In de jaren ’50 groeide in Antwerpen de behoefte aan een bredere waaier van hogere studies. Zo versterkte de Sint-Ignatius Handelshogeschool in 1959 haar curriculum met kandidaatsopleidingen in de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte (inclusief Rechten) en de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen. In 1965, nauw verbonden met de wet op de universitaire expansie, onderging deze instelling een naamsverandering. De Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen was een feit.
Deze piepjonge universiteit telde vier faculteiten: Letteren en Wijsbegeerte, Toegepaste Economische Wetenschappen (overgekomen van de vroegere Handelshogeschool), Rechtsgeleerdheid en Politieke en Sociale Wetenschappen. Met uitzondering van de economische opleidingen, bleven de faculteiten beperkt tot de kandidaatsopleiding. In 1971, met de oprichting van de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA) werden licentiaatsopleidingen ingericht. Niet veel later zouden UFSIA, RUCA en UIA onder één noemer varen, die van Universiteit Antwerpen.
Vanaf 1973 werkt de UFSIA samen met de UIA en het RUCA. Deze samenwerking zou in 1995 resulteren in de confederale Universiteit Antwerpen, die in 2003 werd omgevormd tot de eengemaakte universiteit met dezelfde naam.
De opleidingen aan UFSIA vonden plaats in het hart van de Antwerpse binnenstad, in en om de panden die aan het begin van de twintigste eeuw door de jezuïeten in gebruik zijn genomen om hun onderwijs te organiseren, nu bekend als de Stadscampus.
Vijf rectoren hebben de UFSIA geleid van 1965 tot 2003: Etienne Dhanis s.J. (tot 1975), Louis Bruyns s.J. (tot 1984), Louis Van Bladel s.J. (tot 1988), Jean Van Houtte (tot 1995) en Carl Reyns (tot 2003).
Prinsstraat 14 – voor Prinsstraat 14 – na
(Dienst voor Studieadvies)Grote Kauwenberg
Herinneringen
Graag vernemen we jouw herinneringen aan de UFSIA-tijd.
Foto’s: © Universiteit Antwerpen
Ik behoorde tot de eerste lichting van 55 studenten Germaanse filologie van Saint-Ignace in 1965 en haalde mijn kandidatuur in 1967. De opleiding was zonder meer fantastisch met proffen als Vanderkerken s.j. (wijsbegeerte), Van Isacker s.j. (geschiedenis van België en hedendaagse tijden), Steenbergen, Nederlandse taalkunde, Neutjens (Nederlandse en Duitse literatuur) en Goossens (Engels). Er was een afzonderlijk lokaal voor de meisjesstudenten, het ‘porrenkot’.
We stichtten de studentenclub ‘Skald’ en een literair tijdschrift ‘Jəwèl’. Ik heb een foto van de voltallige eerste kanditatuur en van het eerste bestuur van ‘Skald’.
Jan Deckers (1 januari 2020)
Als trouwe klant van de lezing in de reeks Spectrum had ik vandaag het voordeel de presentatie bij te wonen van professor D.Ermens over het collectief geheugen van de universiteit Antwerpen, nu de UA.
De geboorte van de Universiteit Antwerpen, heb ik van dichtbij meegemaakt omdat ik geboren ben in de conciërgewoning van de Jezuïeten in de Doornstraat in Edegem. Wij kenden bijna alle paters van het O.L.V college op de Frankrijklei, evenals van de Prinsenstraat en de collegelaan in Borgerhout. De paters kwamen tijdens het groot verlof 3 a 4 weken genieten van het groen op Mariënborg. Mijn moeder kreeg de taak van kokkin toegewezen tijdens hun verblijf.
Broeder Opsomer, die in de Prinsenstraat woonde kwam regelmatig met zijn fiets bij ons op bezoek en wij gingen hem op een zondag ook wel eens een bezoek brengen. Op een van die zondagen straalde broeder Opsomer van trots. Van gestalte was hij niet groot maar door wat hij ons te zeggen had, werd hij minstens 10 cm groter. Onze instelling, zei hij fier, heeft het statuut van universiteit gekregen. Ik hoor en zie het hem nog zeggen alsof het gisteren was. Dat was de start van wat er tot heden gebeurd is.
In onze straat veranderde er veel. De hoeve van de familie Vermeulen werd onteigend want er kwam een universitair ziekenhuis. De hoeve van de familie Van Hul mocht blijven bestaan. Van dat ogenblik af zagen wij gebouwen uit de grond rijzen als paddenstoelen. En dat hield niet op. Zelfs heden ten dagen wordt er gebouwd aan de uitbreiding van de UA. Of er ooit een einde komt aan die bouwwoede, weet ik niet. Ik zal er dan wel niet meer zijn om het verder te vertellen!
Fanny Meeus (7 januari 2020)