Van ongenuanceerde behandelrichtlijnen tot slechte leefomstandigheden, racisme kan letterlijk ziek maken. Daarom geven dokter Lidvine Ngonseu Harpi (arts in opleiding) en dokter Werner Van Peer (onderwijscoördinator bij het centrum voor huisartsgeneeskunde) op 24 maart een lezing. De voordracht, met de titel ‘Raciale Ongelijkheid in de Gezondheidszorg’ maakt deel uit van de maand tegen racisme. Wij gingen met hen in gesprek.
Jullie organiseren een lezing over racisme in de gezondheidszorg. Kunnen jullie zeggen op welke manier racisme in die gezondheidszorg een rol speelt?
Lidvine Ngonseu Harpi: Dat gebeurt eigenlijk op veel manieren, en vaak subtiel en onbewust. Een voorbeeld is de nierfunctiemeting. Lang werd daar een raciale correctie op gemaakt, omdat artsen ervan uitgingen dat mensen van kleur een grotere spiermassa hebben. Dat is een aanname die niet klopt, er is evenveel variatie in spiermassa tussen mensen van kleur onderling als tussen witte en zwarte mensen. Door die foute correctie toe te passen, worden afwijkende waardes te laat opgemerkt, waardoor mensen minder snel hulp krijgen. Gelukkig is dat intussen aangepast.
Werner Van Peer: Ook het omgekeerde kan gebeuren, dat artsen reële verschillen niet zien, terwijl die er wel zijn in de werkelijkheid. Denk daarbij aan oxymeters die zuurstof meten in het bloed. Bij mensen met donkere huidskleur geven die een vals hoge waarde. Zo worden alarmerende waarden te laat opgepikt, wat niet zou gebeuren als je met die diversiteit rekening houdt.

Zijn er nog andere manieren waarop racisme ziek kan maken?
Lidvine Ngonseu Harpi: Discriminatie is overal. Mensen van kleur worden gediscrimineerd op de woningmarkt, in het onderwijs en belanden zo in lage socio-economische klassen. Ze hebben minder toegang tot gezond eten en wonen in een slechtere leefomgeving, bijvoorbeeld een woning met schimmel. Zo’n situatie zorgt voor stress. Die dingen samen zorgen voor extra gezondheidsproblemen.
Er is dus nog veel werk aan de winkel. Hoe kunnen gezondheidsmedewerkers en docenten daar verandering in brengen?
Lidvine Ngonseu Harpi: De rol van lesgevers is heel belangrijk. Als zij artsen in spe het juiste denkpatroon bijbrengen, moeten zij dat niet meer aanpassen later in hun carrière. Lesgevers dienen hun studenten op te leiden op een sensitieve manier, zodat ze bewust zijn van waar de verschillen zitten tussen de huidskleuren en waar niet. Dat gebeurt op UAntwerpen bijvoorbeeld al in de lessen dermatologie, in onze lessen zien studenten hoe bepaalde aandoeningen eruit zien op verschillende huidtypes. Artsen moeten steeds kritisch durven kijken naar praktijken die al jarenlang gedaan worden op een bepaalde manier.
Werner Van Peer: Er is ook meer onderzoek nodig naar de gezondheidszorg van mensen met een zwarte huidskleur, aangezien zij vaak ondervertegenwoordigd zijn in studies. We moeten ons er ook van bewust zijn dat ras een sociaal construct is.
Lidvine Ngonseu Harpi: Intussen zijn we blij dat de universiteit al verschillende stappen neemt: lessen inrichten in samenspraak met Afromedica (een groep studenten en gezondheidsmedewerkers die streeft naar meer erkenning van diversiteit in de gezondheidssector, red.), lessen over raciale ongelijkheid opnemen in de colleges over arts en maatschappij. Idealiter is diversiteit in elk vak aanwezig, want ook als arts kom je de hele tijd in contact met diversiteit.