Duffel 14 april 1951 – 8 januari 2022

Karel Soudan was een rasechte academicus waar de Lerende Gemeenschap (Karel Soudan, ‘Lerende Gemeenschap Universiteit Antwerpen, Beleidsvisie Karel Soudan’, kandidaat-rector 2008, 14 pp.) zijn biotoop was. Deze Gemeenschap omvatte alle geledingen van de universiteit gaande van academisch personeel, administratieve en technische medewerkers en uiteraard de studenten en alumni. De notie Lerende Gemeenschap, en ik citeer Karel Soudan, vertolkt een idealistische visie op de universiteit, de ’universitas’ als een ’gemeenschappelijke totaalonderneming’, die teruggrijpt naar de klassieke leerdenkbeelden uit het antieke Hellas. Gedreven door nieuwsgierige verwondering over de mens en de wereld, samen zoekend naar en denkend leert de mens zichzelf kennen en zijn medemens, in een socratisch gesprek of samen op weg, kuierend en in draf, als Aristoteles en zijn leerlingen. Leren en aanleren, onderzoeken en onderrichten is een gemeenschappelijk project van mensen die zich verbinden in wetenschap, die samen in dialoog treden en zich als gemeenschap ten dienste stellen van de grotere gemeenschap der mensenmaatschappij … Karel Soudan heeft dan ook zijn carrière in deze gemeenschap van het hoger / universitair onderwijs uitgebouwd.
Chronologie loopbaan
1969-1981: hij studeerde burgerlijk elektrotechnisch en werktuigkundig ingenieur met specialiteit mechanica aan de Katholieke Universiteit Leuven en behaalde in 1974 zijn masterdiploma met de verhandeling Automatisch Ontwerp van dynamische dempers. Nadien accepteerde hij een aanstelling als assistent met de bedoeling te doctoreren en op termijn eventueel te doceren in Leuven. Hij behaalde het doctoraat in 1982 in de biomechanica met de titel Analyse van het menselijk gaan aan de hand van kinematische metingen en een dynamisch model van de onderste ledematen.
1981 – 1993: hij bouwde zijn loopbaan van assistent over docent naar hoogleraar verder uit bij de industrieel ingenieurs aan de Karel De Grote Hogeschool (voorheen Don Bosco Hoboken), waar hij mechanica , stromingsleer , toegepaste mechanica en thermodynamica, ergonomie en medische ingenieurstechnieken doceerde tot 30 september 1993.
1993 – 2011: in deze periode en tot zijn pre-emeritaat doceerde hij aan UFSIA en nadien Universiteit Antwerpen na de fusie van de drie instellingen in 2003. Daar promoveerde hij tot gewoon hoogleraar en werd hij decaan van de faculteit bedrijfskunde en economie. In de handelsingenieursopleiding behoorden volgende cursussen tot zijn opdracht: Mechanica, Thermodynamica, Biomechanica, Risico, gezondheid en veiligheidsbeleid, Productontwikkeling, Innovatiemanagement en ethiek met betrekking tot technologie. Het centrale beleid van de UA behoorde ook tot zijn aandachtspunten via het college van decanen en vooral vanwege het toenmalig gehanteerde financieringsplan met zijn specifieke parameters. Hij was ervan overtuigd dat de faculteiten een grote autonomie verdienden en dat het centrale niveau in een dienende rol moest faciliteren.
Academische opdracht
Als academicus vervulde hij de hem opgedragen taken op vlak van onderwijs, onderzoek en dienstverlening op een uitmuntende wijze.
Onderwijs
Zijn onderwijs werd door de studenten zeer gesmaakt. Hij was een perfectionist en veeleisend in zijn cursussen maar kon de moeilijke materie op een menselijke en bevattelijke manier voorstellen zodat iedereen het begreep. Volgens de studenten was zijn talent voor lesgeven onovertroffen en was hij een uitstekend didacticus waar hij de essentie van een moeilijk probleem in enkele slagzinnen kon overbrengen. Door zijn analytisch vermogen begreep hij onmiddellijk de kern van een tekst en kon hij die overdragen aan studenten en collegae.
Onderwijs loopt als een rode draad door zijn loopbaan zowel in Leuven, Hoboken als in Antwerpen. Op UFSIA was hij aangeworven als specialist voor het doceren van ingenieursvakken aan de handelsingenieursopleiding, maar op korte termijn was hij hoofd van het opleidingsdomein en maakte hij een vijfjarige geïntegreerde opleiding die een symbiose van technische ingenieursvakken en businesskennis was. Het was een uitstekende opleiding en ze werd met afgunst door de andere faculteiten in het land bekeken omdat de technische component zo goed met het economische verweven was, en ook internationaal werd deze opleiding zeer gewaardeerd.
Internationalisatie van het onderwijs was voor hem een evidentie en hij verdedigde dit op alle beleidsvlakken. Studenten en alle handelsingenieurs dienden een internationale component in hun curriculum te verwerven hetzij via een uitwisselingsprogramma, een zomerschool of een speciaal programma. Zo organiseerde hij o.a. hoogstaande technische reizen naar Duitsland en Italië voor de handelsingenieurs, waar zelfs Ferrari bezocht werd in Maranello en Modena.
Om de kwaliteit van het onderwijs te borgen en de internationalisatie te ondersteunen werden gedurende zijn decanaat de EPAS-accreditatie (2010) en de AACSB-her accreditatie (2011) verworven. Deze accreditaties, geïnitieerd door zijn voorgangers in 2005, waren uitermate belangrijk om internationale geloofwaardigheid op te bouwen en de buitenwereld van Sydney over Buenos Aires tot Washington te overtuigen van de kwaliteit van het onderwijs in Antwerpen. De resulterende positieve internationale rankings bevestigden dit visionaire beleid.
Verder hechtte hij veel belang aan de IAJBS (International Association of Jesuit Business Schools). Tot aan zijn overlijden zat hij in de raad van bestuur van de organisatie en hij genoot veel vertrouwen en appreciatie van alle jezuïeteninstellingen wereldwijd. Ook was hij de organisatie dankbaar omdat de Jezuïeten mede de internationalisatie van het onderwijs in Antwerpen via hun uitgebreid netwerk mogelijk hadden gemaakt via hun aanbod van vele uitwisselingsprogramma’s en zomerscholen.
Onderzoek
De onderzoekscomponent treft u aan in de Academische Bibliografie van de UA (https://repository.uantwerpen.be/desktop/irua). Zijn gepeerreviewde publicaties gaan onder andere over biomechanica, veiligheidsbeleid en risicoanalyse aangaande de chemische en nucleaire industrie en mogelijke ongevallen. Diverse uitstekende cursussen werden door hem geschreven en gepubliceerd. Ook begeleidde hij verschillende doctoraten op de intersectie tussen management en technologie. Maar zoals voor zoveel academici van zijn generatie werd publiceren, en dan vooral in het Engels, pas belangrijk rond de jaren 1990. Dikwijls heeft hij gezegd: “de huidige generaties publiceren rigoureuze artikels maar geen relevante”.
Een belangrijke gebeurtenis voor onderzoek gedurende zijn decanaat was het eredoctoraat toegekend aan Nobelprijswinnaar John Nash in 2007. Hiervoor geef ik het woord aan Karel Soudan zelf : Het eredoctoraat toegekend aan John Nash en het eerbetoon aan deze markante figuur via het John Nashsymposium –- in aanwezigheid van Reinhart Selten en Harold Kuhn, andere pioniers van de Game Theory – dat symbool stond voor het doorgeven van kennis en de zoektocht ernaar over generaties heen als een voorname opdracht van de universiteit,was zeker het hoogtepunt van mijn decanaat en wellicht van mijn hele carrière. Het symposium werd gevolgd door 850 deelnemers in de aula en meer dan 3500 deelnemers over heel de wereld via internet. Ik ben iedereen die hieraan meegewerkt heeft uiterst dankbaar en in het bijzonder dank ik de mensen van Telenet, die het mogelijk maakten dat voor het eerst in Vlaanderen zulk wetenschappelijk symposium via real time streaming video over het internet kon gevolgd worden.
De eredoctor en de andere gevierden kregen een pen met het opschrift ‘Universitas Antverpiensis’, en mirabile dictu, nu krijgt elke promovendus bij het behalen van het doctoraat een gelijkaardige pen teneinde de onderzoekers van de faculteit over grenzen en generaties heen met elkaar te verbinden. (Afscheid van Karel Soudan, Alechiapost, 2022 /1, 13-15)
Verder werden ook diverse projecten voor de overheid uitgevoerd ( contractonderzoek). Ik herinner mij projecten voor het SCK Mol aangaande veiligheid voor nucleaire energie. Energie, energiezekerheid en veiligheid hebben zijn continue aandacht weggedragen, in die mate zelfs dat hij zich gedurende zijn emeritaat nog sterk in het debat over de kernenergie-uitstap engageerde en rapporten en analyses verstuurde aan politici en beleidsmakers.
Maatschappelijke dienstverlening
Vanaf zijn Leuvense periode kende hij een sterk maatschappelijk engagement. Als student was hij bestuurslid en lid van de Vlaamse Technische Kring, ook vertegenwoordigde hij de ingenieursfaculteit in de Sociale Raad van de KUL. Verder was hij medestichter van Joker en ViaVia. In Antwerpen was hij lid van de Faculteitsraad, later decaan en lid van het college van decanen. Hij beoordeelde Socratesprojecten voor de Europese Instellingen, KMO-projecten voor het IWT. Sedert 1996 trad hij op als voorzitter van de redactieraad van de Alumni Nieuwsbrief later omgedoopt tot ALECHIA Post (naam waarvan hij aan de basis lag). Bij KVIV was hij voorzitter van het comité voor medische technologie.
Het maatschappelijk engagement van Karel Soudan kwam eveneens tot uiting in de diverse netwerken waarin hij actief participeerde. Buiten het supra aangehaalde jezuïetennetwerk worden er hier slechts drie van de talloze netwerken vermeld.
Politieke netwerken: hij bewandelde het politieke spectrum en afkomstig van de Mei 68-generatie werd hij met de leeftijd conservatiever. Via zijn familie was hij redelijk Vlaamsgezind, en hij hield zich achter de schermen met de federale en Vlaamse politiek onledig, en was op bepaalde momenten zeer aanwezig in de lokale politiek in Duffel. Uit dat engagement resulteerden heel wat contacten met vele politici over de partijgrenzen heen.
Bedrijfsnetwerken: via de KVIV, de alumni burgerlijk ingenieur in Leuven en andere organisaties, stond hij in contact met vele bedrijven en hij onderhield deze contacten zorgvuldig omwille van de wederzijdse kruisbestuivingen, de mogelijkheden van projectonderzoek voor assistenten en professoren, stages en masterproefmogelijkheden voor studenten, en optredens als gastprofessor voor seminaries, bijspijkerdagen.
Studenten/Alumni-netwerk: in Leuven, Don Bosco en UFSIA/UA was hij een actief participant in deze netwerken. In Antwerpen ondersteunde hij de faculteitskring Wikings en later Alechia: zo startte hij met de afstudeer-BBQ, waar hij bedrijven in contact bracht met afgestudeerden teneinde hun een job te bezorgen. Deze traditie bestaat nog altijd, zij het onder een aangepaste vorm. Studenten konden altijd op hem rekenen hetzij voor een gesprek, een kleine toelage aan een studentenclub, een contact met een bedrijf of zelfs een BBQ bij hem thuis. Ook onderhield hij goede contacten met de afgestudeerden en beweerde hij altijd: ”Studenten zijn het grootste kapitaal van de Faculteit, als zij tevreden zijn en een goede loopbaan hebben, dan straalt dat af naar de Faculteit en zullen zij meer geneigd zijn terug te keren naar hun Alma Mater, promotie te maken voor hun afstudeerrichting, mede te werken aan alumni- of wetenschappelijke projecten, donor of facilitator te zijn voor bepaalde activiteiten …”
FBE diamant
De regio Antwerpen indachtig – waar hij het langst gewerkt heeft – kunnen wij metaforisch stellen dat Karel Soudan begon aan zijn levensloop en carrière als een ruwe diamant – weliswaar aan de basis met de nodige genetische troeven en IQ – die gedurende zijn loopbaan meer en meer schitterde door de diverse facetten die er in goede en kwade dagen bij geslepen werden. Deze diamant werd in het beleidsplan dat onder het decanaat van Karel Soudan door de strategiecommissie opgesteld werd, als leidraad voor te verwerven competenties voor FBE-studenten naar voren geschoven.

Al deze competenties, die hij uitdrukkelijk van de afgestudeerden verwachtte, zijn bij hem uiteraard aanwezig. Hij was een onvergelijkbare analyticus maar kon bliksemsnel de essentie uit teksten bevatten en dus synthetiseren. Wiskunde beschouwde hij als logica en filosofie, en zijn kwantitatieve vaardigheden werden door vriend en vijand ervaren in diverse domeinen en zeker als het over besparingen of becijferde beslissingen ging. De verdeling van de middelen op centraal niveau naar de faculteiten dienden niet in voltijdse eenheden maar in reële bedragen te gaan omdat een gewoon hoogleraar nu eenmaal meer kost dan een jonge docent. Als creator herschiep hij de handelsingenieursopleiding, maakte prachtige cursussen, papers en publicaties evenals diverse beleidsnota’s. De strateeg verrichtte uitgebreide omgevingsanalyses via PESTLE op lokaal, regionaal, nationaal en globaal vlak, en hij betrok op democratische wijze alle stakeholders in het beslissingsproces om tot een gedragen consensus te komen, die dan onverdroten geïmplementeerd werd. Hij inspireerde talloze mensen en vooral studenten door te stellen ‘plus est en vous’, door hen aan te manen problemen eens op een andere manier te benaderen en out of the box te denken. Een kort gesprek bracht altijd nieuwe inzichten en ideeën. De communicator bezat een goede pen en als spreker een uitgebreid en zelfs erudiet Nederlands, hij beheerste Latijn en zijn Grieks, maar zeer hoogvliegende redevoeringen in een andere taal heb ik hem niet horen geven. De coördinator/leider was in hem aanwezig, soms op een uitgesproken manier zoals tijdens zijn decanaat, dat door de centraal opgelegde besparingen een zeer moeilijke periode voor de faculteit was, soms meer in de schaduw, maar altijd had hij goed doordachte en onderbouwde gesprekken en beslissingen.
Karakteristieken en typeringen
Navraag bij vrienden, collegae en studenten gaf volgende typeringen: goed in beleid maar geen tafelspringer, hulpvaardig, ambitieus, uitermate verstandig maar bescheiden, rechtvaardig, soms doctrinair, zeer perfectionistisch en niet altijd pragmatisch, een goed luisterend oor, gedragen weloverwogen ideeën en beslissingen, inleefvermogen, een man van zijn woord, een passie voor beleggen en beleggingsclubs, mentor en helper om de juiste keuzes te maken, man van de caritas, had grenzeloos vertrouwen en verwachtingen in de jongere generaties, bezat een speelse humor en schrandere satire … Ook deed hij regelmatig gevleugelde uitspraken: mijn omgeving heeft zich goed aan mij kunnen aanpassen; ik ben zeer bescheiden maar ik kan het goed verbergen; ’Mihi cura futuri’ (de toekomst gaat mij ter harte en dan vooral de toekomst van mijn faculteit); de jongere generaties moeten hun eigen fouten leren maken …
Karel had présence aan de universiteit en wereldwijd op conferenties en bijeenkomsten, maar was ook sober. Collega’s die mee op reis gingen, kenden hem als de man die soms verloren liep in verre steden zoals Lima ( Peru ), waar hij overvallen werd in de achterbuurten, enkele bezittingen verloor en er blauwe plekken aan overhield. Of in China op het Tien An Menplein, waar hij de gesprekken met de lokale personen waardeerde die hem meetroonden naar een lokaal theehuis in een klein obscuur straatje voor discussies, en waar hij dan een gepeperde rekening gepresenteerd kreeg voor enkele kopjes thee. Verder was hij de goedhartige man in sjofel hemd en op sandalen die in India tijdens een USOS-inleefreis als ‘Father Carl – Societas Jesu’ werd aangesproken. Na een bezoek aan ALIBABA in Hangzhou (China) wandelde hij rond het Western Lake en iedereen wilde met hem op de foto, en velen vroegen of ze even aan zijn baard mochten voelen. Zelf zei hij dan dat hij de reïncarnatie van de lachende Boeddha was. Of in Australië, waar hij het Great Barrier Reef wilde zien, met bijna een fatale afloop tot gevolg …
Conclusie
Diamanten zijn voor eeuwig en Karel Soudan heeft ook zijn legacy nagelaten en de nodige stenen verlegd in de rivier. Hij heeft heel wat bereikt in zijn carrière, en veel mensen geïnspireerd door zijn wetenschappelijk werk, maatschappelijk engagement en educatieve kunde. Maar in alle nederigheid moeten de meeste succesvolle mensen toch bekennen dat het overwegend via het nageslacht – zijnde kinderen en kleinkinderen – is dat de onsterfelijkheid bereikt wordt en tradities voortgezet worden.
em. prof. dr. Liliane Van Hoof, FBE, UAntwerpen
10 februari 2025