- Vastert Cuykens over Het Rijk der Vrouw
“De vrouw moet koken, overhemden strijken, het huis in orde houden” (Het Rijk der Vrouw, 13 mei 1965). Een uitspraak als deze werd ooit als vanzelfsprekend beschouwd, maar vandaag de dag wordt ze terecht als een relict uit een vervlogen verleden gezien. In een tijd waarin de samenleving evolueert en gelijkheid tussen de geslachten een centraal thema is, kan het nuttig zijn om af en toe eens terug te kijken naar de weg die de maatschappij heeft afgelegd.
“De vrouw moet koken, overhemden strijken, het huis in orde houden” (Het Rijk der Vrouw, 13 mei 1965). Een uitspraak als deze werd ooit als vanzelfsprekend beschouwd, maar vandaag de dag wordt ze terecht als een relict uit een vervlogen verleden gezien. In een tijd waarin de samenleving evolueert en gelijkheid tussen de geslachten een centraal thema is, kan het nuttig zijn om af en toe eens terug te kijken naar de weg die de maatschappij heeft afgelegd.
In de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience stootte ik enkele weken geleden op het tijdschrift Het Rijk der Vrouw. Het tijdschrift verscheen in 1931 voor de eerste keer op de markt. Het richtte zich op vrouwen uit de middenklasse, met een breed scala aan artikels: van stukken over decoratie en handwerkpatronen, over bijdragen betreffende gezondheid, verzorging en het gezin, tot romanfragmenten. In 1990 verscheen het tijdschrift voor de laatste keer, daarna werd het voortgezet door het weekblad Libelle. Een tijdschrift dat over een periode van bijna zestig jaar liep, biedt een venster op de veranderende samenleving. In deze blog zal ik nagaan hoe de inhoud van Het Rijk der Vrouw al dan niet mee evolueerde met de veranderende positie van vrouwen in de maatschappij. Met deze blog wil ik ook aantonen hoe een tijdschrift als bron gebruikt kan worden in een onderzoek naar gendergeschiedenis.
Om dit te doen, duiken we de archieven van de Consiencebibliotheek in en nemen we drie jaargangen van Het Rijk der Vrouw onder de loep. De jaargang 1946 brengt ons naar het naoorlogse tijdperk dat doordrenkt is van traditionele, genderstereotype, denkbeelden. De vrouw wordt er afgebeeld als huisvrouw: ze neemt de huishoudelijke taken op zich en verzorgt haar kinderen en man. Titels van artikels als “U Zijt Verantwoordelijk voor de Toekomst van Uw Kind!” (Het Rijk der Vrouw, 17 augustus 1946) en “Mevrouw, verzorg goed uw man” (Het Rijk der Vrouw, 2 maart 1946) weerspiegelen duidelijk de genderrollen uit die periode. Opvallend is ook dat in een artikel in de editie van 2 maart 1946, waarin instructies worden gegeven hoe men een bepaald meubelstuk kan maken, er specifiek staat “Uw man kan zelf deze “cosy” maken”. Kennelijk werden vrouwen niet geacht om dergelijke taken te verrichten.
Voor de volgende jaargang maken we een sprong in de tijd naar het jaar 1965, het midden van het decennium waarin de (derde) seksuele revolutie om zich heen greep. Het is een periode waarin traditionele seksuele normen werden uitgedaagd en waarin nieuwe ideeën over seksualiteit, relaties en gendergelijkheid opkwamen. Zien we dit ook in de inhoud en het discours van Het Rijk der Vrouw? Het antwoord hierop is niet eenduidig.
Enerzijds zijn er in sommige artikels al tekenen van vooruitgang en erkenning van gendergelijkheid merkbaar. In het tijdschrift van 15 april 1965 vinden we in de column “De echtgenoot aan het woord”, geschreven door een man, René Philippe, volgende passage: “Gelijkheid van de geslachten? […] De man van heden weet dat hij noch fysisch, noch verstandelijk de meerdere is van de vrouw. Hij weet dit, maar hij voelt het nog niet aan. De Amerikanen zijn reeds verder. Wij komen daar ook wel. Maar op dit ogenblik is de man in het oude Europa (en dat zijn wij allen) nog als de ergsten onder de doven: zij die niet horen willen.” Een dergelijke uitspraak lijkt dus te wijzen op een groeiend besef van gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen.
Anderzijds blijft het grootste deel van de artikelen in 1965 toch nog vasthouden aan traditionele genderstereotypen. De zin waarmee deze blog startte, illustreert dit. Deze passage komt ook uit de column “De echtgenoot aan het woord”, geschreven door dezelfde man, maar nu een kleine maand later. De auteur kaart in zijn artikel aan dat in een relatie ieder zijn taak heeft, waarbij hij de vrouw de huishoudelijke taken oplegt. De reden waarom ze dit moet doen volgens hem? Om haar man fier en tevreden te houden… Dat een progressievere uitspraak een paar weken later wordt gevolgd door een genderstereotype uitspraak door dezelfde auteur, wijst er op dat de groeiende bewustwording van gelijkwaardigheid toch nog niet diep in de samenleving zat geworteld. Bovendien verschijnt er elke week een artikel in het tijdschrift dat “een grote geneeskundige” behandelt, telkens enkel mannen. Dit alles wordt geflankeerd door de gebruikte reclameadvertenties voor huishoudelijke producten, waarbij steeds vrouwen worden afgebeeld die huishoudelijke taken uitvoeren.
Het is dus nog enkele jaren wachten op een echte omwenteling. Wanneer we jaargang 1979 bekijken, zien we dat de seksuele revolutie van de jaren zestig zijn effecten op het weekblad heeft gehad. Allereerst valt er een verschuiving in de redactionele focus op te merken. Waar in 1965 het gros van de artikels ging over “grote mannen uit de geschiedenis”, gaat in 1979 de aandacht ook naar invloedrijke vrouwen uit de samenleving. Zo staat er in de editie van 14 augustus 1979 een artikel dat gewijd is aan Renaude Lapointe, de voorzitster van de Canadese Senaat. Ook vormt het tijdschrift meer een podium voor activistische stemmen. Op 10 juli 1979 verschijnt er zo een lezersbrief waarin volgende passage opvallend is: “De kansen van de RVA bestaan misschien wel voor mannen, maar niet voor vrouwen. […] Ik zou alle ouders willen aanraden zeker geen onderscheid tussen jongens en meisjes te maken, vooral niet wat de studierichting betreft.”
In een tijd waarin gendergelijkheid centraal staat, biedt een historische analyse van tijdschriften niet enkel een inzicht in het verleden, maar dient het ook als een spiegel voor de voortdurende strijd voor gelijke rechten. De verschillende jaargangen tonen aan hoe deze strijd niet altijd rechtlijnig verliep, en hoe deze ook heel wat tijd nodig had. Vooral de jaargang van 1965 blijkt een scharnierpunt te zijn. Er werden al kiemen van progressiviteit gevonden, maar het gros van de artikels bleef de traditionele denkbeelden hanteren. Historische analyses van tijdschriften kunnen dus helpen om de evolutie van genderpatronen te achterhalen.