1929-2022
Tussen psychologie en theologie
Een portret
De jonge jaren

Em. prof. dr. Jacques Claes werd geboren te Antwerpen op 22 juli 1929 en hij overleed te Leuven (Heverlee) op 17 mei 2022. Aan de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen (UFSIA; in 2003 met het RUCA en de UIA gefusioneerd tot Universiteit Antwerpen) doceerde hij gedurende bijna drie decennia Psychologie aan de Rechtsfaculteit en Algemene en wijsgerige antropologie aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.
Claes groeide op in een Franstalig gezin. Zijn vader was een Antwerpse accountant, zijn moeder was afkomstig uit Luxemburg. Na de Latijn-Griekse humaniora aan het jezuïetencollege aan de Frankrijklei te Antwerpen studeerde hij klassieke filologie aan de KU Leuven en promoveerde vervolgens tot doctor aan de Universiteit Leiden onder leiding van de Nederlandse psychiater, filosoof en metableticus Jan Hendrik van den Berg. Het bewerkte doctoraal proefschrift verscheen in 1970 in boekvorm onder de titel De dingen en hun ruimte. Jacques Claes huwde met de classica Lieve Geerts. Het echtpaar Claes-Geerts heeft twee zonen. De oudste, Philippe, komt in 1978 bij een ongeluk in Zwitserland jammerlijk om het leven. De jongste zoon, Stephan, studeerde geneeskunde en werd later professor psychiatrie aan de KU Leuven. Het vroegtijdige verlies van de oudste zoon tekende het echtpaar Claes – Geerts blijvend.
Atypische visie op psychologie
Aan de universiteit stond Claes bekend als een gedreven docent en een geducht examinator. Daarnaast trad hij alom in Vlaanderen en Nederland op als een boeiend en veel gevraagd spreker.
In zijn uitgebreide oeuvre besteedde Claes op synthetische en comparatieve wijze aandacht aan de studie van de barok, de hedendaagse tijdsgeest, metabletica en psychologie. Daarnaast koesterde hij een blijvende en warme belangstelling voor de lotgevallen van Antwerpen, zijn geliefde vaderstad.
De visie van Claes op psychologie is erg atypisch, in die zin dat hij weigerde te participeren in een psychologisch-wetenschappelijk onderzoek dat de mens zou reduceren tot zijn meetbare aspecten. Daartoe bedient hij zich van ‘metabletica’, het typisch geesteswetenschappelijk concept van de hand van Jan Hendrik van den Berg. Metabletica is de studie van de veranderingen, en situeert zich binnen de brede fenomenologische traditie die beklemtoont dat subject en wereld elkaar wederzijds stichten. Deze opstelling laat fenomenologen in het algemeen en metabletici in het bijzonder toe een statische, eventueel mathematisch gemodelleerde visie op mens en wereld te overschrijden.
De statische, mathematisch geïnspireerde mensvisie is ontstaan in de vroegmoderne tijd. Het subject wordt vanaf dan meer en meer gezien als een deel van een uitwendige mechaniek, als een klein onderdeel van stoot en vaart, in een lang proces van verschuiving van aandacht van geest naar materie, zodat het subject zijn vroegere geprivilegieerde positie op aarde en in de kosmos verliest. Hierdoor ontstaat een kennelijk sterke tendens tot psychologiseren.
Metafysica – theologie – christelijke geloofstraditie
Deze “eerste geboorte” van de psychologie, zoals Claes dit brede culturele gebeuren bestempelde, wordt versterkt door een “tweede geboorte” in de hedendaagse tijd, meer specifiek in het midden van 19de eeuw. Omstreeks 1850 wordt psychologie zelf een wetenschappelijke discipline met bijbehorende volwaardige wetenschappelijke strekkingen, tradities en scholen.
Het subject zelf wordt in deze dynamieken en tradities als een gedecentreerde instantie gezien, aankijkend tegen een troosteloosheid die eigen is aan iedere vorm van individualisme. Deze troosteloosheid, zo merkte Claes op, wordt geregeld gekoesterd en gecultiveerd tot melancholie.
Op dit punt aangekomen, opende Claes deuren naar metafysica, theologie en naar de christelijke geloofstraditie. Troosteloosheid en melancholie wijzen op een fundamenteel tekort dat eigen is aan iedere humane existentie, met name het majeure tekort ten gevolge van de onverbiddelijke eindigheid van elk mensenleven. Psychologie zal en kan volgens Claes dit tekort nooit compenseren of opheffen. Uitsluitend theologie en het geloofsleven dat door theologie wordt verwoord, kunnen waarachtige troost bieden. Daartoe keek Claes uit naar een nieuwe en rijke tijdsgeest. Naar een tijdsgeest die zich niet laat reduceren en verengen tot wat berekenbaar is.
Aanbevolen literatuur:
CLAES, Jacques:
– De dingen en hun ruimte. Antwerpen: Nederlandsche boekhandel, 1970.
– Psychologie, een dubbele geboorte. 1590 en 1850: Bakens voor modern bewustzijn. Antwerpen: Nederlandse Boekhandel, 1980.
– De wieg van het verdriet. Een verhaal over melancholie en troost. Antwerpen: Nederlandse Boekhandel, 1983.
– Onderwijzen: het wonder wijzen. Antwerpen: Nederlandsche Boekhandel, 1987.
– Gezag en zeggenschap. Een eeuwige jacobsladder. Kapellen: Pelckmans, 1992.
– Waken bij werkelijkheid. Een vademecum voor creativiteit. Antwerpen: Pelckmans, 1994.
– Mijmeringen over de twintigste eeuw: Een verhaal over een veranderde aanwezigheid. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans, 1999.
– De gebeurtenis Antwerpen: hoe het ging en gaat. Ekeren: Pandora Publishers, 2019.
BRAECKMANS, Luc & VANHEESWIJCK, Guido, (red.), Onder de koepel van het Pantheon. Liber amicorum Jacques Claes. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans, 1994.
em. prof. dr. Luc Braeckmans, FLW, UAntwerpen
2024

