Een voorbeeld object voor een meer dekoloniale blik op het verleden
Onwetendheid kan veelzeggend zijn. Van dit prachtige houten object weten we bijvoorbeeld heel weinig. Het is iets meer dan een meter hoog en toont een mannelijke figuur die op een stoel bovenop een olifant zit en een drum op zijn hoofd lijkt te dragen. Wanneer je aan een drum denkt, denk je wellicht aan muziek. Maar het werd niet gebruikt om muziek te maken. Men veronderstelt dat de drum gebruikt werd tijdens rituelen. Vandaag bevindt het voorwerp zich in de depots van het AfricaMuseum in Tervuren, dat het verwierf in 1973 dankzij een schenking van het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen (RUCA).
De drum maakte deel uit van een collectie van 97 voorwerpen die toebehoorden aan het Universitair Instituut voor Overzeese Gebieden (UNIVOG), de opvolger van de Koloniale Hogeschool sinds 1949. Vandaag behoren de gebouwen tot de Universiteit Antwerpen. Toen deze gebouwen in 1965 werden overgedragen aan het RUCA, bood de rector van deze nieuwe instelling de collectie meteen aan het AfricaMuseum aan. Maar de effectieve schenking werd pas acht jaar later gerealiseerd. Bij elk van de objecten werd een fiche opgesteld. Opvallend is dat deze fiches eigenlijk niet veel informatie bevatten. Over de drum komen we behalve de precieze afmetingen niets anders te weten dan dat hij afkomstig is uit Congo. Geen precieze geografische aanduiding, geen situering in de tijd, geen informatie over hoe en wanneer hij in de Koloniale Hogeschool terechtkwam.
Precies deze onwetendheid vertelt meer over de ondergeschikte plaats die kennisopbouw innam in het educatieve project van de Koloniale Hogeschool. Weliswaar stond etnografie op het programma, maar dit werd eerder gegeven uit de wil om de Congolese bevolking te beheersen dan om haar echt te leren kennen. Net zoals de andere objecten uit deze collectie werd de drum vermoedelijk aan de inkomhal gezet om de koloniale ’trots’ te tonen. In een zeldzame, ongedateerde foto van de gang op de eerste verdieping van het hoofdgebouw kan je zien dat de toonkasten en muren versierd waren met een groot aantal van deze koloniale objecten. De drum is echter nergens te bespeuren op deze foto, maar de kans is groot dat hij daar ergens heeft gestaan.
Enkele objecten uit de collectie
Het enige object op deze foto dat wel kan worden geïdentificeerd is een reliëfplaat ter ere van de gebroeders Le Marinel. Dit voorwerp had geen Afrikaanse oorsprong, maar stamde uit de periode van de Belgische koloniale propaganda. De broers hadden namelijk een belangrijke rol in de koloniale onderneming van Leopold II. Die belangrijke rol werd herdacht door twee medaillons in bas-reliëf van de twee ‘Glorieux Pionniers’ en worden met een lauwerkrans bijeengehouden door een naakte zwarte vrouw.
De beeldtaal van dit medaillon lijkt sprekend op dat van het standbeeld van die andere ‘pionier’ van Congo-Vrijstaat, Francis Dhanis. Deze werd in de vroege jaren vijftig van zijn oorspronkelijke plaats aan de Italiëlei naar de ingang van de Koloniale Hogeschool verplaatst. Tot vandaag herinnert de sokkel van het standbeeld de mensen aan de koloniale erfenis van de Universiteit Antwerpen. In beide gevallen was de boodschap duidelijk: uitsluitend dankzij Belgische ‘helden’ als Dhanis en de gebroeders Le Marinel kon de ‘primitieve’ cultuur van Congo worden omgevormd tot een ‘echte’ beschaving. Van die primitiviteit moesten zowel de naaktheid van de vrouw als de tentoongestelde objecten getuigen.
De opname van deze drum in de tentoonstelling draagt hopelijk op twee manieren bij tot een meer de-koloniale blik op het verleden. Enerzijds door reële aandacht te vragen voor de Afrikaanse realiteiten waaruit dergelijke artefacten ontstonden. En anderzijds door onze onwetendheid weg te werken over de praktijken die dergelijke objecten deel lieten uitmaken van een koloniale propagandamachine.
Tekst: Marnix Beyen