Marc Callebaut

1931-2020

Foto Vincent Jauniaux

Geboren wetenschapper wordt dokter

Marc Emiel Conrad Gerardus Cornelius Callebaut werd op 3 juli 1931 geboren in Menen, een kleine stad in West-Vlaanderen, België, op de grens met Frankrijk. Marc doorliep het lager onderwijs aan de RMS te Menen. Daarna ging hij naar het Koninklijk Atheneum te Kortrijk met de tram langs het vliegveld van Wevelgem (oorlogstijd!). Na WO II werd zijn vader directeur van de RMS te Oudenaarde. Marc ging hier verder in de afdeling Grieks-Latijn-Wiskunde, waarna hij 3 jaar later zijn diploma in de afdeling Latijn-Wiskunde van het Kon. Atheneum te Ronse behaalde. Hij muntte er uit in wiskunde. Hij deed thuis tal van scheikundige proeven op eigen houtje (en risico) en met eigen zakgeld. Marc had veel ideeën en was erop uit om die proefondervindelijk te testen. Aldus beïnvloedde hij sterk zijn broer Dirk Callebaut (°1936), later professor fysica (astrofysica, kosmologie, relativiteit) aan de Universiteit Antwerpen.

Na de humaniora ging Marc naar de Rijksuniversiteit Gent (thans Universiteit Gent) en werd doctor in de Genees-, Heel- en Verloskunde in 1956. In dat jaar huwde hij Ghislaine D’haeseleer (1932-2020). Ze kregen drie kinderen: Martine (°1958, huisvrouw), Erik (°1962, bediende) en Dirk (1965-2015, neuroloog).

Hospitaalgeneesheer in Rwanda

Na zijn afstuderen was Marc gedurende een jaar huisarts te Denderleeuw. Tegelijk studeerde hij aan het gerenommeerde Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen. In oktober 1957 kreeg hij de titel van “Sous-lieutenant de réserve de la force publique du Congo et du Rwanda-Urundi”. In plaats van militaire dienst ging Marc voor 3 jaar naar Rwanda als geneesheer: ’médecin de secteur’ in Biumba, 200 km ten noordoosten van Kigali, hoofdstad van Rwanda. Tijdens de onlusten (strijd om onafhankelijkheid!) stoorde het Marc zeer erg dat hij, geneesheer, naar het hospitaal moest gaan met een revolver op zak.  Hij schreef later een boekje over zijn ervaringen in Rwanda ’Belevenissen van een Hospitaal Geneesheer in Rwanda (1957-1960)’ (2011). Marc had toen al een grote interesse in de evolutieleer in het algemeen en de evolutie van homo sapiens in het bijzonder. In 1667 vermoedde de anatoom Stenon, op basis van vergelijkend anatomisch onderzoek, dat de gonaden van een vrouw en de eierstok van een vogel een analoge functie zouden kunnen hebben. Hierdoor ontwikkelde Marc Callebaut een speciale voorkeur voor deze tak in de biologie.

Dokter wordt ornithologisch embryoloog

Marc Callebaut begon zijn wetenschappelijk onderzoek in het Studiecentrum voor Kernwetenschappen (Radiobiologie, SCK) in Mol (België) in juni 1962. In die periode werkte hij voornamelijk met muizen. Dankzij een associatie tussen Euratom en het Nucleaire Energie Studies Centrum kreeg hij een fonds (1964) om te werken onder toezicht van professor Etienne Wolf en doctor Régis Dubois (Laboratoire d’Embryologie et de Tératologie Expérimentale, Nogent-sur-Marne en Parijs). Deze professoren hebben Marc Callebaut ingewijd in het embryologisch onderzoek van de vogels.

Prof. dr. Lucien Vakaet (1926-1996) was juist benoemd als professor in de Anatomie van de Mens en Embryologie aan de Universiteit Antwerpen (toen RUCA, 1965). Hij stelde Marc voor om zijn assistent te worden. In 1975 behaalde Marc de graad boven die van doctor, nl. Geaggregeerde voor het Hoger Onderwijs, equivalent met een D.Sc. of een ’Habilitation’ voor zijn ’Bijdrage tot de Studie van de Oögenesis van Vogels’ (Contribution to the Study of Oogenesis of Birds) onder de supervisie van prof. dr. Julien Fautrez (Laboratorium voor Menselijke en Vergelijkende Anatomie, UG). In deze thesis omschreef Marc zeer nauwkeurig de vorming van oogonia en oocyten vóór en gedurende het begin van de intrafolliculaire fase en de oögenesis in volwassen vogels. In januari 1983 benoemde de Universiteit Antwerpen (toen RUCA) Marc tot gewoon hoogleraar en hoofd van het Laboratorium Anatomie van de Mens en Embryologie als opvolger van professor L. Vakaet, die een overplaatsing naar de Universiteit Gent (toen nog RUG) kreeg. Daarmee werd Marc zeer zwaar belast met cursussen en anatomisch-laboratoriumtaken voor honderden studenten in de geneeskunde.

Vanaf 1970 was zijn interesse het meest op vogels gericht (kippen en vooral kwartels). Na zijn emeritaat bleef hij zijn opzoekingswerk verrichten in ’zijn’ (vorig) laboratorium samen met zijn wetenschappelijk medewerkster Emmy Van Nueten, met instemming van zijn opvolgers, prof. dr. Hilde Bortier en prof. dr. Guy Hubens. In 2016 werd er een colloquium georganiseerd aan de Universiteit Antwerpen ter ere van Marc. Bij deze viering stelde Marc, bijna 85 jaar oud, zijn boek ’From ooplasms to embryo’ voor, een lezing over zijn recent en vroeger werk. In zijn boek ’From Ooplasms to Embryo / The ‘Embryo in Box’ model’ (Acco Leuven/Den Haag, 2015) wou hij alle aspecten die gedurende de vroegste ontwikkeling geobserveerd werden, verklaren door de algemene basisprincipes van de interactie van de vier oöplasma’s die uiteindelijk de drie cellagen vormen.

Professor dr. Marc Callebaut schreef ongeveer 150 internationale publicaties op gebied van oögenese, follicullaire genese en vroeg-embryonale ontwikkeling. Hierbij vermelden we een lijvige review ’Historical evolution of preformistic versus neoformistic (epigenic) thinking in embryology’ (Belg. J. Zool., 138(1):20-35).

Levensmotto

“The true inspiration in science is in reality due to the admiration for nature” – Chandrasekhar Venkata Raman (1888-1970), Nobel Prize Physics 1930

Prof. dr. Marc Callebaut heeft hiernaar geleefd en gewerkt!

em. prof. dr. Dirk Callebaut, FWET, UAntwerpen
20 juli 2024

Academische Bibliografie