Op woensdag 30.03.2022 werd al voor de 4e keer de Viviane Conraadsprijs uitgereikt. Met deze tweejaarlijkse prijs eren collega’s en vrienden professor dr. Viviane Conraads, die in 2013 op te jonge leeftijd is overleden. Als cardiologe geloofde zij in het potentieel van multidisciplinair onderzoek om de verzorging van hartpatiënten te bevorderen.
Voor deze editie mocht de jury niet minder dan 19 waardevolle projecten ontvangen. Twee onderzoekers van de Universiteit Antwerpen vielen in de prijzen!
Lien Desteghe: Van de VKF-kliniek naar het slaapcentrum en terug: een gestructureerd zorgtraject voor de detectie en behandeling van obstructieve slaapapneu
Lien Desteghe won de eerste prijs van 20.000 euro, met haar onderzoek naar voorkamerfibrillatie.
Voorkamerfibrillatie (VKF) is een veelvoorkomende hartritmestoornis. Boven de 55 jaar heeft iedereen 37% kans om de aandoening te ontwikkelen, die het hart onregelmatig en vaak te snel doet kloppen. Dat leidt tot een verhoogd risico op bloedklonters en een eventuele beroerte als er niet correct behandeld wordt.
Er is gelukkig goed nieuws: het is mogelijk om de klachten die gepaard gaan met voorkamerfibrillatie in te perken of om het aantal episodes en de duur ervan te verminderen. Dat tonen recente studies aan. Het is daarvoor belangrijk om een gezonde levensstijl aan te houden en verschillende risicofactoren aan te pakken. Vandaag worden die risicofactoren nog vaak over het hoofd gezien, wegens tijdsgebrek van zorgverleners bijvoorbeeld of omdat er nog niet voldoende besef is over de impact van deze risicofactoren.
Eén van de risicofactoren voor voorkamerfibrillatie is obstructieve slaapapneu (OSA), een slaapstoornis waarbij de adem even stopt of sterk verzwakt tijdens de slaap. Ongeveer de helft van de VKF-patiënten heeft ook last van deze stoornis. Obstructieve slaapapneu verdubbelt de kans dat VKF opnieuw optreedt. Het is dus belangrijk om de slaapstoornis op tijd te detecteren, maar het blijft onduidelijk hoe en wanneer OSA bij VKF-patiënten in de dagelijkse klinische praktijk gecontroleerd en aangepakt moet worden.
Tijdige diagnose
Lien Desteghe onderzoekt hoe de detectie van OSA bij voorkamerfibrillatiepatiënten meer gestructureerd kan worden. Dat doet ze in samenwerking met de VKF-kliniek en het slaapcentrum van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en het Jessa Ziekenhuis in Hasselt (eveneens in samenwerking met de Universiteit Antwerpen, Universiteit Hasselt en het Limburg Clinical Research Center). Obstructieve slaapapneu kan je namelijk detecteren met een respiratoir polygrafietoestel, een toestel waarmee de patiënt thuis kan slapen. In combinatie met een geautomatiseerd algoritme kan de ernst van de slaapproblemen bepaald worden. Door OSA systematisch en tijdig te diagnosticeren, is behandeling mogelijk en kan de hoeveelheid voorkamerfibrillaties (duur en/of aantal episodes) verminderen.
Het onderzoeksteam van Lien zal deze werkwijze ook koppelen aan een onderzoeksproject dat het verband tussen de ernst van OSA en de hoeveelheid VKF zal nagaan. Ook zullen ze nakijken welke impact de behandeling van OSA heeft op onder andere levenskwaliteit, herval van VKF enzovoort. Dat werd namelijk nog nooit eerder geëvalueerd in prospectieve studies.
De Viviane Conraadsprijs draagt bij aan de samenwerking tussen de VKF-kliniek en het slaapcentrum en zorgt ervoor dat de algemene zorg van VKF-patiënten beter wordt. De resultaten zullen van groot belang zijn voor ons land en zullen inzicht geven in het opzetten van gestructureerde zorgpaden om risicofactoren bij patiënten met hart- en vaatziekten aan te pakken.
Hanne Boen: CARION-project: Een zorgpad voor de begeleiding en opvolging van patiënten met chemotherapie-gerelateerde hartproblemen en hun familieleden
Ook de belofteprijs ging naar een UAntwerpen-onderzoeker: Hanne Boen sleepte de prijs van 10.000 euro in de wacht met haar onderzoek naar chemotherapie-gerelateerde hartproblemen.
Chemotherapie zorgt voor de behandeling van kwaadaardige tumoren, maar kent ook bijwerkingen. Zo ook bij anthracyclines, een bepaald type chemotherapie, dat een rol speelt in de behandeling van borstkanker en bepaalde bloedkankers. Dit type chemotherapie gaat vaak gepaard met bijwerkingen, waarvan schade aan het hart (cardiotoxiciteit) de meest voorkomende én meest ernstige is. De gevolgen kunnen gaan van een verminderde levenskwaliteit tot zelfs sterfte van de patiënt.
Wanneer een hartprobleem tijdig opgemerkt wordt, is vroegtijdige behandeling mogelijk, wat de kans op ernstig hartfalen vermindert. Dat gebeurt al bij gelijkaardige hartproblemen met een genetische oorzaak – en dus niet het gevolg van chemotherapie. In het DNA van die patiënten zijn kleine genetische foutjes aanwezig. Die foutjes zijn erfelijk overdraagbaar naar de volgende generatie. Familieleden van een patiënt met hartproblemen kunnen getest worden op zo’n genetische fout. Als die aanwezig is, kunnen ze regelmatige opvolging krijgen. Zo krijgen ze al een behandeling van het hartprobleem nog voor ze er zelf klachten van ondervinden.
Hanne Boen kijkt samen met haar team of er voor hartfalen uitgelokt door chemotherapie dezelfde genetische foutjes aanwezig kunnen zijn.
Als eerste stap onderzochten de wetenschappers 41 patiënten met hartproblemen na anthracyclinechemotherapie. 42,8% van de proefpersonen bleek zo’n genetische fout te hebben. De resultaten tonen aan dat genetisch onderzoek bij dit soort patiënten wel degelijk belangrijk is.
Genetische tests
Het is belangrijk dat alle patiënten met hartschade door chemotherapie in de toekomst de optie hebben om zich genetisch te laten testen. Met behulp van de Viviane Conraadsprijs willen Hanne Boen en haar team dit soort genetische onderzoeken in de dagelijkse klinische praktijk introduceren en er een gepaste begeleiding van de patiënt en familieleden aan koppelen.
De dienst Cardiogenetica aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen zal die onderzoeken en begeleiding voorzien. Cardiologen, genetici en getrainde patiëntenbegeleiders zullen hieraan samenwerken. Zij hebben al veel ervaring met het opsporen van genetische varianten bij hartproblemen en met de opvolging en begeleiding van patiënt en familieleden tijdens dit proces.
Dit project heeft als doel de zorg voor de patiënten te integreren en de familieleden optimaal te counselen. Hiervoor zal er een genetische counseller aangetrokken worden met ervaring en kennis omtrent zowel hartproblemen als kanker in een genetische context. Het ultieme doel is een zorgpad te ontwikkelen, gekenmerkt door een vlotte en multidisciplinaire samenwerking, waarbij de patiënt en zijn familie centraal staat.
De implementatie en werking van dit nieuwe zorgpad zal nauwgezet opgevolgd worden en bijgestuurd waar nodig, om zo een optimale zorg te kunnen garanderen.