Botsen topsporters stilaan tegen de menselijke grenzen aan?

Toen Eliud Kipchoge in 2018 het officiële wereldrecord op de marathon verbrak, was dat wereldnieuws. Ook andere sporters dromen ervan om ooit een (wereld)record te behalen in hun discipline. Maar hebben we stilaan niet de grenzen bereikt van wat de mens kan? En welke fysieke gevaren hangen vast aan records najagen? Professor Eric van Breda onderzoekt als sportwetenschapper de link tussen sport en gezondheid.

Dat een nieuw wereldrecord zo’n groot nieuws is, verbaast prof. Eric van Breda niet. “Er sneuvelen steeds minder records”, vertelt hij. “Als je kijkt naar curves van de laatste decennia zie je dat de prestatiecurves bij de meeste sporten afvlakken. Wereldrecords worden de laatste jaren ook minder snel verbroken.”

Betekent dit dat de mens stilaan zijn fysieke grenzen bereikt? “Dat is moeilijk te zeggen”, zegt prof. van Breda. “Er zijn heel veel factoren die een sportprestatie beïnvloeden. Een sporter moet natuurlijk talent hebben, maar vooral de juiste trainingsmethoden zijn cruciaal, en die moet de sporter dan ook nog eens lang volhouden. Pas na ongeveer 10.000 uur of 10 jaar intensief trainen kun je zeggen of je als sporter het maximale uit je lichaam hebt gehaald en je maximale capaciteiten hebt bereikt. Zoals de beroemde Amerikaanse atleet Jesse Owens ooit zei: ’Jarenlang trainen om uiteindelijk maar 10 seconden te hoeven sprinten op 100 meter’. Toewijding, hard werken en vooral gezond blijven zijn nodig om het maximale uit je lichaam te halen.”

Technologie en techniek

Soms kunnen ook andere elementen voor een doorbraak zorgen, zoals een nieuwe sprongtechniek. “Hoogspringen gebeurde tot de Olympische spelen van 1968 bijvoorbeeld altijd met een buikrol”, vertelt prof. van Breda. “En toen werd door Dick Fosbury de ‘fosbury flop’ gebracht, een manier om achterwaarts te springen waardoor je met dezelfde hoeveelheid kracht hoger kan springen. Gevolg: het ene record na het andere sneuvelde.”

Maar ook technologische hulp kan een wereldrecord doen breken. Dat was het geval bij Eliud Kipchoge, die in 2018 het wereldrecord al op de marathon haalde. In 2019 liep hij een nog snellere tijd, die nooit officieel erkend werd: 1u:59m:40s. “Het record werd niet erkend omdat Kipchoge een leger van 41 zogenaamde hazen rond zich had, die elkaar afwisselden als ze moe werden” licht prof. Van Breda toe. “Die gaven hem een aerodynamisch voordeel. Daarnaast was er een elektronische laser die het tempo op het wegdek aangaf om onder de twee uur uit te komen. Of een loper ooit een marathon onder die twee uurgrens zou lopen zonder die hulpmiddelen, dat is maar de vraag.”

Bron: nos.nl

Sporthart

Met de juiste combinatie van talent, techniek, training en technologische hulp kan het dus zijn dat een atleet morgen een bestaand sportrecord breekt. Maar is dat wel gezond, steeds proberen om sneller te lopen, hoger te springen of sneller te fietsen? “Als een sporter gezond is, is dat op zich niet zo gevaarlijk. Ons lichaam kan zich binnen de fysiologische grenzen aanpassen aan de trainingsarbeid, zolang er een goede balans is tussen rust en arbeid en er regelmatig (para)medische controles zijn.”, legt prof. van Breda uit. “Maar het kan riskanter worden als een sporter continu de grenzen blijft opzoeken.”

Je hart maximaal belasten kan namelijk tot een zogezegd ‘sporthart’ leiden. “Dat is een vergroot hart”, vertelt prof. Eric van Breda. “Bij langdurige zware belasting zal het hart zich aanpassen, net zoals skeletspieren ook groter en sterker worden als je ze traint. Zo’n sporthart kan soms tot klachten leiden.”  

“Andere mensen hebben onderliggende (hart)aandoeningen zonder het te weten”, zegt prof. van Breda. “Sommigen merken hier niets van in het gewone leven, maar het kan wel levensbedreigend wordt als ze intensief gaat sporten.”

Professionele begeleiding

Topsporters hebben daarom professionele begeleiding nodig, van o.a. sportartsen, sportkinesisten, voedingsdeskundigen, fysieke trainers en mental coaches. Professioneel sporters balanceren namelijk vaak op een dunne lijn van gezond of niet-gezond zijn, maar zo kunnen ze lang aan de gezonde kant van die grens blijven.

Professionele begeleiding is overigens een aanrader voor iedereen die regelmatig serieuze inspanningen doet. Prof. Van Breda raadt daarom aan al wie een record wil breken een screening bij de (sport)arts aan. “Die kijkt of je manier van sporten compatibel is met je levensstijl, eventueel medicatiegebruik en onderliggende aandoeningen die je hebt. Het is een broodnodige investering voor iedereen die serieus sport.”