Wanneer iemand uit de dichte omgeving de zorg van een kwetsbare oudere op zich neemt, noemen we dat mantelzorg. Mantelzorgers hebben een belangrijke taak, die voldoening brengt maar tegelijk zwaar kan zijn. Maja Lopez Hartmann, doctorandus bij de onderzoeksgroep FAMPOP en van opleiding verpleegkundige, wilde weten hoe mantelzorgers die belangrijke zorgtaak ervaren en weidde er daarom een doctoraat aan. Haar promotoren waren prof. Roy Remmen, prof. Johan Wens en prof. Sibyl Anthierens.
Maja focuste zich in haar doctoraat op vrouwelijke mantelzorgers die voor hun ouders zorgden. “In principe zijn er evenveel vrouwelijke als mannelijke mantelzorgers”, zegt Maja, “maar het gebeurt vaker dat een vrouw de primaire, coördinerende zorgrol op zich neemt. Die vrouwen kan je ook nog eens in twee grote groepen opsplitsen: zij die voor hun partner zorgen en zij die voor hun ouder(s) zorgen. Ik onderzocht de laatste groep. Waarom? Vrouwen die voor hun eigen partner zorgen, zien dat nog minder vaak als een zorgtaak, maar als iets vanzelfsprekends dat voortvloeit uit liefde – meer dan bij kinderen het geval is. Bovendien is de groep die ik onderzocht iets jonger, en komt de zorg voor hun eigen gezin er dan vaak ook nog bij.”
(On)zichtbare zorg
Maja ging als volgt te werk: ze interviewde een jaar lang een aantal vrouwen die de zorg van hun ouder(s) op zich namen, en dat elke maand. “Het was interessant om te zien hoe zij die mantelzorg ervaarden, maar ook hoe die visie kon veranderen doorheen dat jaar.” Uit die gesprekken werd duidelijk dat niet elke zorgtaak over dezelfde kam geschoren kan worden: “Je kan zorg opsplitsen in twee categorieën: enerzijds heb je zichtbare zorg – denk aan duidelijk omlijnde taken zoals poetsen of koken voor je ouders – en anderzijds heb je onzichtbare zorg. En onzichtbare zorg, dat zijn alle taken waar je als mantelzorger constant mee in je hoofd zit: ‘Is mijn moeder al buitengekomen vandaag? Is ze haar medicatie niet vergeten?’.”
De bestaande ondersteuning richt zich vaak op zichtbare zorgtaken, zoals het inschakelen van een huishoudhulp of poetshulp voor duidelijk afgebakende taken. “Maar ondanks de tijdsinvestering, zijn dat net de taken die de mantelzorger ook het meeste voldoening geven”, ontdekte Maja. Het is voornamelijk de onzichtbare zorg die als meer stresserend wordt ervaren, maar waarvoor de mantelzorger niet gemakkelijk ondersteuning vraagt of aanvaardt”. Het is dus aangeraden om naast de ondersteuning bij zichtbare zorgtaken ook de onzichtbare zorglast van mantelzorgers te verlichten.
Iemand om je hart bij te luchten
Maja: “Het is belangrijk dat je als mantelzorger de zorg met iemand anders kan delen en dat er iemand is waar je advies aan kan vragen, waar je je hart bij kan luchten. Maar om op dat punt te komen, moet je eerst toegeven dat je hulp kan gebruiken bij het uitoefenen van je mantelzorgactiviteiten, aan jezelf en aan de buitenwereld. Niet iedereen vindt dat even gemakkelijk, want de zorg doorgeven aan iemand anders lijkt voor een aantal mantelzorgers op het verbreken van een belofte.”
Toch gebeurde deze omschakeling bij een aantal vrouwen uit Maja’s interviewpool. “Er zijn vrouwen die de klik maakten nadat een professional hen had aangeraden om meer aan zichzelf te denken. Wanneer dat dan bevestigd werd door een vertrouwenspersoon, bijvoorbeeld hun echtgenoot, gingen ze ook hulp van buitenaf aanvaarden.”
“Zorgprofessionals zoals verpleegkundigen en huisartsen kunnen een belangrijke rol spelen in het ondersteunen van de vaak onzichtbare noden van mantelzorgers”, concludeert Maja. “Zij kunnen onder andere met de mantelzorger werken aan het beter verwoorden van gevoelens en het bepalen van hun eigen grenzen.” Zo worden de onzichtbare ondersteuningsnoden meer zichtbaar en kan er samen met de mantelzorger gezocht worden naar aangepaste manieren om de zorglast te verlichten.
Maja op haar doctoraatsverdediging in juli 2020