Onze universiteit drong haar CO2-uitstoot in vijf jaar tijd met 16,5 procent terug. Een mooi resultaat, maar we zitten nog niet op koers om onze doelstellingen te halen. Hoewel al heel wat diensten en departementen in het klimaatverhaal mee zijn, blijft het nodig om een extra tandje bij te steken. ‘Het collectieve draagvlak is er: nu is het moment om dat om te zetten in actie’, klinkt het.
Met een klimaatklok die steeds harder tikt en klimaatambities die nationaal en internationaal ondergesneeuwd raken, lijkt er weinig reden tot optimisme. Toch kijken Matthias Verstraeten van het Instituut voor Milieu & Duurzame Ontwikkeling (IMDO) en Simon Geerts van de Milieudienst vooral naar de opportuniteiten, die er volgens hen zeker nog zijn.
‘Als universiteit is het onze taak om een voortrekkersrol te spelen in het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen’, zegt Matthias. ‘De bedoeling is om tegen 2030 klimaatneutraal te worden, met een CO2-reductie van 55 procent, en tegen 2050 vrij van fossiele brandstoffen te zijn. Met de al bereikte CO2-reductie van 16,5 procent doen we het goed, maar het moet nog beter. Om de doelstelling van 55 procent te halen zouden we nu al op een vermindering van 24 procent moeten zitten.’
Climate Team
De klimaatinspanningen van onze universiteit kwamen in een stroomversnelling terecht in 2018, met de oprichting van het Climate Team. Dat is een bottom-up actiegroep die als ambitie heeft om onze universiteit zo snel mogelijk klimaatneutraal te maken. Er werden verschillende werkgroepen gevormd, rond thema’s als voedsel, mobiliteit en afval en circulariteit. Ook kwam er een klimaatactieplan.
‘Het boeiende aan het Climate Team is dat het mensen vanuit de hele universiteit omvat, die met elkaar in dialoog gaan. Zo hebben we een breed netwerk en weten we wat er aan de universiteit leeft. Aanvankelijk ging het uitsluitend om vrijwilligerswerk, intussen zijn er twee vaste medewerkers aangeworven’, vervolgt Matthias.
Nulmeting
In 2018 gebeurde er een nulmeting waarbij de CO2-voetafdruk van onze universiteit door een extern studiebureau werd berekend. Die oefening werd in 2023 overgedaan, deze keer in eigen huis door de Dienst Milieu. Simon: ‘Die meting was uitgebreider, met ook nieuwe accenten. Terwijl we vroeger vooral focusten op energie en mobiliteit, hebben we nu ook de categorie inputs onderzocht, met andere woorden alle producten en diensten die onze universiteit elk jaar aankoopt.’ Voortaan zal er tweejaarlijks een meting gebeuren, op basis waarvan de universiteit het beleid zal bijsturen.

De belangrijkste bron van CO2-uitstoot binnen UAntwerpen is met stip de aankoop van producten en diensten (39%), op enige afstand gevolgd door woon-campusverkeer van personeel en studenten (27%) en de energie die nodig is voor verwarming en de materialen nodig voor het optrekken van nieuwe gebouwen (23%).
De vooruitgang die we boekten tussen 2018 en 2023 was in de eerste plaats te danken aan onze overschakeling naar 100 procent groene stroom. ‘Dat was laaghangend fruit, een gelijkaardige sprong zullen we niet snel maken. De weg die voor ons ligt, is met andere woorden zeer uitdagend, met een grote kloof tussen onze ambitie en de realiteit. Dat is niet anders bij de andere universiteiten. Maar er zijn zeker nog kansen’, legt Matthias uit.
Langetermijnstrategie voor patrimonium
De grootste financiële uitdaging is het gebouwenpatrimonium. Er is ontzettend veel budget nodig om de deels verouderde gebouwen energetisch efficiënt en op termijn fossielvrij te krijgen. ‘In de eerste plaats is er nood aan een langetermijnstrategie. Dat vraagt om een analyse van de noden voor onderzoek en onderwijs in de toekomst en de mogelijkheden die onze gebouwen bieden. Daarbij moeten we ook bekijken hoe we meer en comfortabeler kunnen flexwerken’, aldus Matthias. Simon verwijst naar het gerenoveerde gebouw B op de Stadscampus als voorbeeld van hoe het kan.
Ook in het luik aankoop van producten en diensten wil het team stappen vooruit zetten. Simon: ‘We moeten nog meer aandacht hebben voor de CO2-impact van producten, en bijvoorbeeld ook inzetten op levensduurverlenging. Dat gebeurt al, bijvoorbeeld voor ICT-materiaal. Onze ICT-collega’s kiezen er bewust voor om laptops of schermen zo lang mogelijk in te zetten.’ Een nieuwe uitdaging is het gebruik van AI in de organisatie. Simon: ‘Een nieuwe werkgroep neemt daarin een coördinerende rol op. Maar het is ook een kwestie van bewustwording: welke impact heeft de extra servercapaciteit op onze omgeving en waar in de wereld komt die precies vandaan?’
Matthias: ‘Vanaf januari willen we als universiteit ook aan de slag met het ‘Laboratory Efficiency Assessment Framework’ (LEAF), uitgewerkt door het University College London om de efficiëntie van onderzoek en onderwijs in labo’s te verhogen.’

“Een nieuwe uitdaging is het gebruik van AI aan onze universiteit. Welke impact heeft de extra servercapaciteit op onze omgeving en waar in de wereld komt die precies vandaan? Een nieuwe werkgroep buigt zich over deze problematiek.”
– Simon Geerts
Mobiliteit: we doen het goed
Qua mobiliteit doet onze universiteit het allesbehalve slecht, en dan vooral wat woon-werkverkeer betreft. Maar 22 procent van het personeel komt met de wagen naar de campus, tegenover 67,5 procent van de Vlamingen. Er waren tal van initiatieven op dat vlak, zoals een systematische analyse van het eigen mobiliteitsgedrag en het aanbieden van leasefietsen. Ook het parkeerbeleid wordt tegen het licht gehouden. Matthias: ‘Nu heeft iedereen vrije toegang tot de meeste parkings. Dat zou je kunnen beperken afhankelijk van de afstand tot de woonplaats.’
Ook met haar beleid rond internationale reizen behoort onze universiteit tot de voortrekkers. ‘Reizen naar het buitenland horen erbij, maar we nodigen iedereen uit om altijd na te denken: is die trip echt nodig? Zo ja, kan ik de trein nemen? Voor afstanden die je in minder dan acht uur met de trein kan afleggen, vragen we om daadwerkelijk die optie te kiezen. Als er vluchten worden geboekt, rekenen we een CO2-bijdrage aan. Daarmee kunnen we klimaatvriendelijke investeringen financieren’, licht Matthias toe. Een projectgroep rond duurzaamheid en internationalisering buigt zich over bijkomende acties.
“Op het vlak van mobiliteit doen we het heel goed, zeker op gebied van woon-werkverkeer. Maar 22% van onze medewerkers komt met de wagen naar de campus, tegenover 67.5% van alle Vlamingen.”
– Mathias Verstraeten

Towards Sustainability label
Op het vlak van beleggingen maakte onze universiteit eveneens vooruitgang. Matthias: ‘We passen sinds kort de principes van het Towards Sustainability label toe. Bij de ontwikkeling van dat label, een samenwerking tussen actoren uit de financiële sector, was professor Luc Van Liedekerke van het Departement Management nauw betrokken. Daarin nemen we dus belangrijke stappen.’
Een ander belangrijk domein is voeding. Dat heeft weliswaar een kleiner aandeel in onze CO2-footprint, maar blijft belangrijk om aan bewustmaking te doen, vindt Simon. ‘Het komida-team zet sterk in op plantaardige eiwitten, herbruikbare verpakkingen en seizoensgebonden groenten. Op dat vlak boeken we goede resultaten. 65 procent van onze geconsumeerde maaltijden zijn vegetarisch of vegan.’
Roadmap: waar moeten we naartoe?
Om in de toekomst gerichter te werk te gaan, wil het Climate Team samen met de centrale diensten een roadmap maken, met een oplijsting van alle concrete maatregelen en wat die afzonderlijk opleveren. Zo krijgen we een duidelijk beeld van welke maatregelen nodig zijn om onze doelstellingen te behalen. Al is niet elke vooruitgang in harde cijfers te gieten. ‘Het groeien van de duurzaamheidsgedachte binnen ons onderwijs en onderzoek kan je moeilijk meten, maar is wel een cruciale doelstelling. We zijn per slot van rekening een onderzoeks- en opleidingsinstelling’, merkt Simon op.
Positief is ook dat de nieuwe bestuursploeg voor het eerst een vicerector Duurzaamheid, Steven van Passel, aanstelde. Ook werd er vanuit het Departement Onderwijs een werkgroep Duurzaamheid en Onderwijs opgestart, die nagaat of duurzaamheid voldoende aan bod komt in de opleidingen. En alle doelstellingen van het klimaatactieplan werden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. ‘Een belangrijk engagement’, vindt Matthias.
Streven naar een klimaatneutrale universiteit is een en-en-verhaal, besluit hij. ‘We moeten op alle vlakken stappen vooruit blijven zetten om onze doelstellingen te halen. De uitdagingen zijn groot, maar als je ziet hoeveel mensen zich er niet-aflatend voor blijven inzetten, durf ik hoopvol te zijn.’
Zijn klimaat en duurzaamheid binnen onze universiteit ook voor jou een belangrijk thema? Neem dan zeker een kijkje in het programma van de klimaatweek, die nog tot 21 november loopt.
Doe je onderzoek in een labo of geef je practica en heb je interesse om aan de slag te gaan met LEAF? Neem dan contact op met Simon of Matthias.

