Microfilm- en microfichelezers – nuttig of onhandig?
Wat is een microfilmlezer? Jongeren kennen dit type technologie waarschijnlijk niet, maar het werd voor een lange tijd gebruikt. Net zoals men vandaag documenten scant werden documenten vroeger gefotografeerd en opgeslagen om ze later te raadplegen via een microfilmlezer.
In de jaren twintig van de vorige eeuw werd de 35mm-film gecommercialiseerd door Leica en Eastmann Kodak. De New York Times liet al vrij snel als eerste de jaargangen van haar krant fotograferen. In de Tweede Wereldoorlog en de decennia daarna nam de microfotografie een enorme vlucht in archieven en bibliotheken. Naast de 35mm-film werd in deze jaren de microfiche ontwikkeld, die op een polyesterdrager ter grootte van een briefkaart zo’n zestig tot soms wel vierhonderd foto’s kon bevatten. Veel leesapparaten hebben een adapter voor 35mm-film en een voor microfiches. Maar er zijn ook aparte apparaten voor elk van deze twee microformaten in de handel geweest, zoals de Xerox 2240 voor microfilms en de Northwest Microfilm Inc. 90 voor microfiches.
Maar eigenlijk hield (en houdt) niemand echt van microfilms en microfiches. Om ze te raadplegen, moet je naar een bibliotheek of archief, waar de leesapparaten staan. Informatie erop vinden is niet vanzelfsprekend: je moet de microfilm doorspoelen naar de beelden die je zoekt en daarna weer terugspoelen. Het is bovendien moeilijk om notities te maken terwijl je voor het grote apparaat zit. Daarnaast vinden de bibliothecarissen zo’n bakbeest ook onhandig omdat het altijd in de weg staat en vanwege de vele instructies die erbij horen. De films en de fiches moeten vaak ook uit het magazijn opgehaald worden en ze zijn bovendien erg gevoelig voor krassen, vlekken, vingerafdrukken en lichtinval.
Het zijn dus niet echt de handigste gebruiksvoorwerpen, maar ze hebben ook hun voordelen. Zo bespaart de microfilm heel wat ruimte voor de opslag van documenten ten opzichte van papieren versies. Die documenten variëren enorm, van middeleeuwse handschriften tot tekeningen van auto-onderdelen. Niet alleen zorgen ze voor ruimtebesparing, maar ze zorgen er ook voor dat de kwetsbare originele documenten beter beschermd worden. En de kosten? Was de verspreiding van microfilms niet duur? Niet echt nee. Het was redelijk goedkoop om de (zwart-wit)films te kopiëren en te verspreiden.
Hoewel de apparaten uit een ander tijdperk stammen, worden ze nog steeds gebruikt. Zo zijn ze nog erg nuttig voor historici, omdat de documenten die zij raadplegen voor een deel nog steeds op microformaat bewaard worden. In het Ruusbroecgenootschap wordt het apparaat gebruikt om films van middeleeuwse handschriften te raadplegen voor onderzoek en het maken van tekstedities.
Steeds meer microfilms en microfiches worden tegenwoordig echter met gespecialiseerde scanners omgezet in digitale beelden. Het digitale tijdperk heeft een einde gemaakt aan de microfotografie in ‘analoge’ vorm en heeft daarbij heel wat problemen opgelost. De documenten zijn nu makkelijker toegankelijk en vaak kosteloos thuis online raadpleegbaar. Ze zijn meestal in kleur gefotografeerd en zijn eenvoudig zelf af te drukken. Voor de archieven en de bibliotheken is de keerzijde van de digitalisering dan weer de veranderlijkheid van de digitale formats, terwijl microfilms en microfiches onder goede omstandigheden eeuwen bewaard kunnen worden.
Het behouden van microfilmlezers is van cruciaal belang. Ze tonen aan de studenten en jongeren dat zoiets als scannen niet altijd zo eenvoudig was. Daarnaast hebben ze een belangrijke waarde voor historici. Ze blijven namelijk nog steeds de kluizen van het verleden.
Tekst: Thom Mertens