De huisartsenwachtposten spelen een cruciale rol in deze coronapandemie. Daar zijn heel wat veranderingen aan voorafgegaan. De huisartsenpraktijk ziet er anders uit, met een terugschroeving van de face-to-facecontacten en verstrengde hygiënemaatregelen. Ook worden studenten geneeskunde slim ingezet, verloopt de samenwerking met de woonzorgcentra efficiënter, en biedt de Universiteit Antwerpen wekelijks corona-update flashes aan.
Snelle reorganisatie
Toen bekend werd dat de coronapandemie in ons land was, moest de werking van de huisartsenwachtposten snel gereorganiseerd worden. Professor Paul Van Royen kan daar meer over vertellen.
“De reorganisatie van de huisartsenwachtposten gebeurt regionaal. In de regio Antwerpen is die bijzonder vlot verlopen. Daar heeft de Universiteit Antwerpen dit mee ondersteund. Assistenten hebben tijdelijk hun onderwijs- en onderzoeksactiviteiten stilgelegd, en hier mee hun schouders ondergezet. Daardoor was alles op een week rond.”
Prof. Paul Van Royen
Prof. Van Royen vervolgt: “Daar komt bij dat nu alle niet planbare zorgcontacten op de huisartsenwachtposten ingevoerd worden in de databank iCAREdata, terwijl dat vroeger enkel ging over consulten buiten de kantooruren. Daardoor kunnen we met meer kennis naar het verloop van de epidemie kijken.”
De nieuwe huisartsenpraktijk
“Twee derde van de face-to- facecontacten zijn weggevallen”, aldus prof. Van Royen. De meeste consultaties verlopen nu telefonisch. In de praktijk en op de wachtposten worden coronaverdachten (dus patiënten met symptomen als hoesten, koorts, neusloop…) en niet-coronaverdachten via telefonische triage uit elkaar gehaald. Op de coronaposten, die buiten de normale praktijken of wachtposten liggen, zien huisartsen dan onder maximale bescherming patiënten met corona-verdachte klachten. Er zijn wel een beperkt aantal tests in de coronapost voorhanden, maar die worden in de dagelijkse huisartsenpraktijk tot nu toe maar zelden gebruikt.
“Ofwel heeft een patiënt milde symptomen en raden we hem of haar aan om thuis uit te zieken en daar in quarantaine te gaan; ofwel heeft een patiënt ernstige symptomen, en dan sturen we die patiënt door naar de Spoed. Enkel bij mensen met matige symptomen, die tussen de twee categorieën in vallen, nemen we een test af, net als bij zorgverleners. In andere gevallen heeft het uitvoeren van een test tot nu toe niet bijzonder veel nut.”
Prof. Paul Van Royen
Alle patiënten, die geen corona-verdachte klachten hebben en wel op korte termijn gezien moeten worden voor uiteenlopende symptomen, krijgen een afspraak in de praktijk. Met een open spreekuur of online afspraken wordt er uiteraard niet meer gewerkt.
Voor die fysieke consultaties worden de nodige voorzorgen genomen:
- Deurklinken en andere kritieke plaatsen worden meermaals per dag ontsmet;
- Speelgoed wordt uit wachtzalen weggehaald;
- Er worden extra collega’s ingezet voor telefonische consultaties.
Coassistenten worden flexibel ingezet
Ook de masterstudenten geneeskunde spelen een grote rol in de huisartsenwachtposten. Sommigen van hen zouden op dit moment in een huisartsenpraktijk als stagiair meedraaien en patiënten meezien, maar door de speciale omstandigheden ziet die stage er nu natuurlijk anders uit. Prof. Van Royen, hoogleraar huisartsgeneeskunde en zelf huisarts, licht toe.
“Omdat het aantal face-to-facecontacten met patiënten is teruggeschroefd, worden sommige studenten in een andere praktijk of op de dienst geriatrie ingezet, zodat ze alsnog een zinvolle stage kunnen uitvoeren. Een deel van de stagiairs ziet nog wel patiënten in het echt met (niet-coronagerelateerde) klachten, een ander deel werkt mee met de telefonische consultaties.”
Prof. Paul Van Royen
Ook bij studente Eline Struyf ging de oorspronkelijke stage niet door, maar in een andere wachtpost konden ze wel terecht om coronagerelateerd werk uit te voeren. Haar taak? Andere studenten begeleiden en coördineren.
Studente Eline getuigt: “Op onze dienst helpen studenten met telefoons opnemen, gegevens van de patiënt noteren, eventuele bijkomende vragen stellen en een fysieke afspraak inplannen als er vermoeden is van corona. Ik voer, samen met medestudenten, op die plek de supervisie uit. We hebben de studenten ingepland, hen begeleid en geïnformeerd over hun taken. We lossen ook problemen op als die er zijn en overleggen met de coördinerende huisartsen als er iets niet loopt zoals verwacht.”
Het is een heel ander takenpakket dan de studenten oorspronkelijk voor ogen hadden. Normaal gezien zouden ze nu consultaties bijwonen met rechtstreeks patiëntcontact, en mee nadenken over een mogelijke diagnose en behandeling.
“Het is jammer dat we nu een deel van het klinisch nadenken en onderzoeken missen, maar je krijgt wél de ervaring om mee te draaien met huisartsen in deze crisissituatie. Ik maak nu deel uit van een team dat onmisbaar is in deze tijd. Het meest noodzakelijke werk verloopt misschien wel nog steeds in de ziekenhuizen, waar zorgverleners volop aan het werk zijn om patiënten erbovenop te helpen. Maar met de taken die wij uitvoeren vormen we sowieso een nuttige schakel.”
Eline Struyf
Een ander deel van de masterstudenten – studenten die oorspronkelijk een coschap zouden volgen, maar ook studenten uit de eerste of tweede master – werken me aan een databank met antwoorden op praktische vragen, bijvoorbeeld: ‘Mag ik borstvoeding geven als ik corona heb?’ of ‘Kunnen chirurgische maskers hergebruikt worden?’ Hiervoor doen de studenten een literatuurstudie. Er wordt voor dit project samengewerkt tussen verschillende universiteiten.
Patiënten met andere aandoeningen worden niet vergeten
Patiënten blijken bij andere aandoeningen een contact met de huisarts te vaak uit te stellen, zo blijkt ook uit de corona-enquête die wetenschappers van de Universiteit Antwerpen wekelijks afnemen. Dat is echter nergens voor nodig, aldus prof. Van Royen.
“We zien dat kwetsbare en oudere mensen, maar ook mensen die behoren tot een sociaal-economisch lage klasse, niet spontaan contact opnemen met ons. Daarom nemen we proactief contact op met onze vaste patiënten voor wie opvolging nuttig zou kunnen zijn. In onze huisartspraktijk hebben we afgelopen week zo 150 patiënten opgebeld, en daar krijg je veel respect en bedankingen voor. Er is een misvatting ontstaan de laatste weken, namelijk dat de hulpverleners met rust gelaten moeten worden. Dat is zeker niet het geval. Als je een klacht hebt of belangrijke medicatie op geraakt, is het net belangrijk om contact op te nemen met de huisarts.
Prof. Paul Van Royen
Nauwe samenwerking met de woonzorgcentra
In de woonzorgcentra is het coronavirus op dit moment stevig aan het toeslaan. Daarom was al van het begin duidelijk dat ook daar een duidelijke structuur moest worden gemaakt. De patiënten in die woonzorgcentra vallen nog steeds onder de bevoegdheid van hun huisarts, maar de fysieke bezoeken door de huisarts worden nu uitgesteld om het besmettingsrisico te beperken.
De coördinerende en raadgevend arts (CRA) in het woonzorgcentrum krijgt daarom nu een belangrijkere rol, en zal doktersbezoeken van de vaste huisarts overnemen en aan hem of haar rapporteren. Dat betekent dat de artsen die deze rol uitvoeren hun andere activiteiten moeten reorganiseren of beperken. Bovendien is er een stroomdiagram ontwikkeld samen met de huisartsen, de CRA’s en diensten geriatrie. Dat kan helpen om in overleg te beslissen wanneer iemand vanuit het woonzorgcentrum moet worden doorverwezen naar het ziekenhuis.
Wekelijkse update flash voor huisartsen
Voor professionals uit de huisartsgeneeskunde en de eerstelijnspraktijken hebben de onderzoekers van het Centrum voor Huisartsengeneeskunde (ELIZA) een lessenreeks ontwikkeld. Ook studenten zijn hier van harte welkom. In deze lessenreeks krijgen de ingeschreven artsen of studenten een update met actuele topics rond corona, bijvoorbeeld zorgorganisatie in het woonzorgcentrum of de organisatie van de triagepost. Er worden telkens experts uitgenodigd en nadien is er ruimte voor vragen. De lessenreeks is telkens een groot succes, met tot 250 inschrijvingen per editie. Bovendien kan je alle lessen online herbekijken. Inschrijven gaat ook via deze link.