De impact van de coronacrisis is niet voor iedereen hetzelfde. Hoe langer de pandemie aansleept, hoe duidelijker het wordt dat sommige mensen onevenredig hard geraakt worden. Onderzoekster Jil Molenaar licht toe.
Voorbeelden van groepen die tijdens de coronacrisis vaak ‘kwetsbaar’ genoemd worden, zijn de ouderen, daklozen, vluchtelingen, migranten, gezondheidswerkers, hulpverleners, eenoudergezinnen en mensen met een lage sociaaleconomische status. Deze mensen zijn natuurlijk niet allemaal op dezelfde manier kwetsbaar. Sommigen worden kwetsbaar genoemd omdat ze meer gevaar lopen om ernstig ziek te worden van het coronavirus. Anderen zijn kwetsbaar omdat ze door de coronacrisis meer kans hebben om bijvoorbeeld hun baan kwijt te raken en in de armoede te belanden.
Verschillende vormen van kwetsbaarheid
Om deze groepen in kaart te brengen, is het nuttig om een onderscheid te maken tussen verschillende soorten kwetsbaarheid, die bovendien vaak overlappen en elkaar kunnen versterken. Zo hebben laagopgeleide mensen in België vaker een chronische aandoening zoals een hoge bloeddruk of diabetes, waardoor zij op zowel medisch als sociaaleconomisch vlak kwetsbaarder kunnen zijn. Dergelijke verbanden worden ook wel structurele gezondheidsongelijkheden genoemd.
Het is zinvol om drie hoofdtypen van kwetsbaarheid in de coronacrisis te onderscheiden die te maken hebben met 1) lichamelijke gezondheid, 2) maatschappelijke positie en 3) communicatie.
1) Lichamelijke gezondheid
Sommige mensen hebben door hun leeftijd of lichamelijke gezondheidstoestand een hoger risico om ernstig ziek te worden of te overlijden aan corona. Zij zijn dus kwetsbaar vanuit een medisch oogpunt. Mensen die tot medische risicogroepen behoren, zijn bijvoorbeeld patiënten met ernstig overgewicht, diabetes type 2, een hart- of vaataandoening of een gedaalde immuniteit.
Mensen met chronische aandoeningen zijn niet alleen kwetsbaar omdat ze een verhoogd risico hebben wanneer ze besmet geraken met het coronavirus, maar ook omdat reguliere zorg soms verstoord of uitgesteld wordt wanneer ziekenhuizen onder druk staan door de pandemie. Dit kan zorgen voor minder begeleiding of langere wachttijden. Hiernaast zijn mensen soms ook zelf geneigd om bepaalde controle-onderzoeken of andere medische afspraken uit te stellen.
2) Maatschappelijke positie
De coronacrisis legt ook sociale ongelijkheden tussen verschillende groepen bloot. De positie die groepen mensen innemen binnen de samenleving – omwille van hun beroep, inkomen of gezins- en verblijfssituatie – kan hen kwetsbaarder maken tijdens (en na) de pandemie.
Mensen kunnen door het beroep dat ze uitoefenen, meer blootgesteld worden aan het virus. Je denkt dan misschien als eerste aan gezondheidswerkers, maar er zijn ook andere beroepsgroepen die extra risico lopen. Mensen die werkzaam zijn in de schoonmaak-, voedsel- of bezorgdienstensector kunnen bijvoorbeeld niet thuiswerken en lopen daardoor een verhoogd risico op besmetting. Daar komt bij dat werknemers in dit soort laagbetaalde sectoren vaker tijdelijke contracten en een hogere jobonzekerheid hebben. De economische ‘coronaschok’ treft Belgische werknemers met lage lonen dan ook het hardst.
Ook mensen die in armoede leven, zijn extra kwetsbaar tijdens de coronacrisis. Zij wonen vaker met veel mensen op een kleine oppervlakte, en worden zo potentieel meer blootgesteld aan het virus. Het bemoeilijkt ook het thuiswerk en thuisonderwijs. Bovendien doen in coronatijden meer mensen een beroep op voedselhulp en sociale dienstverlening, waardoor de toegang hiertoe moeilijker wordt.
Behalve beroep en inkomen, kan ook de gezinssituatie een grote rol spelen. Afstandsonderwijs en andere coronamaatregelen vormen een uitdaging voor alle gezinnen met kinderen, maar dit wordt extra moeilijk om te organiseren voor alleenstaande ouders of grote gezinnen. Dit is des te meer het geval als zij vóór de crisis al te kampen hadden met armoede of sociaal isolement. Niet alle gezinnen hebben voor afstandsonderwijs een computer, betrouwbare internetverbinding en rustige plek om te studeren. De sluiting van voorzieningen zoals jeugdcentra en parken verhoogt de spanning en stress bij gezinnen die in krappe huisvesting wonen.
Een laatste belangrijke factor die zorgt voor kwetsbaarheid tijdens en na de pandemie is de verblijfssituatie en juridische status. Zo zijn daklozen, mensen zonder een wettig verblijf, migranten en vluchtelingen zonder papieren bijzonder kwetsbaar tijdens de coronacrisis. Als je geen thuis hebt, is thuisblijven geen optie, en is het moeilijk om jezelf te beschermen tegen het virus. Dit geldt ook voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op een Belgische ziekteverzekering en daarom enkel in noodsituaties toegang hebben tot gezondheidszorg.
3) Communicatie
Tot slot zijn sommige mensen kwetsbaar omdat zij minder toegang hebben tot betrouwbare informatie over de coronacrisis, bijvoorbeeld door taalbarrières of mediagewoonten.
Belgische organisaties die met kwetsbare groepen werken, wezen er al tijdens de eerste coronagolf op dat de officiële informatie over het coronavirus voor veel mensen ontoegankelijk is. Vooral mensen die de landstalen niet spreken, analfabeet zijn of geen toegang hebben tot digitale informatie zijn hierdoor vaak niet op de hoogte van de steeds veranderende lokale maatregelen. Voor dit soort groepen is aanvullende en heldere communicatie tijdens de coronacrisis nodig. Op basis van het coronacommunicatie-onderzoek tijdens de eerste golf zegt communicatieonderzoeker Eric Goubin dan ook: “Gelijke rechten op informatie moet je realiseren met een ongelijke inzet van communicatie.”
COVINFORM-project: kwetsbaarheid beter leren begrijpen
Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen werken momenteel mee aan een Europees project over de impact van de COVID-19-pandemie op kwetsbare personen en groepen. Het COVINFORM-project richt zich niet alleen op groepen met een verhoogd risico op ernstige medische gevolgen van het coronavirus, maar juist ook op groepen die een kwetsbare positie in de samenleving hebben.
Wil je meer weten over het COVINFORM project? Bekijk de website of stuur een mailtje naar jil.molenaar@uantwerpen.be.