder het belang van de hogere bestuursniveaus te negeren, gingen we aan de slag met de vraag wat er op lokaal niveau aan visie en beleid kan worden ontwikkeld. Het materiaal kwam tot stand door het samenleggen van relevant cijfermateriaal, eerdere analyses en standpuntnota’s, gesprekken met experten en ervaringsdeskundigheid. We mikten op een goed leesbare, informatieve en uitnodigende brochure waardoor lokale besturen geïnspireerd worden.
Cijfers over armoede en wonen bij personen met een handicap zouden alle alarmbellen moeten doen afgaan
Cijfers over de woonpositie van personen met een handicap trekken meteen de aandacht naar de inkomenspositie van deze groep. De hier vermelde cijfers zijn gebaseerd op de EU-SILC 2020.
In 2020 woonde 35% van de personen met een handicap ouder dan 18 jaar in een huurwoning. Bij personen zonder handicap was dat 19%. Waar dit aandeel voor laatstgenoemden de afgelopen jaren relatief stabiel bleef, nam het aantal mensen met een handicap dat huurt toe.
Ongeveer een op drie huurders (met en zonder handicap) houdt na het betalen van de huur niet genoeg over om fatsoenlijk van te leven (Heylen en Vanderstraeten, 2019).
Eurostat legt de grens voor een te zware woonkost op 40% van het beschikbare huishoudinkomen. Daarbij wordt rekening gehouden met alle kosten voor de huur of aflossing van de lening, inclusief bijkomende woonuitgaven voor verzekering, taksen, onderhoud en nutsvoorzieningen. In 2020 leefde 12% van de personen met een handicap in een huishouden met een woonquote van minstens 40%. Bij de personen zonder handicap lag dat aandeel op 5%.
In België leefde 23% van de personen met een handicap in 2020 in een huishouden waarvoor de woonkosten een zware last zijn voor het huishoudbudget. Dit aandeel is beduidend hoger dan bij personen zonder handicap (10%).
Kosten laag houden
Personen met een handicap hebben het omwille van extra kosten door handicap, hogere inactiviteit, lage uitkeringen enzovoort vaak financieel lastig. De kosten van wonen, gezondheidszorg, energie, openbaar vervoer, scholen, kinderopvang, … wegen extra hard door. Die kosten laag houden is dus essentieel. Vanwege de focus op wonen en wat lokale overheden kunnen doen, gaat de brochure niet op die brede nood aan kostenbeperking in.
De stemmen van mensen met een handicap bieden echo’s van de realiteit
Mensen met een handicap komen wel eens in een woning terecht die niet voldoende is aangepast aan hun beperking. Dat zorgt voor extra uitdagingen, zoals blijkt uit enkele getuigenissen van ervaringsdeskundigen:
Hermi: “Het heeft lang geduurd vooraleer ik mijn ramen kon vervangen door dubbel glas en zo de geluidsprikkels kon beperken. Ik kon die kost niet betalen. Ik had het moeilijk om tot rust te komen thuis. Vanwege mijn autisme was die situatie niet ideaal.”
Door gebrek aan een passende woonoplossing blijven mensen soms langer dan gewild bij hun ouders wonen.
Sofie: “Al jaren zoek ik een betaalbaar en aangepast appartement met voldoende slaapkamers voor assistenten in een cohousingproject. Dit zou voor mij een goede oplossing zijn om eindelijk op eigen benen te kunnen staan.”
Heel wat mensen met een handicap besteden een groot deel van hun inkomen aan huurkosten. Soms zorgt hun handicap voor extra woonkosten.
Nadia: “Ik moet huren op de private huurmarkt en heb een extra kamer nodig om mensen die mij ’s nachts ondersteunen te slapen te leggen. Ik besteed ongeveer 60% van mijn maandelijks inkomen aan huur en gemeenschappelijke lasten van het appartementsgebouw.”
Luc: “Het is soms moeilijk om een bouwgrond te vinden die voldoende groot is om een woning te bouwen met extra ruimte om te manoeuvreren met een rolstoel. Voor die extra ruimte moeten we ook extra centen op tafel leggen waardoor het bouwproject financieel nog duurder wordt.”
Herman: “Ik heb noodgedwongen 6 jaar in een rusthuis moeten leven waar ik niet wou zijn. Er was geen andere plek waar ik terechtkon. Ik had geen ondersteuningsbudget om elders te kunnen gaan wonen. Mijn autonomie werd beknot en ik had moeite om nog mezelf te kunnen zijn.”
Anoniem: “Ik wil al lang dichter bij familie gaan wonen, maar ik zou meer ondersteuningsbudget moeten hebben. Soms zie ik een goede woning maar zijn de sociale voorzieningen te ver, ligt ze te afgelegen en niet goed verbonden met openbaar vervoer, buiten de dorpskern.”
Sofie: “Ik woon in een project ‘zelfstandig wonen’ waarbij ik een toegankelijk appartement huur van de sociale woonmaatschappij en zorg inkoop bij een zorgorganisatie. De zorgorganisatie vraagt echter momenteel mijn volledige ondersteuningsbudget om assistentie aan huis te leveren. Ik hou niets meer over voor buitenshuis. Als ik geen ondersteuning meer wil van hen, dan ben ik gedwongen te verhuizen. Waar moet ik dan naartoe?”
Wat vertellen experten ons over het recht op wonen van personen met een handicap?
Sien Winters (Steunpunt Wonen): “De nieuwste cijfers uit de Woonsurvey 2023 van het Steunpunt Wonen tonen nogmaals dat huurders het zwaarst getroffen worden door slechte woningkwaliteit en betaalbaarheidsproblemen. De handicapmonitor toonde eerder dat personen met een handicap vaker huren dan anderen, over een minder goede woningkwaliteit beschikken en dat voor hen de woninguitgaven zwaarder wegen op het huishoudbudget.”
Joy Verstichele (Vlaams Huurdersplatform): “We kennen heel wat personen met een handicap die uitgesloten worden van sociale huur door allerhande voorwaarden en voorrangsregels die ook voor hen gelden. Voorbeelden zijn een te strakke middelentoets of minstens 5 jaar ononderbroken in de gemeente wonen.”
Pieter-Paul Verhaeghe (VUB): “Uit onderzoek weten we dat mensen met een handicap nog steeds worden gediscrimineerd wanneer ze een huurwoning zoeken. Zo staan verhuurders en makelaars vaak weigerachtig tegenover redelijke aanpassingen aan een huurwoning. Verhuurders en makelaars weten over het algemeen nog onvoldoende wat redelijke aanpassingen zijn en dat het weigeren ervan gelijk staat aan discriminatie.”
Pascal Dedecker (KULeuven): “Al twintig jaar stellen we vanuit onderzoek vast dat woningen in Vlaanderen over het algemeen te weinig aangepast zijn voor mensen met beperkte mobiliteit. Daardoor vinden personen met een handicap en ouderen moeilijk een passende woning. In veel woningen kunnen zij ook niet op bezoek. Er is geen algemene (ver)bouwverordening die ervoor zorgt dat het woningenpark meer aangepast geraakt.”
Katrijn Ruts (GRIP): “Mensen kunnen worden gedwongen hun woonst in een woonzorgorganisatie te verlaten. Daardoor kunnen ze zelfs in dak- of thuisloosheid terechtkomen. Wanneer een woonzorgvoorziening een persoon met een handicap niet meer wil opvangen, kan deze persoon hiervoor niet bij een huurdersbond terecht, want huurdersbescherming is niet van toepassing.”
Het belang van een goede beleidsvisie
Beleid voeren kan niet zonder een goede visie. In de brochure worden begrippen als inclusie en het burgerschapsmodel uitgeklaard, vind je sleutelpassages uit het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een handicap terug, tonen we hoe betaalbare en toegankelijke woningen slechts een van de twaalf zuilen voor een onafhankelijk leven zijn, en belichten we principes zoals toegankelijkheid, betaalbaarheid en woonzekerheid.
Visie op inclusie
In een samenleving waarin inclusie de norm is horen alle burgers erbij, ongeacht hun verschillen en met respect voor hun verscheidenheid.
Inclusie is het recht op volwaardige deelname aan de samenleving op gelijke voet met andere burgers, een onafhankelijk leven met gelijke keuzemogelijkheden en met respect voor individuele keuzes.
Het recht op inclusie wordt sinds maart 2021 nadrukkelijk opgenomen in de Belgische Grondwet, met name in art. 22ter: “Iedere persoon met een handicap heeft recht op volledige inclusie in de samenleving, met inbegrip van het recht op redelijke aanpassingen”. Het tweede deel van art. 22ter legt positieve verplichtingen op aan de overheid. Elke wetgever moet, binnen zijn bevoegdheidsterrein, geleidelijk uitvoering geven aan het grondwettelijke recht op volledige inclusie van personen met een handicap.
Dit alles past in het burgerschapsmodel en een visie op een diverse samenleving waarbij personen met een handicap volwaardige burgers zijn en dezelfde rechten hebben om net als iedereen deel uit te maken van de maatschappij, ongeacht hun ondersteuningsnood. Ieder individu heeft eigen talenten en deze diversiteit is een meerwaarde voor vandaag en voor de toekomst van onze samenleving (GRIP vzw, 2023).
Inclusie wordt vaak verward met integratie en segregatie. Inclusie verschilt van segregatie en uitsluiting omdat mensen tussen en met mensen zonder handicap leven, in de gewone samenleving. Inclusie verschilt van integratie omdat de structuren zo zijn opgezet of hervormd dat een diversiteit van mensen op gelijkwaardige manier kan deelnemen.
Elke persoon mag zijn zoals die is en hoeft de norm niet te halen om op een volwaardige manier mee te doen. Drempels worden weggewerkt via universeel ontwerp (universal design), redelijke aanpassingen en indien nodig ondersteuning op maat.
Visie op deïnstitutionalisering
Personen met een handicap hebben het recht om zelfstandig in de maatschappij te wonen en te leven en volwaardig te participeren. Dit houdt in dat zij voldoende ondersteuning krijgen, ook om hun eigen keuzes te maken. Maar ook dat zij toegang hebben tot een goede woonst. En dat ze daarbij niet verplicht worden om een bepaald zorgaanbod aan te nemen.
Het realiseren van het recht op wonen in de maatschappij past in een alomvattend plan om aan inclusie en deïnstitutionalisering te werken. Zo’n plan is er echter nog niet in Vlaanderen. Dat maakt het moeilijker voor lokale besturen om de juiste richting in te slaan.
Bij acties rond wonen voor personen met een handicap is de valkuil dat er nieuwe instellingen worden gebouwd of kleine woonentiteiten alleen voor personen met een handicap. Het is ook belangrijk dat er bij huisvesting voor personen met een handicap niet verplicht wordt om bepaalde ondersteunende diensten aan te nemen.
Breed kijken en geïntegreerd inclusief beleid: twaalf zuilen van onafhankelijk leven
Ervaringsdeskundigen somden twaalf elementen op waar beleidsmakers op zouden moeten inzetten om onafhankelijk leven waar te maken:
- Aangepaste en toegankelijke informatie;
- Een toereikend inkomen om volwaardig van te kunnen leven
- Passende en toegankelijke gezondheidszorg
- Een volledig toegankelijk transportsysteem
- Een volledig toegankelijke omgeving
- Adequate beschikbaarheid van technische hulpmiddelen en uitrusting
- Beschikbaarheid van toegankelijke, betaalbare en aangepaste huisvesting
- Adequate persoonlijke assistentie
- Beschikbaarheid van inclusief onderwijs
- Gelijke kansen op werk in de reguliere sector
- Beschikbaarheid van onafhankelijke belangenbehartiging en self-advocacy
- Beschikbaarheid van peer counseling.
De beschikbaarheid van toegankelijke, betaalbare en aangepaste huisvesting is een van deze elementen.
Toegankelijkheid en betaalbaarheid centraal stellen
Een van de belangrijkste aandachtspunten vanuit het perspectief van personen met een handicap is toegankelijkheid. Het recht op toegankelijkheid (accessibility) staat in art. 9 van het VN-Verdrag Handicap. Het gaat over veel meer dan rolstoeltoegankelijkheid. Ook bij huisvesting en huurwoningen moet er gestreefd worden naar integrale toegankelijkheid. Om discriminatoire behandeling te vermijden, moet er gebouwd worden met universeel ontwerp. Ook betaalbaarheid wordt vanuit het VN-Verdrag Handicap naar voren geschoven als een aspect van toegankelijkheid.
Algemene beleidsuitdagingen en handicapperspectief integreren
Als algemene uitdaging voor het Vlaamse woonbeleid onderschrijven we de formulering van Woonzaak: “De verschillende deelmarkten (eigen woningbezit, sociale huur, private huur, alternatieve modellen, …) spelen op elkaar in en vormen zo samen het Vlaamse woonbeleid. Elk van die deelmarkten moet toegankelijk, kwaliteitsvol, betaalbaar en woonzeker zijn en rekening houden met een goede woonomgeving. Maatregelen op één deelmarkt mogen geen negatieve effecten hebben op andere deelmarkten. Kwetsbare huishoudens dienen op elke deelmarkt ondersteund te worden om hun recht op wonen waar te kunnen maken. Dat komt uiteindelijk de keuzevrijheid van burgers ten goede. Woonzaak vraagt daarom een eigendomsneutraal woonbeleid met de focus op het recht op wonen op elke deelmarkt.”
Een bijkomende uitdaging is om het perspectief van personen met een handicap te integreren. Dit kan door samen met alle actoren en personen met een handicap structurele oplossingen te zoeken voor vormen van uitsluiting en discriminatie. Extra aandacht voor de noden van personen met een handicap bij het creëren van woonbeleid kan uitmonden in een beter algemeen woonbeleid. Het is niet de bedoeling om mensen met een handicap te bevoordelen boven andere groepen. Mensen met een handicap hebben niet altijd een hogere woonnood dan mensen uit andere bevolkingsgroepen.
Elf aanbevelingen om aan de slag te gaan
GRIP geeft elf aanbevelingen aan lokale besturen gericht op een inclusief woonbeleid:
- Betrek personen met een handicap bij het beleid: werk samen met lokale verenigingen, groeperingen en individuen als hefboom om het perspectief van personen met een handicap mee te nemen.
- Zet integrale toegankelijkheid binnen lokaal woonbeleid centraal: heb bij elk van de beleidsprioriteiten oog voor noden van personen met een handicap (bv. eenvoudige taal gebruiken, voldoende grote bouwgronden voorzien, universeel ontwerpen opleggen bij bouwvergunningen,…).
- Zet in op meer woningaanpassingen: voorzie extra premies, aanvullend op het Vlaamse stelsel dat nog verbeterd kan worden.
- Investeer veel meer in sociale huurwoningen: verander de visie van een armen- naar een volkshuisvesting; voer een actief leegstandsbeleid; benut gronden van de gemeente, publieke of semipublieke gronden voor sociale huisvesting in plaats van ze te verkopen, en installeer voorkooprechten voor woonmaatschappijen; leg aan projectontwikkelaars op dat bij elke ontwikkeling vanaf vijf woningen minstens een vijfde voor sociale huur bestemd zou moeten worden.
- Creëer échte toegang tot de sociale huurmarkt: onderzoek waarom regelgeving zoals lokale binding mensen uitsluit, en bezorg signalen hierover aan hogere bestuursniveaus. Zorg er mee voor dat bestaande sociale huurwoningen evolueren naar universeel ontwerp en grijp het momentum van renovatie aan.
- Voorzie meer woningen zonder verplicht zorgaanbod: zet Vlaamse subsidies voor het aanpassen van (sociale) huurwoningen enkel in onder de voorwaarde dat bewoners niet verplicht zijn een bepaald zorgaanbod te aanvaarden.
- Zorg voor een eerlijke toegang tot de private huurmarkt: laat praktijktesten uitvoeren en ga met de resultaten aan de slag voor sensibilisering, dialoog, maar ook voor het verkennen van sanctiemechanismen en het juridisch aanvechten van discriminatie.
- Zorg voor een beter betaalbare private huurmarkt: in afwachting van en als aanvulling op een verbetering van het stelsel van huursubsidies en regulering van de huurprijzen op een hoger niveau kunnen lokale besturen het gebruik van de huurschatter promoten. Een eigen regeling voor huisdelen waardoor de individuele uitkering niet vermindert, kan zorgen voor meer samenwonen, lagere woonkosten en een beter gebruik van de bestaande woningcapaciteit.
- Onderzoek de woonzekerheid: onderzoek in de eigen gemeente wat bedreigingen zijn voor woonzekerheid van personen met een handicap, en hoe de woonzekerheid kan worden verhoogd.
- Zorg voor een dak en thuis voor iedereen: steun Housing First-programma’s, waarbij het aannemen van hulp aangeboden wordt, maar niet verplicht is. Stimuleer dat woningen binnen Housing First aangepast zijn voor personen met een handicap. Doe mee aan dak- en thuislozentellingen.
- Zet in op een betere kwaliteit van het lokale woningenpark: ook voor personen met een handicap is het interessant om private verhuurders te stimuleren om te renoveren door verplichte conformiteitsattesten op te leggen, door begeleiding te bieden bij de nodige herstellingen, of door het koppelen van renovatiepremies aan langdurige verhuring. Ook maximale huurprijzen zijn interessant om te overwegen.
Verdieping
In de bijlagen in de brochure staat meer uitleg over de richtlijnen uit het internationale mensenrechtenkader. We verhelderen daarbij hoe men het recht op autonomie kan centraal stellen bij woonbeleid voor personen met een handicap, verduidelijken termen als integrale toegankelijkheid, universeel ontwerp en betaalbaarheid en hoe dit in Vlaanderen al beschreven werd. In de brochure staan verwijzingen naar teksten die je verder op weg helpen. Voor meer info, zie de website van GRIP vzw.
Relevante lectuur
#Praktijktestennu (2024). Analyse van partijprogramma’s voor de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024.
Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap (2014). Algemene Commentaar nr. 2 van het VN-Comité over art. 9 Toegankelijkheid.
Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap (2017). Algemene Commentaar nr. 5 van het VN-Comité over art. 19 Zelfstandig Wonen en deel uitmaken van de maatschappij.
Committee on the Rights of Persons with Disabilities (2024). Concluding observations on the combined second and third periodic reports of Belgium.
Committee on the Rights of Persons with Disabilities (2022). Guidelines on deinstitutionalization, including in emergencies CRPD/C/5.
FOD Sociale Zekerheid (s.d.). Over het VN-verdrag.
GRIP vzw (s.d.). Wat is het verschil tussen inclusie, integratie, segregatie en uitsluiting?
GRIP vzw (2023). Standpuntnota. Deïnstitutionalisering naar een eigen leven midden in de samenleving. Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap (GRIP vzw).
GRIP vzw (2024). Personen met een handicap hebben het recht op te wonen in de maatschappij. Hoe kunnen lokale besturen hiertoe bijdragen? Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap (GRIP vzw).
Heylen, K. en Vanderstraeten, L. (2019). Wonen in Vlaanderen in 2018. Gompel&Svacina.
Inter, Vlaams expertisecentrum toegankelijkheid (s.d.). Universal Design of ontwerpen voor iedereen.
Inter, Vlaams expertisecentrum toegankelijkheid (s.d.). Wat is toegankelijkheid?
Mertens, N., Demaerschalk, E., Hermans, K. (2023). Methodische ondersteuning van lokale tellingen van personen in een situatie van dak- of thuisloosheid, Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Reclaiming our Futures Alliance (s.d.). Independent Living for the Future Our vision for a national independent living support.
Ruts, K. (2019). Tien kernelementen van de General Comment van het VN-Comité voor de verwezenlijking van de rechten uit artikel 19 van het VRPH, GRIP vzw.
Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (2025). Tellingen dak– en thuisloosheid in 2024.
United Nations General Assembly (2017). Adequate housing as a component of the right to an adequate standard of living, and the right to non-discrimination in this context.
Vanweddingen, M., Noppe, J., & Moons, D. (2024). Maatschappelijke positie en participatie van personen met een handicap, rapport statistiek Vlaanderen, 2022/1, Statistiek Vlaanderen.
Vermeir, D., & Hubeau, B. (2021). Een verkennende studie van woonzekerheid op de private huurmarkt, Steunpunt Wonen.
Verstichele, J. (2018). De onzichtbare wooncrisis. EPO.
Vlaamse Overheid (s.d.). Handboek toegankelijkheid publieke gebouwen.
Vlaamse Overheid (s.d.). Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Woonzaak (s.d.). Bouwpakket voor een fundamenteel rechtvaardig woonbeleid.
Afbeelding van Raj Tuladhar via Unsplash