This letter exchange explores how different economic models can move toward greater efficiency, sustainability, and inclusion. Writing from Belgium and India, Manasseh Ophalfens and Priyanka Kumari reflect on the structure and evolution of their national economies in relation to Sustainable Development Goal 8: Decent Work and Economic Growth. From circular economy principles and product-service systems to labor rights, skill development, and green innovation, the exchange highlights both the systemic changes and the local efforts needed to shape economies that work for people and the planet.
Letter 1
Beste Priyanka Kumari,
Toen ik de e-mail over Pen Friends ontving, had ik die in eerste instantie genegeerd, denkend dat het niets voor mij zou zijn. Maar na een paar dagen, terwijl ik voor school opnieuw door mijn inbox bladerde, begon het idee me toch aan te spreken. Ik besloot mee te doen, want ik heb een grote interesse in een duurzame, inclusieve economie. En zo zit ik hier nu, een brief aan het schrijven. Laten we erin duiken!
Om, zoals ik eerder zei, een inclusieve en duurzame economie te bevorderen, is het belangrijk om bepaalde maatschappelijke factoren te hebben. Een van deze factoren is de circulaire economie, die, in tegenstelling tot de lineaire economie, veel kostenefficiënter is. Eeuwenlang hebben we het lineaire economische model gebruikt, maar dit heeft ons als samenleving meer nadelen dan voordelen opgeleverd. Nu is de tijd van innovatie, omdat we als mondiale maatschappij eindelijk erkennen welke schade het vorige systeem heeft aangericht.
In een circulaire economie zien we een algemene verbetering van de welvaart. Ten eerste behoudt een product, zelfs na aankoop, het grootste deel van zijn waarde. Die waarde kan fluctueren en soms zelfs tijdelijk dalen, maar kan altijd weer bijna volledig worden hersteld, wat opmerkelijk is. Ten tweede is de link tussen de biogebaseerde economie en de circulaire economie zeer nauw. Dit zorgt ervoor dat we minder bijdragen aan klimaatverandering. De biogebaseerde economie maakt deel uit van de bredere bio-economie. Het verschil tussen deze twee termen is dat de biogebaseerde economie specifiek verwijst naar de transitie van een economie op fossiele brandstoffen naar een economie gebaseerd op biomassa. Dit model streeft ernaar om de waarde van grondstoffen zoveel mogelijk te behouden, onder andere via cascadering. Dit houdt in dat biomassa wordt gebruikt volgens een prioriteitenlijst, waarbij de meest urgente toepassingen voorrang krijgen en minder dringende toepassingen lager op de ladder staan.
Daarnaast wil ik nog de link met de deeleconomie aankaarten. Dit concept is essentieel voor het behoud van waarde, wat de kern vormt van de circulaire economie. In een deeleconomie staat gebruik boven bezit. Stel je bijvoorbeeld voor dat je meubels wilt monteren en daarvoor een boormachine nodig hebt. Eigenlijk heb je niet de boormachine zelf nodig, maar slechts de gaatjes die ermee gemaakt worden. Waarom zouden we dan niet gewoon boormachines delen? Dit zou immers efficiënter zijn. Natuurlijk kunnen er reboundeffecten optreden, zoals een stijging van de consumptie door de lagere prijs. Een ander risico is dat mensen minder zorgvuldig omgaan met gedeelde producten, simpelweg omdat ze geen eigendom zijn.
Om de deeleconomie verder te verkennen, wil ik ingaan op product-service systemen (PSS). Dit zijn bedrijfsmodellen met als doel het klimaat te beschermen door gedeelde consumptie te bevorderen. Binnen dit model worden producten en diensten als één geheel beschouwd, waardoor het aantal eindproducten in de markt wordt beperkt. Idealiter leidt een toename in consumptie binnen dit systeem ertoe dat fabrikanten gestimuleerd worden om hun producten duurzamer en herbruikbaar te maken. Omdat de producent eigenaar blijft, is deze ook minder afhankelijk van schommelingen in de grondstoffenmarkt, wat kan leiden tot een zorgvuldiger beheer van natuurlijke hulpbronnen.
Product-service systemen bestaan uit verschillende product-service combinaties (PSC’s), die onderverdeeld worden in drie categorieën volgens het SusProNet-model. De eerste categorie is productgeoriënteerde services, waarbij het product nog steeds het primaire aanbod is, maar wordt aangevuld met extra diensten zoals onderhoud en advies. De tweede categorie is gebruikgeoriënteerde services, waarbij het product niet wordt verkocht, maar gedeeld, verhuurd of geleased, zodat bezit niet langer noodzakelijk is. De derde en laatste categorie is resultaatgeoriënteerde services, waarbij de consument en producent een overeenkomst sluiten over het gewenste resultaat in plaats van over het specifieke product dat daarvoor nodig is. Dit model kan op twee manieren worden ingevuld: via outsourcing, waarbij de consument alleen betaalt voor het eindresultaat zonder te weten welke middelen zijn gebruikt, of via functionele resultaten, waarbij de producent zelf bepaalt welke methode wordt toegepast om het gewenste resultaat te behalen.
Om de circulaire economie verder uit te diepen, wil ik vier toepassingen bespreken die als fundamentele businessmodellen binnen deze economie fungeren. Het eerste businessmodel betreft de basis, oftewel de bedrijven die grondstoffen omzetten in materialen en energie. Binnen een circulaire economie zou dit betekenen dat energie hernieuwbaar is en materialen volledig recyclebaar of biogebaseerd zijn. Het tweede model draait om grondstoffenherwinning, waarbij bruikbare grondstoffen, energie en afgedankte producten worden teruggewonnen om de kringloop stabiel te houden. Het derde model richt zich op het verlengen van de levensduur van producten, wat essentieel is om verspilling te minimaliseren. Ten slotte omvat het vierde businessmodel deelplatformen, die een intensiever gebruik van producten mogelijk maken door gedeeld eigenaarschap of toegankelijkheid te bevorderen. Deze vier businessmodellen vormen samen de kern van een succesvolle circulaire economie.
Vragen
- Welk soort economie heb je in jouw land?
- Zijn er enkele verandering dat je wil in deze economie?
- Hoe zou je deze veranderingen implementeren?
Ik kijk uit naar jouw antwoord!
Met vriendelijke groet,
Manasseh Ophalfens
Letter 2
Dear Manasseh,
I hope you’re doing great! Writing to you gives me a chance to reflect on important topics, and I truly appreciate our discussion. Today, I want to share my thoughts on Sustainable Development Goal 8 (SDG 8) – Decent Work and Economic Growth and how it connects with my country, India.
India has a mixed economy, meaning it includes both government-controlled sectors and private enterprises. This balance allows for public welfare and economic growth to go hand in hand. Over the years, our economy has evolved rapidly, moving from an agrarian-based system to a more industrial and service-oriented one.
One of the most defining aspects of India’s economy is its diversity. We have a strong agriculture sector, which employs a significant portion of our population. However, we are also a global leader in technology, pharmaceuticals, and manufacturing. The service sector, particularly IT and finance, contributes the most to our GDP. India is known as the “back office of the world” because of its booming IT and outsourcing industries.
Our economic growth has been impressive in recent years, but challenges remain. Despite being one of the fastest-growing economies, income inequality, unemployment, and the informal sector pose serious concerns. Many people, especially in rural areas, still struggle to find stable and well-paying jobs. At the same time, urban areas face a different problem—intense competition and a demand for highly specialized skills.
India also has a large informal workforce, where workers do not have proper contracts, social security, or job security. This affects their ability to earn a stable income and access benefits like healthcare and pensions. While the government has launched several initiatives to support small businesses and startups, more needs to be done to ensure everyone benefits from economic growth.
Changes I Would Like to See in My Economy:
I truly believe that economic growth should not be measured only in terms of GDP but also in terms of how many people have access to stable jobs, fair wages, and a good quality of life. While our economy has progressed, there are areas where improvements are needed:
- Reducing Unemployment and Skill Gaps
Even though India produces millions of graduates every year, many of them struggle to find jobs. This is mainly because of a gap between education and industry requirements. Our education system focuses a lot on theoretical knowledge but does not always prepare students for real-world work challenges. Many young people lack the practical skills required by industries, which leads to a situation where jobs are available, but candidates are not job-ready.
I would love to see more vocational training programs and industry-academia collaborations where students can gain hands-on experience before they graduate. If our education system emphasizes entrepreneurship, digital skills, and soft skills, it will help young people become more employable and even start their own businesses.
- Support for Small Businesses and Entrepreneurs
India has a growing startup ecosystem, but small businesses still face challenges in accessing finance, technology, and markets. Many micro, small, and medium enterprises struggle to survive because of limited resources and competition from larger corporations. I would love to see more government initiatives that provide easy access to loans, mentorship, and digital tools to help small businesses grow.
A strong MSME sector can create more jobs and contribute significantly to inclusive economic growth. If more people can start and sustain their businesses, it will reduce reliance on traditional employment and generate more opportunities across different sectors.
- Strengthening Labor Rights and Social Security
A large percentage of India’s workforce is in the informal sector, meaning they do not have job contracts, paid leaves, or benefits like health insurance and pensions. This puts them in a vulnerable position, especially during economic downturns.
I strongly believe that labor laws should be improved to ensure fair wages, better working conditions, and access to benefits for all workers. Expanding government schemes that provide social security and financial protection to informal workers will help reduce poverty and create a more stable economy.
- Sustainable and Green Economic Growth
Economic growth should not come at the cost of the environment. India has made progress in renewable energy, but industries still rely heavily on non-renewable resources. I would love to see more investment in green energy, sustainable agriculture, and eco-friendly business practices.
If industries adopt more sustainable methods and the government provides incentives for green businesses, we can achieve economic growth while also protecting our planet.
I feel that achieving SDG 8 – Decent Work and Economic Growth is possible if we take the right steps toward inclusive, skill-driven, and sustainable economic development. It’s important that economic growth benefits everyone, not just a few.
What about your country? Do you think your economy supports SDG 8? What changes would you like to see? I’d love to hear your thoughts and learn from your perspective!
Looking forward to your response.
Best wishes,
Priyanka Kumari
Letter 3
Beste Priyanka Kumari,
Ik hoop dat het goed met je gaat en dat je in goede gezondheid verkeert. Ik wil je alvast bedanken voor je vorige brief, die ik met veel interesse en plezier heb gelezen. Je schrijven was helder, boeiend en volledig — mijn verwachtingen zijn zelfs ruimschoots overtroffen. Ik waardeer jouw inzet en inzichten enorm.
Laat me van mijn kant beginnen met een korte inleiding over de Belgische economie. België functioneert binnen een systeem van sociaal-kapitalisme, wat betekent dat het land zowel een vrijemarkteconomie als een sterke sociale regulering kent. Producenten kunnen vrij ondernemen en handel drijven, maar tegelijk is er een belangrijke rol weggelegd voor de overheid die bepaalde sectoren reguleert of zelfs beheert. Denk hierbij aan cruciale publieke diensten zoals gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer — sectoren waarin toegankelijkheid en solidariteit centraal staan.
België is met zijn 11,7 miljoen inwoners en een oppervlakte van 30.688 vierkante kilometer een relatief klein land in het hart van Europa. Toch is het economisch sterk verweven met zijn buurlanden. Ongeveer 71% van het bruto binnenlands product (BBP) wordt gegenereerd door de dienstensector, terwijl de industrie goed is voor ongeveer 26,3%, en de landbouw slechts een bescheiden 1,9% vertegenwoordigt. België staat ook bekend om zijn open economie, met een van de hoogste export- en importvolumes per capita binnen de EU.
Op persoonlijk vlak wil ik een anekdote delen die illustreert hoe belangrijk onze publieke dienstverlening voor mij is geweest. Aan het einde van het secundair onderwijs ontwikkelde ik knieproblemen die tot op de dag van vandaag aanhouden. In mijn eerste jaar als informaticastudent aan de universiteit kon ik door die klachten nauwelijks naar de campus gaan. Toch wil ik vooral focussen op het positieve in deze ervaring: de toegang tot gezondheidszorg in België.
Ik heb in de afgelopen jaren drie MRI-scans laten nemen, en telkens was de procedure snel, betaalbaar en professioneel. Bovendien krijg ik wekelijks kinesitherapie, meestal één tot twee keer per week. Dankzij het terugbetalingssysteem van de ziekteverzekering zijn deze sessies voor mij financieel haalbaar gebleven. De band die ik heb opgebouwd met mijn kinesist is bijna vriendschappelijk geworden — en ik geloof sterk dat zowel mijn fysieke herstel als mijn mentale welzijn hierdoor ondersteund zijn. In veel landen zou dit soort zorg voor jonge mensen onbetaalbaar zijn. Dat het in België zo toegankelijk is, vind ik bewonderenswaardig.
Wat betreft de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), onderschrijf ik sterk dat België zich inzet voor SDG 8: het bevorderen van aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling, en waardig werk voor iedereen. België presteert hierin beter dan het EU-gemiddelde, wat blijkt uit verslagen van onder meer de Europese Commissie.
Een van de belangrijkste pijlers hierin is het streven naar waardig werk. In januari 2024 heeft België een nieuwe strategienota gelanceerd, waarin waardig werk centraal staat binnen de ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast stimuleert België de circulaire economie via samenwerking met onder andere het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), met als doel hulpbronnenefficiëntie te bevorderen en afval te verminderen. Tot slot werkt het Belgische Statistiekbureau met duurzame ontwikkelingsindicatoren die jaarlijks worden gepubliceerd om de voortgang richting de 17 SDG’s transparant te maken.
Hoewel deze inspanningen bemoedigend zijn, zijn er nog heel wat stappen die gezet kunnen worden. Hier wil ik graag enkele veranderingen voorstellen die voor mij essentieel zijn en die hopelijk mee richting kunnen geven aan een groenere toekomst.
Allereerst pleit ik voor de versterkte implementatie van een circulaire economie. Materialen en producten zouden hergebruikt moeten worden in plaats van na één gebruik weggegooid te worden. Hierdoor vermindert afval, wordt er efficiënter omgegaan met grondstoffen, en worden productieprocessen duurzamer.
Daarnaast ben ik een groot voorstander van duurzaam vervoer. Zelf neem ik dagelijks de bus naar de campus, en ik zie hoeveel potentieel er nog is voor verbetering. Ik hoop op meer investeringen in openbaar vervoer, de promotie van fietsen en wandelen, en de verdere ontwikkeling van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. In 2023 werd slechts 1 op de 7 nieuwe auto’s in België volledig elektrisch, wat laat zien dat hier nog veel vooruitgang mogelijk is.
Ook wil ik pleiten voor een ambitieuzere inzet op groene energie en zelfs kernenergie als transitieoplossing. Hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind zijn cruciaal, maar kernenergie kan in de tussentijd zorgen voor een stabiele en koolstofarme energievoorziening. België heeft plannen om kerncentrales langer open te houden, en ik denk dat dit in combinatie met groene alternatieven een sterke strategie kan zijn.
Tot slot is energie-efficiëntie een sleutelthema. Door gebouwen beter te isoleren, zuinigere apparaten te gebruiken, en huishoudens bewuster te maken van hun verbruik, kunnen we enorm veel energie besparen. Volgens recente cijfers kan een goed geïsoleerde woning tot 30% minder energie verbruiken per jaar. Dit is niet enkel goed voor het klimaat, maar ook voor de portemonnee van de burger.
Met deze brief hoop ik een duidelijk beeld te hebben geschetst van hoe ik de Belgische economie ervaar en welke richting ik hoop dat ze in de toekomst zal uitgaan. De combinatie van sociale rechtvaardigheid en ecologische verantwoordelijkheid vormt wat mij betreft de kern van een duurzame samenleving.
Mijn vragen voor u zijn:
Heb jij persoonlijk ervaringen gehad met SDG 8 — zoals werkgelegenheid, eerlijke lonen of toegang tot degelijke opleidingen — in jouw dagelijks leven of in je omgeving?
Hoe kijk jij naar de toekomst van SDG 8 in jouw land? Denk je dat er voldoende hoop is op duurzame en inclusieve economische groei?
Zijn er andere Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen die volgens jou sterk verbonden zijn met SDG 8 in jouw land, zoals onderwijs (SDG 4) of klimaatactie (SDG 13)?
Met vriendelijke groet,
Manasseh Ophalfens
Letter 4
Dear Manasseh Ophalfens,
Thank you so much for your warm and insightful letter. I truly appreciated the opportunity to learn about the Belgian economy and your personal reflections, especially the way you highlighted the importance of accessible healthcare and decent work. Your writing was not only informative but also inspiring — it made me reflect more deeply on my own country’s progress toward Sustainable Development Goal 8.
Let me share a perspective on India’s path toward SDG 8 – Decent Work and Economic Growth. India, with its population of over 1.4 billion, is a vibrant and dynamic country experiencing rapid economic and social transformation. While we are still categorized as a developing nation, we are home to one of the fastest-growing major economies in the world. Our GDP is powered by three main sectors — agriculture, industry, and services — with the service sector emerging as a strong contributor, especially through industries like information technology, finance, and telecommunications.
The Indian government has launched several flagship programs to address employment and economic inclusivity. Start-Up India, Skill India, and Digital India are some key initiatives that aim to create entrepreneurial opportunities, enhance employability through vocational training, and expand digital access across rural and urban regions. These programs have opened doors for many young Indians to become self-reliant and career-ready.
On a personal note, I am currently pursuing a Postgraduate Diploma in Human Resource Management and interning at Hindalco Industries Limited, specifically at their Lohardaga Mines Division. My internship project focuses on Talent Acquisition, and it has given me a practical understanding of how large organizations plan their workforce, address skill gaps, and aim to offer fair and productive employment. One key observation I’ve made is the effort to hire locally and invest in upskilling rural youth, which promotes inclusive growth and supports SDG 8 at the grassroots level.
I also had the chance to interact with employees working in remote mining locations, where access to education, healthcare, and job opportunities can be limited. It was heartening to see the company’s role in providing not just employment, but also basic infrastructure and training. These small but significant steps are contributing to sustainable livelihoods in otherwise underserved regions.
To answer the thoughtful questions you posed:
1. Yes, I have experienced the impact of SDG 8 around me. Through government schemes and corporate social responsibility (CSR) efforts, more young people are gaining access to higher education, internships, and skill-building programs. Fair wages and decent work are becoming part of the conversation, even though there’s still a long way to go in ensuring these are available to all, especially in the informal sector.
2. I believe India’s future with SDG 8 is filled with potential, but it requires a persistent, collaborative effort. Our youthful demographic is both a strength and a challenge — we must create enough meaningful job opportunities to match their aspirations. With continued investment in education, digital inclusion, and sustainable industries, I do believe there’s hope for inclusive and sustained economic growth.
3. As you rightly pointed out, SDG 4 (Quality Education) and SDG 13 (Climate Action) are closely intertwined with SDG 8. In India, the link between education and employment is especially critical. Without quality, accessible education, decent work remains out of reach for many. Similarly, as we move towards more climate-conscious policies, green jobs in areas like renewable energy, sustainable agriculture, and waste management are beginning to emerge — these could redefine employment landscapes in the future.
I also want to appreciate your commitment to sustainable transportation and circular economy practices. These are equally relevant in India. Our cities are pushing for better public transport, increased electric vehicle adoption, and plastic waste reduction — but behavioral change among citizens remains a key hurdle. Youth participation, like yours and mine, can play a powerful role in shaping this future.
It’s inspiring to see how different countries are striving toward the same global goals, despite varying contexts and challenges. I’d love to know more about how students and universities in Belgium engage with the SDGs — are there courses, clubs, or student-led projects that promote sustainability?
Looking forward to hearing from you again.
Warm regards,
Priyanka Kumari