Internationale Vrouwendag: over het glazen plafond (en of dat er wel is)

Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag. Met 52% vrouwelijke werknemers lijkt onze universiteit op dat vlak uitstekend te scoren. Maar er is een kanttekening: in de hoogste academische kaders is nog altijd acht op de tien een man. “Hoe je als vrouw hogerop raakt? De eerste stap is praten over je ambities.”

Willen we als universiteit streven naar excellentie, dan zijn een gezonde genderbalans en diversiteit essentieel, zegt Quentin Callens van team Diversiteit en Inclusie: “Zowel in onderzoek als in onderwijs verhoogt diversiteit de kwaliteit. Het zorgt voor meer creativiteit, innovatie en uiteenlopende perspectieven. Daarnaast stellen we als universiteit gelijke kansen en sociale rechtvaardigheid uiteraard voorop.”

“Als we bekijken hoe onze universiteit het doet op het vlak van gendergelijkheid, springt het vrouwelijke overwicht in de studentenpopulatie in het oog. Die evolutie is al jaren aan de gang en neemt verder toe. Het vorige academiejaar vertegenwoordigden vrouwen 58,2% van de studenten, tegenover 53,3% in 2013-2014. Bij de doctoraatsstudenten is de balans zowat fiftyfifty. Het aandeel vrouwen daalt echter naargelang we stijgen op de academische ladder”, zegt Quentin. “Is bij de docenten nog 44,2% van het vrouwelijke geslacht, dan daalt dat bij de gewoon hoogleraren naar 22,4%. In 2014 ging het maar om 14,9%: er is dus wel een stijgende tendens.”

Dat de kloof kleiner wordt, blijkt ook uit een mooie primeur: in 2021 werden voor het eerst meer vrouwen dan mannen aangesteld als ZAP-lid (55% versus 45%), een fenomeen dat zich in 2024 herhaalde (55,6% versus 44,4%).

“De oververtegenwoordiging van mannen in de hogere kaders is deels een erfenis uit het verleden”, legt Quentin uit. “Doordat academici maar laat in hun loopbaan hoogleraar worden, verloopt de evolutie naar vervrouwelijking traag. Maar er is meer aan de hand: vrouwelijke academici groeien gewoon minder vaak door. Het lijkt onwaarschijnlijk dat ongewilde discriminatie daar helemaal geen rol in speelt. Aan ons om dat te analyseren, en vooral, er iets aan te doen.”

Glazen plafond

Is er sprake van een glazen plafond? Vicerectoren Nathalie Dens en Chris Van Ginneken betwijfelen dat. “Dat er op het hoogste academisch niveau veel meer mannen dan vrouwen werken, hoeft niet te betekenen dat vrouwen minder kansen krijgen. Ook in het bedrijfsleven zie je meer mannen aan de top. De vraag is hoe dat komt. Hebben vrouwen misschien gewoon minder zin in dat soort functies?”

Zelf kregen ze aan onze universiteit altijd alle kansen als vrouw. “Maar het blijft een feit dat vrouwen vaak meer zorgtaken op zich nemen. Dat maakt de combinatie werk-gezin tot een hele uitdaging, ook voor mij”, zegt Nathalie. Als ZAP geniet ze weliswaar veel vrijheid, beseft ze. “Wij kunnen ons werkschema sterk zelf bepalen, wat in een nine-to-fivejob zeker niet het geval is.”

Beiden zijn een groot voorstander van (gender)diversiteit in een team. Chris: “Het is een cliché, maar vrouwen en mannen denken anders. Alleen al daarom is het goed om in je team mannen en vrouwen te hebben, net als mensen met andere diversiteitskenmerken. Dat zorgt voor verschillende perspectieven. Zonder daarom aan hokjesdenken te doen. Uiteindelijk zijn we allemaal individuen.”

Vrouwen en wetenschap

Of je als vrouwelijke academicus extra hindernissen moet overwinnen? Professor Els Du Bois, onderzoeksprofessor aan de faculteit Ontwerpwetenschappen en hoofd van REuse-Lab, wikt haar woorden. “Als jonge moeder is het niet evident om buitenlandse onderzoekservaring op te doen, terwijl dat een selectiecriterium is bij de aanstelling van professoren. Maar goed, zelf werd ik daar niet op afgerekend.”

In het verleden gebeurde het al eens dat ze een vrouwonvriendelijke opmerking kreeg  of dat een mannelijke professor haar als enige in het gezelschap geen hand gaf. Het ging – zonder die groep te willen stigmatiseren – dan meestal om een oudere collega. Voor de jonge generatie maakt het niet uit of je man of vrouw bent.”

In februari was Els nog een van de gezichten van de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap.

“Zolang dat soort initiatieven nodig blijft, werk ik er graag aan mee. Steeds meer vrouwen kiezen voor wetenschap, maar in de topfuncties zie je nog altijd vooral mannen”, stelt ze vast.

Zelf vindt ze dat vrouwen in sommige domeinen een streepje voor hebben. “Ik ben in mijn onderzoek vooral bezig met duurzaamheid en hergebruik. Om de overgang te maken naar een duurzame maatschappij moet je een complexe puzzel leggen en oog hebben voor het algemeen maatschappelijk belang. Daar zijn vrouwen net heel sterk in.”

Nu even niet

Nele Hillewaere, faculteitsdirecteur Toegepaste Ingenieurswetenschappen (FTI), ervaart onze universiteit als een vrouwvriendelijke instelling. “We bieden een warme werkomgeving, voor iedereen. Welzijn en ambitie sluiten elkaar niet uit en voor wie wil, is er ruimte om even minder te focussen op carrièregroei. Als we dat blijven doen, zullen we op termijn in alle geledingen diversiteit zien.”

Aan FTI zijn momenteel maar drie van de dertig professoren een vrouw. Nele: “Dat begint al bij de studenteninstroom, met momenteel nog altijd maar 12% vrouwen. We proberen dat cijfer op te krikken, onder meer door vrouwelijke rolmodellen naar voor te schuiven en te beklemtonen dat je als ingenieur ook in een ‘zachte’ sector kan terechtkomen, zoals de zorg of de duurzaamheidssector.”

Haar raad aan vrouwen die willen opklimmen? “Praat erover, zowel met collega’s als met leidinggevenden. Zo komt je droom een stuk dichterbij en geef je zichtbaarheid aan je ambities. En je krijgt feedback, wat heel belangrijk is. Twijfel niet aan jezelf, maar ga gewoon voor je ambitie.”

Diversiteit stimuleren

Intussen doet onze universiteit behoorlijk wat inspanningen om genderdiversiteit te bevorderen. Al in 2014 werd een eerste actieplan uitgerold. Met de jaren werden tal van ondersteunende maatregelen ingevoerd.

Quentin: “Daarbij focussen we steeds vaker op diversiteit in het algemeen, dus ook op het vlak van levensbeschouwing, socio-economische status, etnische achtergrond… We zoeken naar oplossingen die iedereen ten goede komen.”

Dat uit zich in uiteenlopende initiatieven: trainingen rond omgang met grensoverschrijdend gedrag, opleiding rond werving en selectie, gratis menstruatiemateriaal in de toiletten, tools rond genderinclusief communiceren, beleidsnota voor gezinsvriendelijk vergaderen, tips over inclusief onderwijs… Ook heel concrete maatregelen als de mogelijkheid tot thuiswerk en flexibele werkuren, om er maar een paar te noemen, maken het vrouwen én mannen gemakkelijker om gezin en loopbaan te combineren.

Onze universiteit hanteert ook al jaren genderquota voor de hoogste adviesraden, waarbij maximaal twee derde van de leden van hetzelfde geslacht mogen zijn. Een tweesnijdend zwaard, vindt Nathalie: “Op zich is die maatregel vrouwvriendelijk, maar hij heeft wel als gevolg dat je als vrouwelijke professor heel vaak gevraagd wordt om te zetelen in zo’n raad. Terwijl je uiteindelijk toch nog vooral geëvalueerd wordt op je onderzoek.”

Ook vanuit Europa is er almaar meer aandacht voor inclusiviteit, weet Samantha Brunt van team Diversiteit en Inclusie.

“Onderzoeksfondsen stimuleren steeds vaker wetenschappers om door een inclusieve bril te kijken, al dan niet via opleiding in het begin van hun onderzoeksloopbaan. Hoe stel je je onderzoeksteam samen? Over welke groep gaat je onderzoek? Een diverse aanpak leidt tot een hogere kwaliteit doordat de resultaten dan toepasbaar zijn op de bredere samenleving.”

Blijvende aandacht

Intussen heeft onze universiteit een nieuw diversiteitsbeleidsplan voor studenten en personeel in de steigers staan, dat op 1 april officieel wordt voorgesteld tijdens de Beleidsdag Diversiteit & Inclusie. Die dag kan je deelnemen aan workshops en rondetafelgesprekken. “We mikken op een universiteit waar iedereen zich thuis kan voelen. Met als slogan: diversiteit als meerwaarde, inclusie als norm”, zegt Nathalie, die vanuit haar verantwoordelijkheid Maatschappelijk Engagement mee haar schouders zette onder het plan.

Zaak is daarbij om blijvend aandacht te vragen voor het thema. Zo was er op 6 maart maart een vertoning van een Indiase film over de positie van de vrouw in de maatschappij. Ook kon je begin maart deelnemen aan een workshop over de ondersteunende rol van mannen bij inclusie van vrouwen in onze samenleving.

Een optimistische insteek werkt beter dan een opgeheven vingertje, weet Quentin. “Onze boodschap is niet dat er veel seksisme is aan onze universiteit, wel dat het nog altijd bestaat. De vraag is daarbij niet wie de schuldigen zijn, maar wel: hoe kunnen we dat veranderen?”

Heeft dit artikel je geïnspireerd om meer oog te hebben voor (gender)diversiteit? Grasduin dan zeker in het brede aanbod opleidingen, webinars en workshops rond het thema. Of sluit je aan bij een van de academische netwerken om in contact te komen met andere onderzoekers.

Meer info:

Verberg reacties

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *