Filip Struyf ontdooit kijk op schouderpijn

Prof coördineerde nieuw boek over frozen shoulder

1 op 20 vijftigers loopt een ‘frozen shoulder’ op, een aandoening waarbij je schouder zo’n 2 à 3 jaar moeilijk kan bewegen en pijn doet. Toch weten we er nog niet veel over. Prof. Filip Struyf nam daarom de leiding over een nieuw boek over dit onderwerp.

Lisa* is 55 wanneer ze plots wakker wordt met een ‘dood’ gevoel in haar linkerarm. Gaandeweg krijgt ze steeds meer pijn en lukt het haar ook minder om haar schouder te bewegen. Vooral ’s nachts heeft ze het moeilijk. Pas na veel doktersbezoeken en (tevergeefse) remedies krijgt ze te horen dat ze last heeft van een frozen shoulder.

Lisa* is niet de enige die kampt met deze kwaal: maar liefst 5% van de mensen tussen 45 en 55 jaar oud krijgt ermee te maken. Bij mensen met onderliggende aandoeningen zoals diabetes of schildklierklachten loopt dat zelfs op tot 60%. Hoog tijd dat er dus een boek verscheen over dit belangrijke maar onderbelichte onderwerp. In februari publiceerde uitgeverij Elsevier het boek ‘Frozen Shoulder: Present and Future’. Editor van dit boek is prof. Filip Struyf (MOVANT).

Niet slapen door de pijn

Als professor kinesitherapie met focus op schouderaandoeningen is prof. Struyf een expert in het onderwerp. Hij vertelt dat de aandoening drie fases doorloopt: “De eerste fase is de pijnlijkste. De schouder is ontstoken, wat resulteert in veel pijn die vooral ‘s nachts de kop opsteekt. Dat slaapgebrek leidt vaak tot depressie of isolement, waardoor de patiënten nog meer last krijgen. Na ongeveer zo’n half jaar komt de ‘frozen’ fase. De schouder wordt stijf, waardoor je hem amper kan bewegen. Daardoor kan je jas niet meer zelf aandoen, je haar niet meer wassen … Gelukkig komt de pijn dan op een plateau.”

Die tweede fase duurt ook ongeveer een half jaar. Pas in de derde fase is er zicht op beterschap, vertelt prof. Struyf. “De laatste fase is de dooifase. De pijn is op het einde van de tweede fase al minder geworden en is in de laatste fase niet meer de voornaamste klacht. Je gaat langzaam terug naar een soepele schouder en slaapt beter.” Na zo’n twee a drie jaar is alles voorbij, maar patiënten hebben dan wél al die tijd afgezien. Een kleine groep blijft achter met een beperking, als er geen behandeling is.

Mysteries

Over frozen shoulder is nog veel niet uitgeklaard, vertelt prof. Struyf. “Je kunt het maar één keer krijgen per schouder. Dat is bizar, want de meeste schouderaandoeningen kan je blijven krijgen. Het is ook een mysterie waarom net de schouder ‘bevriest’, en vrijwel nooit een ander gewricht.”

Wat ook onduidelijk is, is wát een frozen shoulder juist veroorzaakt. “Je zou denken dat er een link is met overbelasting, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Mensen krijgen even vaak een frozen shoulder aan hun dominante arm dan aan hun niet-dominante arm. Wel is er een link tussen een frozen shoulder en een sedentaire levensstijl, maar dat ligt waarschijnlijk eerder aan het feit dat mensen met zo’n levensstijl vaker obesitas of diabetes hebben.”

Dat is één van de weinige dingen die wel zeker zijn: wie al last heeft van onderliggende aandoeningen – denk diabetes of moeilijkheden met de schildklier – loopt een veel grotere kans om een frozen shoulder op te lopen én krijgt er gemiddeld veel meer last van. Hoewel het dus een loterij is wie frozen shoulder krijgt en wie niet, is een gezonde levensstijl dé grootste tip om (een ergere versie van) de aandoening te voorkomen. “Op dit moment zijn de meeste mensen geholpen met een combinatie van kinesitherapie en pijnvermindering door medicatie”, vertelt prof. Struyf. “Maar voor de toekomst willen we kijken of voedingsadvies of beweging voorschrijven ook effect heeft.”

Bellen met New York

Om meer inzicht in deze mysterieuze aandoening te krijgen, nam prof. Struyf contact op met verschillende wetenschappers die actief zijn in het onderwerp. Dat waren zowel wetenschappers uit alle uithoeken van de wereld, als onderzoekers van onze eigen universiteit: Prof. Mira Meeus, Prof. Ann Hallemans, Dr. Michel Mertens, Maxime Schnaphauf, Ariane Schwank, Eoin O’Conaire, Dr. Niels Adriaenssens, Dr. Kevin Kuppens en prof. Olivier Verborgt.

Zij zonden hoofdstukken in over onder andere de diagnostiek, de beeldvorming en de behandeling van frozen shoulder. Zelf schreef prof. Struyf ook enkele hoofdstukken. “Editor zijn was een heel leerrijk proces. Er waren 54 contributors in totaal, het was een uitdaging om iedereen te contacteren. Ik had al eens een boek geschreven (Over de schouder, verschenen bij Owl Press) maar dit is toch anders. Gelukkig had ik al ervaring als editor bij het tijdschrift Sport en Geneeskunde. Het was erg fijn om de inhoud en de volgorde van de hoofdstukken uit te denken en vervolgens met de feedback van Elsevier aan de slag te gaan. Ik kreeg veel vrijheid van de uitgeverij, al hebben ze natuurlijk alle informatie gereviewd.”

Ook op de samenwerking met die redactie blikt prof. Struyf positief terug. “Het was fascinerend om te zien hoe zo’n uitgeverij in zijn werk gaat. Je werkt samen met verschillende mensen die elk voor een ander deel instaan: iemand die zich met het editen bezighoudt, iemand die verantwoordelijk is voor de toestemming voor het gebruik van figuren … Het tijdsverschil met New York, waar de uitgeverij gevestigd is, is ook nog nét overbrugbaar. Als het bij ons 16u is, is het bij hen ochtend. Zo konden we steeds vlot communiceren via Teams.”

*Lisa is een schuilnaam.